Naar inhoud springen

Ilex canariensis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bitbotje (overleg | bijdragen) op 28 feb 2018 om 16:01. (dubbel lidwoord, replaced: de de [ → de [ met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Ilex canariensis
IUCN-status: Gevoelig[1]
Ilex canariensis
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Aquifoliales
Familie:Aquifoliaceae (Hulstfamilie)
Geslacht:Ilex
Soort
Ilex canariensis
Poir. (1813)
Ilex canariensis, habitus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ilex canariensis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Ilex canariensis is een groenblijvende struik uit de hulstfamilie (Aquifoliaceae). De soort is endemisch in Macaronesië, waar deze voorkomt op de Canarische Eilanden en Madeira.

Ilex canariensis verschilt van de gewone hulst door zijn meestal ongestekelde bladeren. Het is een belangrijke component van het inheemse laurierbos of laurisilva.

Naamgeving en etymologie

  • Engels: Small-leaved Holly
  • Spaans: Acebiño
  • Portugees: Azevinho

De botanische naam Ilex is de Latijnse naam voor de steeneik (Quercus ilex), die gelijkvormige bladeren heeft. De soortaanduiding canariensis slaat op de vindplaats, de Canarische Eilanden.

Kenmerken

I. canariensis is een groenblijvende struik of kleine boom, tot 6,5 m hoog, zelden 10 m. De stam is sterk vertakt en heeft een grijze schors. De bladeren zijn ovaal, tot 7 cm lang en 4 cm breed, aan de bovenzijde glanzend donkergroen, leerachtig, gaafrandig of met een enkele scherpe tand en een afgeronde top. De jonge bladeren zijn meestal wel voorzien van stekelvormige tanden.

Ilex canariensis, vruchten

De plant is tweehuizig, de vrouwelijke en mannelijke bloemen vormen zich op verschillende planten. De bloemen van beide geslachten zijn klein en zitten met enkele bij elkaar in de oksels van de bladeren.

De vruchten zijn vlezige, tot 8 mm grote bolvormige bessen, die aanvankelijk groen en bij rijpheid fel rood worden.

De plant bloeit van mei tot juni.

Habitat en verspreiding

I. canariensis is endemisch in Macaronesië, waar deze voorkomt op de westelijke Canarische Eilanden (La Palma, La Gomera, El Hierro, Tenerife en Gran Canaria) en Madeira.

De boom komt voor op humusrijke bodems in subtropische bossen met een hoge luchtvochtigheid. Hij is kenmerkend voor en abundant in het Canarische en Madeira-laurierbos (laurisilva) en komt daar voor in het gezelschap van Laurus novocanariensis, Laurus azorica, Persea indica, Ocotea foetens en Apollonias barbujana.

Belang

Het hout van I. canariensis wordt, omwille van zijn lichtgele kleur, van oudsher gebruikt voor inlegwerk.

De takken met de rode bessen worden, net als die van de gewone hulst, gebruikt in kerstversiering.