Naar inhoud springen

Klein liefdegras

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 20 sep 2018 om 18:26. (-/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Klein liefdegras
Habitus
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Chloridoideae
Geslachtengroep:Eragrostideae
Geslacht:Eragrostis (Liefdegras)
Soort
Eragrostis minor
Host. (1809)
Klein liefdegras
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Klein liefdegras op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Klein liefdegras (Eragrostis minor) is een eenjarige tredplant uit de grassenfamilie (Poaceae). De soort komt sinds het eind van de 18e eeuw als neofyt voor in Midden-Europa, vooral in stedelijke gebieden.

De plant wordt 5–50 cm hoog. De 15–50 cm lange, 1–2 mm brede, liggende of opstijgende stengel heeft 3-4 knopen. Het jongste blad van een spruit is ingerold. De bladschijf is 3–12 cm lang en 1–5 mm breed. De randen van de bladschijf, de nerven van de bladschede en de steeltjes van de aartjes zijn spaarzaam bezet met kratervormige klierputjes. Op de bladscheden zitten lange, zachte haren. Op de overgang bladschede bladschijf zitten 1–2 mm lange wimpers. Het oortje bestaat uit een rij haartjes.

Klein liefdegras bloeit van juli tot in oktober met een tamelijk losse bloeiwijze, waarvan de onderste takken alleenstaand zijn of met twee bijeen. De aartjes zijn 4–11 mm lang en hebben 5-12 (20) bloemen. De kelkkafjes zijn ongeveer even lang als het aartje. Het onderste kroonkafje (lemma) is meestal zwartpaars gekleurd.

De 2-3 meeldraden zijn 0,3-0,3 mm lang.

De langwerpige, roodbruine graanvruchten ("zaden") zijn 0,7-0,8 mm lang.

Klein liefdegras komt voor op open, bewerkte of betreden, vaak stenige grond. Vooral langs spoorwegen en wegranden.

Systematiek

De eerste beschrijving van klein liefdegras is van Carl Linnaeus in 1753 in Species Plantarum, 1, blz. 68 onder de naam Poa eragrostis. De naam Eragrostis minor werd in 1809 door Nikolaus Thomas Host in Icones et Descriptiones Graminum Austriacorum, 4, 15 gebruikt. Verdere synoniemen voor Eragrostis minor Host zijn: Eragrostis poaeoides P.Beauv. ex Roem. & Schult., Eragrostis suaveolens A.K.Becker ex Claus.[1]

Bronnen

Zie de categorie Klein liefdegras van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.