Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hodshon Huis, zetel van de Maatschappij aan het Spaarne
Huldiging van Professor Hendrik Lorentz bij de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen in 1925, met als aanwezigen onder meer Marie Curie, Pieter Zeeman en Albert Einstein
Illustratie uit Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen uit 1779.

De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) is een wetenschappelijk genootschap opgericht in 1752 te Haarlem. Het predicaat Koninklijk kreeg zij in 2002, bij haar 250-jarig bestaan. De KHMW zetelt sinds 1841 in het Hodshon Huis aan het Spaarne in Haarlem. Koning Willem-Alexander is beschermheer en Louise Gunning-Schepers is voorzitter.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De vereniging werd als Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen opgericht op 21 mei 1752 en is daarmee het oudste wetenschappelijk genootschap in Nederland. De maatschappij werd opgericht door onder meer de Haarlemse burgemeester Arent de Raet, die tevens de eerste voorzitter was, en de Lutherse predikant Van der Aa, de eerste secretaris. Nadat de Universiteit van Leiden had bedongen dat de Maatschappij geen colleges mocht geven te Haarlem en de publicaties alleen in het Nederlands mochten verschijnen, om te voorkomen dat ze een concurrent zou zijn voor Leiden, werd de Maatschappij in 1761 goedgekeurd, en werd het octrooi verleend.

In 1777 werd de "Oeconomische Tak" opgericht met als doel het bevorderen van de economie. Door succes werd deze tak in 1797 verzelfstandigd, en ging zij verder onder de naam Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel.

In 2002, bij het 250-jarig bestaan van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, werd het predicaat Koninklijk verleend.

Sinds 2007 kent de maatschappij een intensieve samenwerking met de Nationale Denktank, aanvankelijk onder de naam "De Jonge Maatschappij". De alumni van de Nationale DenkTank worden betrokken bij de activiteiten van de Maatschappij en omgekeerd worden de ca. 350 "directeuren" en ca. 450 leden[1] van de Maatschappij betrokken bij de activiteiten van de Nationale DenkTank.

Uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

In de beginjaren van haar bestaan deed de Maatschappij enkele wetenschappelijke tijdschriften verschijnen, zoals de "Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen" en "Natuurkundige Verhandelingen", maar toen er een grote verscheidenheid aan vakbladen verscheen in het Nederlands is zij overgestapt op het subsidiëren van die vakbladen in plaats van het zelf uitgeven ervan. Vandaag de dag geeft de Maatschappij zo nu en dan nog een publicatie uit zoals Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, en sinds 1946 de Haarlemse Voordrachten.

Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]

Daarnaast is de Maatschappij vooral ook beroemd geworden om het uitschrijven van diverse prijsvragen. Tussen 1753 en 1917 zijn 1206 prijsvragen uitgeschreven betreffende diverse wetenschappelijke vraagstukken. Ook hiervan is de Maatschappij op een gegeven moment afgestapt, en is men wetenschappelijke projecten gaan subsidiëren. Ook geeft de Maatschappij tegenwoordig een aantal prijzen uit, zoals de Akzo Nobel Science Award, de Irispenning en de Hollandsche Maatschappij Prijzen voor Jong Talent.

Kabinet en bibliotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Zoals in die tijd gebruikelijk was bij wetenschappelijke genootschappen, bezat de Maatschappij ook een eigen 'Kabinet van Naturaliën' en een eigen bibliotheek. Het naturaliënkabinet, waarin collecties van enkele verzamelaars waren opgenomen, was vanaf 1759 opgengesteld voor publiek, en had onder andere een populariserende functie. Doordat in de loop van de negentiende eeuw de musea in opkomst kwamen, en de functie van het kabinet verloren ging, werd in 1866 besloten om het op te doeken.

De bibliotheek diende vooral voor het verzamelen van wetenschappelijke literatuur. Vroeger was het veel moeilijker voor geleerden om toegang te vinden tot de benodigde literatuur. Aan de universiteit werd nog nauwelijks gedoceerd in bepaalde wetenschapsgebieden; zo werden de natuurwetenschappen lange tijd niet zelfstandig gedoceerd, maar waren zij ondergebracht bij bijvoorbeeld filosofie en geneeskunde. Naarmate het universitaire klimaat verbeterde verwaterde de functie van de Bibliotheek van de Maatschappij, en de bibliotheek werd in 1946 dan ook samengevoegd met die van het Teylers Museum, dat tegenover het Hodshon Huis ligt en een nauwe band heeft met de Maatschappij.

Het archief van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen wordt bewaard bij het Noord-Hollands Archief in Haarlem.

Bekende leden en "directeuren"[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

  • Robert Forbes (1963). "De geleerde genootschappen in ons land". In: Natuur en Techniek, 31e jaargang, no 11, blz. 380-384.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.