Letterwisselspel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lewis Carroll

Het letterwisselspel is een woordspel waarbij het, anders dan bij andere woordspelen, niet de bedoeling is een nog onbekend woord te vinden, maar een (zo kort mogelijke) route te ontdekken waarlangs het ene woord kan worden omgezet in een ander woord.

Het letterwisselspel is in 1877 bedacht door Lewis Carroll, de schrijver van Alice in Wonderland, voor Julia Huxley en Ethel Arnold. Hij schreef de regels op in 1878 en publiceerde vanaf 1879 artikelen in het tijdschrift Vanity Fair. Later dat jaar werden de regels gepubliceerd in het boek Doublets, a word-puzzle, by Lewis Carroll. In die tijd werden er ook openbare competities gehouden in het vinden van doubletten.[1]

Spelregels[bewerken | brontekst bewerken]

Vanuit een beginwoord probeer je via een aantal tussenstappen naar een vooraf opgegeven ander woord te springen door telkens één letter te veranderen, weg te halen of toe te voegen. Elke tussenstap moet een bestaand woord zijn van minstens drie letters. Vervoeging van een werkwoord of verbuiging van een naamwoord is daarbij toegestaan.

Van 'tafel' kun je naar 'stoel' met de volgende stappen: tafel ↔ takel ↔ taken ↔ teken ↔ teen ↔ steen ↔ steel ↔ stoel.

Een tweetal woorden dat op deze wijze stapsgewijs in elkaar kan worden omgezet heet een doublet. Het paar (tafel, stoel) uit het bovenstaande voorbeeld is dus een doublet.

Nog een doublet (nu in vijf stappen): aap ↔ lap ↔ las ↔ les ↔ lens ↔ mens

Bij woorden die ontstaan zijn door samenvoeging van twee woorden, kom je vaak niet verder, omdat veranderen van een letter in het ene deel van het woord geen goede combinatie geeft met het andere deel. Daarom is het toegestaan een spatie als een letterteken te beschouwen, dat tussen de beide delen kan worden ingevoegd en later weer weggehaald. Er ontstaan dan tijdelijk twee woorden, die los van elkaar kunnen worden gewijzigd om ze op een geschikt moment weer samen te voegen.

Zo kun je van 'koelkast' naar 'keuken': koelkast ↔ koel kast ↔ doel kat ↔ doen kan ↔ doe ken ↔ doeken ↔ deken ↔ keken ↔ keuken.

Dezelfde methode kan ook worden toegepast bij woorden die niet uit een samenvoeging zijn ontstaan, mits de beide delen waarin het woord wordt gesplitst op zichzelf correcte woorden zijn.

Van 'centrum' naar 'midden': centrum ↔ cent rum ↔ vent rem ↔ ven hem ↔ men hen ↔ min den ↔ minden ↔ midden.

Bijzondere varianten[bewerken | brontekst bewerken]

Door extra regels toe te voegen ontstaan bijzondere varianten van het letterwisselspel. Er zijn drie varianten: de diagonaal, de zandloper en de kring.

een zandloper
diagonaal met zeven letters
een kring

Diagonaal[bewerken | brontekst bewerken]

De diagonaal ontstaat door de opdracht vanuit het beginwoord eerst alleen de eerste letter te wisselen, vervolgens de tweede, daarna de derde, enz. Er mogen geen letters worden toegevoegd of weggelaten. Het eindwoord wordt dan letter voor letter van links boven naar rechts onder zichtbaar op de diagonaal van de onder elkaar geschreven woorden.

Het niet mogen toevoegen of weglaten van letters en vooral ook de verplichte volgorde van wisselen maken het moeilijk diagonalen te vinden. Tot 2012 waren alleen diagonalen met drie, met vier en met vijf letters bekend. Vanaf 2012 zijn er ook diagonalen met zes letters gevonden. Een voorbeeld: klopje ↔ slopje ↔ stopje ↔ stapje ↔ stadje ↔ stadie ↔ stadig. Of: kisten ↔ visten ↔ vesten ↔ verten ↔ verzen ↔ verzin ↔ verzit. Sindsdien is gezocht naar diagonalen met zeven of meer letters. Zes jaar later, in 2018, is inderdaad de hiernaast weergegeven diagonaal met zeven letters gevonden.[2] Het wachten is nu op een diagonaal met acht of meer letters.

Zandloper[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de zandloper mogen geen letters gewisseld worden. Vanuit een beginwoord wordt regel na regel één letter weggelaten totdat het kleinste woord van de zandloper is bereikt. Daarna wordt weer telkens één letter toegevoegd totdat een eindwoord is gevonden dat even lang is als het beginwoord. De symmetrische vorm van de onder elkaar geschreven woorden doet denken aan een zandloper.

Ook nu gaat het er om een zandloper te vinden met een maximaal aantal woorden. Een variant op de zandloper is de piramide, waarbij men begint met het kleinste woord en dan steeds een letter toevoegt tot een bepaald eindwoord is bereikt. Dit is dan het langste woord. Deze variant werd ook gebruikt als finalespel in de TV-programma's Topscore en Puzzeltijd.

Kring[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de kring zijn een aantal vaste woorden gegeven, die een natuurlijk verband met elkaar hebben. Het laatste woord is gelijk aan het eerste woord, zodat een kring ontstaat. Een voorbeeld: noord - oost - zuid - west - noord.

Letters mogen nu zowel gewisseld als toegevoegd of weggelaten woorden. Bij de tussenstappen mag eenzelfde woord niet meerdere keren gebruikt worden.

Anders dan bij de diagonaal en de zandloper wordt er bij de kring naar gestreefd de ketting zo kort mogelijk te houden.

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Onderwijs[bewerken | brontekst bewerken]

De laatste variant van de woordketting, die in het basisonderwijs gebruikt wordt bij het taalonderwijs, is een letterwisselspel. Terwijl de andere varianten van de woordketting gebruikt kunnen worden om in de lagere groepen de woordenschat te vergroten en de spelling te verbeteren, komt bij het letterwisselspel in groep 8 door vervoeging en verbuiging van woorden ook de grammatica aan de orde. Een voorbeeld: om van 'hiel' naar 'voet' te gaan worden de onvoltooid verleden tijd van het werkwoord vallen en de gebiedende wijs van het werkwoord voelen als tussenstappen gebruikt. De woordketting is dan: hiel ↔ viel ↔ voel ↔ voet.

Niet alleen op de basisschool, maar ook in het hoger onderwijs blijkt het letterwisselspel bruikbaar. Zo gebruikt de universiteit van Gent het letterwisselspel (daar 'woordketting' genoemd) in haar programmeercursus, ditmaal niet om de taalvaardigheid, maar om de vaardigheid in programmeren te bevorderen.[3]

Ontspanning[bewerken | brontekst bewerken]

Het letterwisselspel is geschikt als gezelschapsspel. De competities, die in de tijd van Caroll werden gehouden, zijn een voorbeeld daarvan. De winnaar van het spel is dan wie het minste aantal stappen nodig heeft. Ook kan worden afgesproken, dat wie het snelst de verbinding heeft gelegd, gewonnen heeft. Het kan ook zonder medespelers gespeeld worden en dienen als tijdverdrijf. In deze vorm staat het ook vaak als puzzel in puzzelboeken. Het begin- en eindwoord zijn dan vaak al gegeven en dan dient men alleen de tussengelegen woorden in te vullen. Ook de zandloper staat vaak in puzzelboeken.