Gepersonaliseerde geneeskunde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deel van een serie artikelen over

Delende moedercellen in het stuifmeel van een Lelie (1600x)
Stuifmeelcellen in meiose
––– Algemeen –––

Chromosoom · DNA · Erfelijkheid · Genetische variatie · Genoom · Mutatie · Nucleotide · RNA


––– Onderzoek –––

DNA-analyse · Gentechnologie · Genomica · Sequencing


––– Vakgebieden –––
Epigenetica · Klinische genetica · Mendel · Moleculaire genetica · Populatiegenetica

Portaal  Portaalicoon  Genetica

De gepersonaliseerde geneeskunde, ook wel precisiegeneeskunde, is erop gericht medische behandelingen en medicatie specifiek af te stemmen op de kenmerken van een individuele patiënt. Op basis van genetische en pathofysiologische kenmerken – die vaak voor iedere patiënt uniek zijn – kan een behandeling worden gekozen die het best past bij de patiënt en de ziekte.[1]

Medisch maatwerk is iets van alle tijden. De term 'gepersonaliseerde geneeskunde' kreeg een nieuwe betekenis nadat het mogelijk werd het genetisch materiaal (genoom) van patiënten door middel van sequencing (DNA-testen) na te gaan op ziektespecifieke genen. Correlatiegegevens uit het menselijk genoomproject spelen een belangrijke rol in het analyseproces.

Door middel van genetische profilering kunnen artsen en klinisch onderzoekers patiënten in een bepaalde subgroep plaatsen die het gunstigst zullen reageren op een bepaalde behandeling, bijvoorbeeld met minimale bijwerkingen en maximale effectiviteit. Bovendien verschuift hiermee de nadruk van reactief behandelen naar preventief behandelen. Exemplarisch is dat het vaak om dure interventies of geneesmiddelen gaat.[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]