Johan Æmilius Abraham van Panhuys
Jhr. mr. Johan Æmilius Abraham van Panhuys, heer van Nienoord (Leek (Groningen), 17 oktober 1836 – Hoogkerk, 6 november 1907) was een Nederlands bestuurder.
Familie
[bewerken | brontekst bewerken]Johan van Panhuys was lid van de familie Van Panhuys. Hij was een zoon van jhr. mr. Ulrich Willem Frederik van Panhuys (1806-1882), lid van de gedeputeerde staten van Groningen, en Wendelina Cornera barones von Inn- und Kniphausen (1805-1878), dochter van mr. Haro Casper baron von Inn- und Kniphausen, heer van Nienoord.
Van Panhuys trouwde in 1859 met jkvr. Catharina Johanna van Sminia (1834-1882) en in 1884 met Trijntje Looxma (1844-1907). Uit het eerste huwelijk werden vier kinderen geboren, onder wie jkvr. Wendelina Cornera van Panhuys (1861-1929) die trouwde met jhr. Helenus Marinus Speelman, 6e baronet (1852-1907); en jhr. Hobbe van Panhuys (1868-1907), burgemeester van Leek, lid provinciale staten van Groningen, kamerheer i.b.d.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]Van Panhuys was burgemeester van de Friese gemeente Tietjerksteradeel (1864-1880) en Groningen (1880-1883) en lid van Provinciale Staten van Friesland (1866-1883). Hij was commissaris des Konings in Groningen (1883-1893) en daarna, in 1893, gedurende korte tijd commissaris van de Koningin in Overijssel.
Als vicepresident van de Raad van State (1893-1897) was Van Panhuys geen succes. Hij nam ontslag om gezondheidsredenen (voortdurende slapeloosheid) en ging rentenieren. Van Panhuys was Minister van Staat vanaf 1898 tot zijn dood in 1907.
Door het overlijden van zijn kinderloze oom Ferdinand Folef von Innhausen und Kniphausen werd Johan Æmilius Abraham eigenaar van de borg Nienoord in Leek.
Overlijden
[bewerken | brontekst bewerken]Van Panhuys is samen met zijn tweede echtgenote, zoon Hobbe, schoondochter De Blocq van Scheltinga en huisknecht Meindert van Wijk verdronken toen het rijtuig waarin zij reisden ten gevolge van dichte mist in het Hoendiep geraakte.[3] De vier familieleden werden naast de kerk van Midwolde begraven.[4] Omdat zijn zoon Hobbe slechts twee minderjarige kinderen achterliet, die vervolgens door andere familieleden werden opgevoed, kwam ook een einde aan de bewoning van het huis Nienoord.
De dramatische dood van de vier familieleden en huisknecht - zij hadden zich in het rijtuig laten insluiten, omdat zij die dag bij een bank in Groningen een groot geldbedrag hadden opgenomen en de paniek van het verdrinkende vijftal was zo groot geweest, dat volgens ooggetuigen "de nagels in de leren kap van het rijtuig staken" - maakte in Groningen grote indruk.
Een stoet door paarden voortgetrokken rijtuigen heeft op 6 november 2007 ter nagedachtenis van de slachtoffers de fatale tocht langs het Hoendiep nogmaals gemaakt. Daarbij werd op de plaats van het ongeval een monument onthuld.[5]
Johan Æmilius Abraham van Panhuys was commandeur in de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau, commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]-
Het monument langs het Hoendiep in 2008
- De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.
Referenties
- ↑ RCE - Rijksmonument 485667 (Hereplein 4-5, Groningen)
- ↑ Het Verhaal van Groningen - Een snelle carrière, een tragisch einde - Jhr mr. Johan Aemilius Abraham van Panhuys. 1836-1907
- ↑ Hofman, Beno (2004) De Groningse geschiedenis in meer dan 100 verhalen. Amsterdam: Uitgeverij van Gennep ISBN 90-5515-467-9
- ↑ De knecht werd destijds apart begraven artikel Trouw d.d. 7 november 2007
- ↑ Dagblad van het Noorden, 7 november 2007: Bijzondere herdenkingsrit Van Panhuys
Voorganger: J.G.W.H. baron van Sijtzama |
Burgemeester van Tietjerksteradeel 1864-1880 |
Opvolger: S.B. Drijber |
Voorganger: B. van Roijen |
Burgemeester van Groningen 1880-1883 |
Opvolger: J.N.A. Bucaille |
Voorganger: L. graaf van Heiden Reinestein |
Commissaris van de Koning(in) van Groningen 1883-1893 |
Opvolger: C.C. Geertsema |
Voorganger: J.H. Geertsema Czn. |
Commissaris van de Koningin van Overijssel 1893 |
Opvolger: P. Lycklama à Nijeholt |
Voorganger: Jhr. G.C.J. van Reenen |
Vicepresident van de Raad van State 1893-1897 |
Opvolger: Jhr. J.W.M. Schorer |