Lignocerinezuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lignocerinezuur
Structuurformule en molecuulmodel
Algemeen
Molecuulformule C24H48O2
IUPAC-naam n-tetracosaanzuur
Molmassa 368,63 g/mol
SMILES
O=C(O)CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
InChI
1/C24H48O2/c1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-24(25)26/h2-23H2,1H3,(H,25,26)
CAS-nummer 557-59-5
EG-nummer 209-180-7
PubChem 11197
Wikidata Q422634
Vergelijkbaar met Beheenzuur
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Smeltpunt 87,5 °C
Slecht oplosbaar in water
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Lignocerinezuur is een carbonzuur, een onvertakt verzadigd vetzuur met formule C23H47COOH.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Het is als vrij vetzuur, alcohol (tetracosanol) of in estervorm slechts in zeer lage concentraties aanwezig in gebruikelijke commerciële plantaardige oliën, behalve pindaolie waarvan het ongeveer 1% uitmaakt. De olie afkomstig uit de zaden van Adenanthera pavonina L. (Engelse naam: red sandalwood tree) bevat tot 25% lignocerinezuur; andere mogelijke bronnen zijn carnaubawas (30%) en rijstzemelenwas (rice bran wax) (40%). De residu's van het sulfaat- of Kraft-proces voor het maken van cellulose uit hout bevatten natriumzouten van vetzuren, waaronder lignocerinezuur.[1]

De olie die uit de dunne pel rond pinda's bekomen wordt, is een potentiële commerciële bron van beheenzuur en lignocerinezuur.[2]

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

Samen met het vergelijkbare vetzuur beheenzuur kan lignocerinezuur in cosmetica gebruikt worden omwille van de bevochtigende en verzachtende werking. Het zou kunnen gebruikt worden in hairconditioners, huidcrèmes en -oliën.[1]