Naar inhoud springen

Guanosinetrifosfaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Guanosinetrifosfaat
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van guanosinetrifosfaat
Structuurformule van guanosinetrifosfaat
Algemeen
Molecuulformule C10H16N5O14P3
IUPAC-naam [[(2R,3S,4R,5R)-5-(2-amino-6-oxo-3H-purin-9-yl)-3,4-dihydroxyoxolan-2-yl]methoxy-hydroxyfosforyl]water­stoffosfaat
Molmassa 523,180423 g/mol
SMILES
C1=NC2=C(N1C3C(C(C (O3)COP(=O)(O)OP(=O)(O)OP(=O)(O) O)O)O)NC(=NC2=O)N
InChI
1S/C10H16N5O14P3/c11-10 -13-7-4(8(18)14-10)12-2- 15(7)9-6(17)5(16)3(27-9)1-26 -31(22,23)29-32(24,25)28 -30(19,20)21/h2-3,5-6,9,16 -17H,1H2,(H,22,23)(H,24,25) (H2,19,20,21)(H3,11,13,14,18)/t3- ,5-,6-,9-/m1/s1
CAS-nummer 86-01-1
EG-nummer 201-647-3
PubChem 6830
Wikidata Q392227
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Guanosinetrifosfaat of GTP is een ribonucleotide die een belangrijke rol speelt bij de energiehuishouding van de cel. Het is opgebouwd uit het nucleobase guanine, het monosacharide ribose en drie fosfaatgroepen.

Energiedrager

[bewerken | brontekst bewerken]

Om de energie van GTP te kunnen benutten, moet het reageren met water, waardoor een fosfaatgroep afgesplitst wordt en energie vrijkomt. Deze reactie wordt hydrolyse genoemd en kan meerdere malen op de molecule uitgevoerd worden: van GTP (3 fosfaatgroepen) naar GDP (2 fosfaatgroepen) naar GMP (1 fosfaatgroep). Bij elke hydrolyse komt een vaste hoeveelheid energie vrij, namelijk 59 kilojoule per mol. Om opnieuw GTP te vormen moet de cel een fosfaatgroep koppelen aan een molecule GDP. Hiervoor is energie nodig, die bijvoorbeeld vrijkomt bij het verbruiken van glucose in de citroenzuurcyclus.

GTP en andere nucleotiden worden gebruikt door speciale enzymen, zoals kinasen, die op hun beurt weer andere enzymen en eiwitten activeren. Een voorbeeld hiervan is GTPase in eukaryote cellen. Een ander belangrijk voorbeeld is het G-proteïne dat, indien gebonden aan GTP, actief wordt en zorgt voor signaaltransductie in en tussen de cellen.