Grofplaatrussula
Grofplaatrussula | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Grofplaatrussula (Russula nigricans) | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Russula nigricans (Bull.) Fr. (1838) | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Verspreiding van de grofplaatrussula in Europa | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Grofplaatrussula op ![]() | |||||||||||||||
|
De grofplaatrussula (Russula nigricans) is een algemeen voorkomende paddenstoel uit de familie Russulaceae. De paddenstoel heeft als alle russula's een broze structuur doordat deze is opgebouwd uit draadvormige hyfen en groepjes ronde cellen.
Eigenschappen
De grofplaatrussula heeft een hoed die eerst wit is, later grijsachtig en daarna zwartig. De lamellen zijn dik en staan zeer ver uiteen. De steel is vrij lang. Het vlees is hard.
Voorkomen
De periode van fructificatie is juli tot en met oktober. Deze russula leeft zoals alle russula's in symbiose met bomen. De zwam is niet kieskeurig en vormt mycorrhiza met eik, beuk, haagbeuk, berk, spar en zilverspar.
Naam
De Latijnse bijnaam (epitheton) 'nigricāns' betekent 'zwart wordend'; dit omdat de paddenstoel zwart verkleurt. De Nederlandse naam verwijst naar de zeer grove lamelstructuur, een onderscheidend kenmerk voor deze soort.
Toepassingen
De grofplaatrussula is zeer jong eetbaar, maar weinig smakelijk.
-
Onderzijde met grove lamellen
-
Detail van de lamellen
- Ewald Gerhardt (2011). De grote paddenstoelengids voor onderweg, pagina 432. De Fontein-Tirion uitgevers, ISBN 978 90 5210 784 4
- Russula nigricans, RogersMushrooms (archive.today)
- Grofplaatrussula, SoortenBank.nl