Joop Schafthuizen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joop Schafthuizen
Gerard Reve en Joop Schafthuizen (1984)
Algemene informatie
Volledige naam Joop Schafthuizen
Bijnaam Matroos Vosch
Geboren 21 maart 1948
Schiedam
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Bekend van Gerard Reve
Portaal  Portaalicoon   Media

Joop Schafthuizen alias Matroos Vos of Matroos Vosch (Schiedam, 21 maart 1948) is de laatste partner van de Nederlandse schrijver Gerard Reve. Diens roman Wolf (1983) is aan Schafthuizen opgedragen.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Reve en Schafthuizen leefden samen vanaf 1975 tot en met Reves overlijden in 2006.[1] Schafthuizen werd vooral bekend als zaakwaarnemer van Reve, hij behartigde de financiële zaken van en voor de schrijver. Voordat Schafthuizen in Reves leven kwam, leidde de schrijver een financieel ongeorganiseerd bestaan. Schafthuizen stelde orde op zaken en begon met een uiterst zakelijke exploitatie van het werk van zijn levenspartner. Hij bemiddelde uit naam van Reve met uitgevers, tijdschriften, tv-programma's etc.. 'Niets voor niets', was het motto van Schafthuizen. Dat kwam hem niet altijd op vriendelijke reacties te staan. Schafthuizen is vaak gezien als profiteur; maar waarschijnlijk handelde hij zelden tegen de wil van Reve. In 1996 verkocht hij namens Reve het manuscript van de roman De avonden voor 160.000 gulden op een veiling. Het werd aangekocht door het Nederlands Letterkundig Museum. Hoofdconservator Anton Korteweg had dit ongekende bedrag in de media al voor de openbare veiling aangekondigd als het maximum waartoe het museum, dankzij een overheidssubsidie, kon gaan.

Schafthuizen was de drijvende kracht achter boeken als Archief Reve en Schoon schip die verspreid werk bevatten, en Album Reve, een fotoboek over het leven van de volksschrijver. Ook zorgde Schafthuizen voor de uitgave van een groot aantal brievenboeken, verschenen vanaf de jaren 80. Bovendien heeft Schafthuizen al het werk van Reve systematisch geordend. In tegenstelling tot eerdere geliefden van Reve ('Wimie', 'Teigetje' en 'Woelrat') is er geen boek aan Schafthuizen gewijd (Moeder en Zoon is aan hem opgedragen en hij komt er ook heel bepalend in voor). Schafthuizen voorkwam elk contact van Reve met Van Albada en Van Manen. Met de voormalige echtgenote van Reve, Hanny Michaelis, bestond wel contact. Schafthuizen heeft tot het einde van Reves leven voor de schrijver gezorgd, ook in de periode dat deze aan dementie leed.

Controverses[bewerken | brontekst bewerken]

Beschuldigingen van zedenfeiten met minderjarigen[bewerken | brontekst bewerken]

Reve en Schafthuizen woonden aanvankelijk in Schiedam, later in Machelen-aan-de-Leie (België). Schafthuizen kreeg in Machelen een ernstig probleem met de wet toen hij een al te intieme relatie bleek na te streven met een dertienjarige buurjongen. Uiteindelijk werd Schafthuizen in 2003 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden en psychiatrische behandeling wegens aanranding van deze jongen en het bezit van kinderporno.[2] Een gevolg van de verdenking van kindermisbruik en het bezit van kinderporno was dat de Prijs der Nederlandse Letteren aan Reve in 2001 niet door koning Albert II van België, maar door de algemeen secretaris van de Taalunie werd uitgereikt.[3]

Verbod op publicatie[bewerken | brontekst bewerken]

Eind 2010 kwam Schafthuizen in het nieuws doordat hij weigerde in te stemmen met de verschijning van deel III (De late jaren 1975 - 2006) van de Reve-biografie van Nop Maas, waardoor de publicatie werd vertraagd.[4] Na een rechterlijke uitspraak op 26 juni 2012 verscheen het boek alsnog in oktober van dat jaar.[5]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Nop Maas: Uren met Joop Schafthuizen, uitgeverij onder de Korenmaat, 2021.