Witstaartvliegenvanger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Microeca fascinans)
Witstaartvliegenvanger
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Witstaartvliegenvanger
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Petroicidae (Australische vliegenvangers)
Geslacht:Microeca
Soort
Microeca fascinans
(Latham, 1801)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Witstaartvliegenvanger op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De witstaartvliegenvanger ook wel Lathams vliegenvanger (Microeca fascinans oude naam: M. leucophaea) is een vogel uit de familie van de Australische vliegenvangers (Petroicidae).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De witstaartvliegenvanger is een vertederend, klein bruin vogeltje, 12 tot 14,5 cm lang. De vogel is van boven grijsbruin en van onder vuilwit. Hij heeft een kleine insectenetersnavel en een witte streep tussen de snavel en het oog en witte oogleden. De staart is donkerbruinzwart met witte buitenste staartpennen. In Australië bestaan allerlei koosnamen voor deze vogel zoals Jacky Winter, Peter Peter (dit slaat op het geluid, dat klinkt als een helder, verdragend Pieter-pieter), Postsitter, Postboy en Stumpbird.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Deze vogel komt door heel Australië (behalve Tasmanië) voor en de ondersoort M. fascinans zimmeri komt voor rond Port Moresby op Papoea-Nieuw-Guinea. Het leefgebied van de witstaartvliegenvanger bestaat uit half open landschappen en gebieden met struikgewas afgewisseld met grote dode bomen of aangeplante bomen langs waterlopen, boomgaarden en parken. De vogel mijdt gebieden die geschikt worden gemaakt voor menselijke bewoning.

Nest

De soort telt 4 ondersoorten:

  • M. f. zimmeri: zuidoostelijk Nieuw-Guinea.
  • M. f. pallida: noordelijk Australië.
  • M. f. fascinans: oostelijk en zuidoostelijk Australië.
  • M. f. assimilis: zuidwestelijk, centraal en zuidelijk Australië.

Broedgedrag[bewerken | brontekst bewerken]

Het nest wordt gemaakt op een bijna horizontale tak, in de vork. Het is een klein nestje met een ondiepe kom, gemaakt van droog gras, gecamoufleerd met korstmos en "vastgeplakt" aan het hout met spinnenwebdraad. Hierin legt de witstaartvliegenvanger twee eitjes.