Kabinetsformatie Nederland 1994

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Happytravels (overleg | bijdragen) op 4 okt 2016 om 13:55. (lf)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De Nederlandse kabinetsformatie van 1994 volgde op de Tweede Kamerverkiezingen van 3 mei dat jaar en leidde op 22 augustus 1994 tot het aantreden van het kabinet-Kok I.

De verkiezingen betekenden een groot verlies van de regeringspartijen CDA (-20 zetels) en PvdA (-12). Ondanks het verlies werd de PvdA echter de grootste partij van Nederland. Grote winst was er voor VVD (+9), D66 (+12) en nieuwkomer AOV (+6). Het zittende Kabinet-Lubbers III had 71 zetels over van de 103 en dus was er geen meerderheid.

Twee dagen later werd duidelijk dat een combinatie van PvdA, VVD en D66 als eerste zou worden onderzocht. Deze combinatie deed het meeste recht aan de verkiezingsuitslag, omdat de grootste partij en de twee grootste winnaars erin vertegenwoordigd waren.[1] In de avond van 6 mei werd Herman Tjeenk Willink (PvdA) benoemd als informateur, met als opdracht het onderzoeken van de haalbaarheid van een paarse coalitie. De drie potentiële regeringspartijen hadden samen 92 zetels. Ondanks twijfels van Frits Bolkestein was de uitkomst van deze fase dat een drietal informateurs zou worden benoemd.[2]

Na deze verkenningsronde werden op 14 mei Klaas de Vries (PvdA), Gijs van Aardenne (VVD) en Jan Vis (D66) benoemd tot informateurs. Hun opdracht was om te werken aan een regeerakkoord, als begeleiders van de onderhandelingen tussen de drie partijen. Op 3 juni bereikten de onderhandelaars Wim Kok, Frits Bolkestein en Hans van Mierlo een akkoord op hoofdlijnen. Vooral over de bezuinigingen die men nodig achtte voor lastenverlichting en over inkomenspolitiek was men het nog niet eens.[3] Hierna werd de toon in de formatie scherper: vooral voor Bolkestein gingen de bezuinigingen niet ver genoeg. Ook het asielbeleid kon strenger. Uiteindelijk stapte de VVD op 27 juni uit de onderhandelingen.[4]

Hiermee lagen de kansen voor de vier grote partijen weer open. Herman Tjeenk Willink werd opnieuw benoemd tot verkennend informateur. Andere coalities bleken niet haalbaar te zijn, omdat D66 weigerde deel te nemen aan een kabinet met CDA en VVD, terwijl het CDA niet wilde aanschuiven bij PvdA en D66. De PvdA voelde op haar beurt niet voor een brede coalitie met CDA en VVD.[5]

Op 7 juli werd Wim Kok benoemd tot informateur. Hij kreeg als opdracht het schrijven van een conceptversie van het regeerakkoord. Bijna drie weken later, op 25 juli, presenteerde Kok zijn plannen. Het CDA, de VVD en D66 konden zich vinden in de plannen. Hoewel er wel kritiek was vanuit de VVD, wilde men het toch opnieuw proberen.[6] Op 13 augustus werd het definitieve regeerakkoord gepresenteerd, waarna op 22 augustus de nieuwe ministersploeg werd beëdigd.