Naar inhoud springen

Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme
Vladimir Lenin
Vladimir Lenin
Oorspronkelijke titel Империализм как высшая стадия капитализма
Auteur(s) Vladimir Lenin
Land Keizerrijk Rusland
Oorspronkelijke taal Russisch
Onderwerp Politieke economie, economische theorie, communisme
Oorspronkelijk uitgegeven 1917
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme (Russisch: Империализм как высшая стадия капитализма) is een boek geschreven door de Russische communistische revolutionair Vladimir Lenin in 1916 en uitgegeven in 1917. Het beschrijft de vorming van een monopolie door de vervlechting van bank- en industrieel kapitaal, met als doel een financiële monopolie te creëren. Het verklaart de rol van financieel kapitaal in het genereren van winsten uit de koloniale uitbuiting die inherent is aan het imperialisme, als de laatste fase van het kapitalisme.

Concentratie van productie en kapitaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Lenin begint met de analyse van de concentratie van productie en kapitaal, die leidt tot de vorming van monopolies. Grote bedrijven en banken groeien samen en domineren de economie, waardoor concurrentie wordt geëlimineerd en macht geconcentreerd raakt in de handen van een kleine elite.

Fusie van bank- en industrieel kapitaal

[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende fase is de fusie van bank- en industrieel kapitaal tot financieel kapitaal, beheerd door een financiële oligarchie. Dit betekent dat banken niet alleen krediet verschaffen maar ook directe invloed uitoefenen op de productie en distributie van goederen.

Kapitaalsexport

[bewerken | brontekst bewerken]

Lenin wijst op het belang van kapitaalsexport in plaats van goederenexport. Industriële kapitalen worden steeds meer naar buitenlanden geëxporteerd op zoek naar hogere winsten, vooral naar minder ontwikkelde landen, wat leidt tot een toenemende exploitatie van deze regio's.

Internationale monopolies

[bewerken | brontekst bewerken]

De kapitaalsconcentratie en de groei van de financiële macht leiden tot de vorming van internationale monopolies. Deze monopolies verdelen de wereldmarkt onderling, wat resulteert in economische hegemonie over verschillende regio's.

Verdeling van de Wereld

[bewerken | brontekst bewerken]

Lenin bespreekt hoe de belangrijkste imperialistische machten de wereld onder elkaar verdelen. Dit proces is dynamisch en veroorzaakt conflicten en oorlogen, omdat elke macht streeft naar een grotere invloedssfeer en controle over buitenlandse markten en hulpbronnen.

Oorzaken van oorlogen

[bewerken | brontekst bewerken]

Imperialisme creëert onvermijdelijk internationale spanningen en oorlogen. De strijd om economische dominantie en territoriale controle tussen de grote mogendheden leidt tot gewapende conflicten, zoals duidelijk werd in de Eerste Wereldoorlog.

Lenin concludeert dat imperialisme niet alleen een economische maar ook een politieke verschijnsel is. Het is de laatste en hoogste fase van het kapitalisme, gekenmerkt door monopolistische overheersing, financieel kapitaal en mondiale strijd om hegemonie. Lenin pleit voor de noodzaak van een revolutionaire beweging die dit systeem omverwerpt en leidt naar het socialisme.

Het boek Imperialisme, het hoogste stadium van het kapitalisme blijft een cruciale tekst voor het begrip van de kapitalistische dynamieken en de imperialistische praktijken in de moderne wereld, en biedt een marxistische analyse die nog steeds invloedrijk is in hedendaagse politieke en economische discussies.[1]

De term “imperialisme”

[bewerken | brontekst bewerken]

De term "imperialisme" heeft een andere betekenis voor marxisten dan de manier waarop veel hedendaagse historici en economen deze term gebruikt. In de Van Dale wordt "imperialisme" gedefinieerd als: "politiek van streven naar gebiedsuitbreiding door het veroveren of afhankelijk maken van andere landen of streken."[2] Zo worden keizerrijken, koloniën en dominantie van bepaalde landen over andere landen vaak beschouwd als imperialistisch. Echter zien marxisten het imperialisme als het 'hoogste stadium van het kapitalisme'. In de tijd van Karl Marx kenmerkte het kapitalisme zich als vrije concurrentie tussen bedrijven. In de tijd van Lenin zag men dat zich monopolies vormde. Deze monopolies breiden de uitbuiting op wereldschaal. Kapitalisten concurreren om controle over grondstoffen en afzetmarkten en streven naar maximale winst, wat leidt tot conflicten tussen verschillende landen en soms zelfs tot gewelddadige oorlogen voor herverdeling van invloedssferen. [3]

Volgens Lenin is de Eerste Wereldoorlog een treffend voorbeeld van een imperialistisch conflict. De toenemende concurrentie tussen de monopolies van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland leidde uiteindelijk tot een wereldoorlog. Duitslands groeiende industrie vormde een bedreiging voor de Britse bourgeoisie, die daarom baat had bij een oorlog om definitief af te rekenen met de Duitse dreiging. Voor de Duitse bourgeoisie bood de oorlog de mogelijkheid om hun grootste concurrent te plunderen en de positie van het Verenigd Koninkrijkop de wereldmarkt over te nemen.[4][5]

Hoewel de moderne communistische beweging actief gebruikmaakt van Lenins werk, bestaat er binnen deze internationale beweging enige discussie over de definitie van "imperialisme". Dit bleek uit de opheffing van het Initiatief van Communistische en Arbeiderspartijen (INITIATIVE) vanwege ideologische verschillen over de Russische invasie van Oekraïne.[6] Sommige partijen steunden de invasie, terwijl andere deze beschouwden als een imperialistisch conflict. Als gevolg hiervan is de Europese Communistische Actie ontstaan, die de Russische invasie als een imperialistische daad beschouwt.[7]