Louise Marie van Orléans

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Louise Marie van Orléans
1812-1850
Portret Louise Marie van Orléans, 1841
door Franz Xaver Winterhalter
Eerste koningin der Belgen
Periode 1832-1850
Voorganger -
Opvolger Marie Henriëtte van Oostenrijk
Geboren 3 april 1812
Palermo
Overleden 11 oktober 1850
Oostende
Vader Lodewijk Filips I van Frankrijk
Moeder Marie Amélie van Bourbon-Sicilië
Dynastie Orléans
Partner Leopold I van België
Kinderen Lodewijk Filips
Leopold
Filips
Charlotte
Handtekening Handtekening

Verenigd Wapen van Koning Leopold I
en Koningin Louise Marie
Portaal  Portaalicoon   België

Louise Marie Thérèse Charlotte Isabelle (Palermo, 3 april 1812 - Oostende, 11 oktober 1850), kortweg koningin Louise-Marie, was de eerste koningin der Belgen, echtgenote van de Belgische koning Leopold I. Ze was de dochter van koning Lodewijk Filips van Frankrijk en koningin Marie Amélie van Bourbon-Sicilië.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Door haar kwartierstaat had ze een schitterende kans om te huwen. Ze had banden met verschillende belangrijke staatshoofden. Zo waren keizer Frans II, koning Karel Felix van Sardinië, koning Ferdinand VII van Spanje en Frans I der Beide Siciliën allen ooms van haar. Maria Louise van Savoye was haar groottante.

Ze werd geboren in het Palazzo d'Orléans in Palermo op Sicilië.

Louise Marie kreeg van haar vader een privéappartement in het Kasteel van Versailles; daar bracht ze haar jeugd door.

Huwelijk[bewerken | brontekst bewerken]

Op 9 augustus 1832 trouwde zij ronduit tegen haar zin, met Leopold I, de eerste koning der Belgen. Door haar huwelijk werd ze onmiddellijk koningin der Belgen. Het huwelijk werd gezien als een politieke zet. Het verenigde een Duitse dynastie onder het oog van het Verenigd Koninkrijk met Frankrijk.

Het huwelijk zelf werd volgens de oecumenische ritus gesloten, met een katholieke en een protestantse dienst.

Louise Marie schonk het leven aan de eerste prinsen en prinses van de Belgische dynastie:

Dood en begrafenis[bewerken | brontekst bewerken]

In februari 1848 verdreven rellen in Parijs koning Lodewijk Filips van zijn troon. De septuagenarische vorst is gedwongen zijn toevlucht te nemen tot de koninklijke familie in Groot-Brittannië. De angsten van deze revolutionaire dagen brachten een vreselijke slag toe aan de gezondheid van de koningin.

Louise Marie van Orléans werd in 1849 ziek. Ze leed hoogstwaarschijnlijk aan tuberculose.

In augustus 1850, tijdens een dienst in de Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele ter nagedachtenis aan koning Lodewijk Filips, die net was overleden in ballingschap in Claremont (Groot-Brittannië), wankelde Louise Marie terwijl ze rond de catafalk liep. De koning moest haar ondersteunen. Ten einde raad stuurde Leopold haar op advies van de artsen naar Oostende. Men hoopte dat ze op krachten kon komen in de koninklijke zomerresidentie in de Langestraat, die Leopold I sinds 1835 huurde.

Op 5 oktober 1850 begon haar doodsstrijd. Ze kreeg bezoek van de Franse koninklijke familie. Daarnaast werd ze bijgestaan door haar moeder, de Gravin d'Hulst en haar kinderen. Op 11 oktober 1850, om 8.10 uur, op 38-jarige leeftijd, overleed Louise Marie in het bijzijn van haar echtgenoot, haar moeder en haar kinderen. Haar dood werd in een proces-verbaal bevestigd door de ministers Charles Rogier en Victor Tesch. Haar lichaam werd drie dagen later per trein overgebracht naar Brussel. De kinderen van Louise Marie werden bijgestaan door de Gravin d'Hulst. Leopold II had, door zijn regelmatig verblijf in Oostende als kind en de dood van zijn moeder aldaar, bijzondere herinneringen aan deze stad. Hij zou later Oostende uitbouwen tot de koningin der badsteden.

Overeenkomstig de wens van de overledene vond de begrafenis plaats in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken en werden haar stoffelijke resten in de crypte van de kerk geplaatst. De crypte wordt dan de begraafplaats van de leden van de Belgische koninklijke familie. "Haar dood is net zo heilig als haar leven," zei de koning, die vijftien jaar na zijn vrouw zou overlijden. Hij werd naast haar begraven in de koninklijke crypte. Haar zoon Leopold II richtte in Oostende een gedenkteken voor haar op in de vorm van een mausoleum aan de nieuwe Sint-Petrus-en-Pauluskerk.

Acht jaar later, toen de hertog en hertogin van Brabant, erfgenamen van de troon, hun eerste dochter kregen, noemde koningin Marie-Amélie het kind Louise naar haar grootmoeder.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Eretekens en nagedachtenis[bewerken | brontekst bewerken]

Eretekens[bewerken | brontekst bewerken]

Nagedachtenis[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een Ramblerroos, een klimroos met witte bloemen, werd in 1829 aan haar opgedragen door de rozentuinier Jacques onder de naam 'Prinses Louise'.
  • In Namen is een park naar haar vernoemd.
  • Het in 1850 gestichte dorpje Louise-Marie, in het zuiden van Etikhove op de grens met Ronse, is naar Louise Marie van Orléans vernoemd. Zij overleed op de dag van de eerstesteenlegging van de plaatselijke kerk.

Wapenschilden[bewerken | brontekst bewerken]


Verenigd Wapen van Koning Leopold I
en Koningin Louise Marie

Monogram van Koningin Louise Marie

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

Voorouders van Louise Marie van Orléans
Overgrootouders Lodewijk Filips I van Orléans (1725-1785)
∞ 1743
Louise Henriëtte van Bourbon (1726-1759)
Lodewijk Jan Maria van Bourbon (1725-1793)
∞ 1744
Maria Theresia van Modena (1726-1754)
Karel III van Spanje (1716–1788)
∞ 1738
Maria Amalia van Saksen (1724–1760)
Keizer Frans I Stefan (1708-1765)
∞ 1736
Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)
Grootouders Lodewijk Filips II van Orléans ((1747-1793)
∞ 1769
Louise Marie Adélaïde van Bourbon (1753-1821)
Ferdinand I der Beide Siciliën (1751-1825)

Maria Carolina van Oostenrijk (1752-1814)
Ouders Lodewijk Filips I van Frankrijk (1773-1850)
∞ 1809
Marie Amélie van Bourbon-Sicilië (1782-1866)
Louise Marie van Orléans (1812-1850)

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Louise of Orléans op Wikimedia Commons.