Naar inhoud springen

Miklós Rózsa

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Miklós Rózsa
Miklós Rózsa
Algemene informatie
Volledige naam Miklós Rózsa
Alias Nic Tomay
Geboren 18 april 1907
Geboorteplaats BoedapestBewerken op Wikidata
Overleden 27 juli 1995
Overlijdensplaats Los AngelesBewerken op Wikidata
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Genre(s) filmmuziek, symfonische muziek, HaFaBramuziek
Beroep componist, muziekpedagoog, musicoloog en dirigent
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Miklós Rózsa (Boedapest, 18 april 1907Hollywood, 27 juli 1995) was een Amerikaans componist, muziekpedagoog, musicoloog en dirigent van Hongaarse geboorte. Voor bepaalde werken gebruikte hij het pseudoniem: Nic Tomay.

Rózsa kreeg op 5-jarige leeftijd viool- en altvioollessen van zijn oom Lajos Berkovits in zijn geboortestad. Berkovits was lid van het orkest van de Koninklijke Hongaarse opera. Van zijn moeder, die een collega van Béla Bartók aan het conservatorium in Boedapest geweest was, leerde hij pianospelen. Op het gymnasium werd hij voorzitter van het "Ferenc Liszt-gezelschap" en zette zich voor de uitvoering van eigentijdse Hongaarse muziek in. De familie had een eigen huis in Nagylóc, noordelijk van Boedapest. Daar kwam hij met muziek van de plattelandsbevolking (boeren en zigeuners) in contact. Aldaar musiceerde hij met muzikanten en verzamelde melodieën. Op 7-jarige leeftijd schreef hij zijn eerste kleine stukken.

Van 1925 tot 1929 bezocht hij de Felix Mendelssohnschool voor muziek en theater te Leipzig en studeerde compositie bij Hermann Grabner, alsook aan de Universiteit Leipzig musicologie bij Theodor Kroyer. In 1929 gingen zijn Noord-Hongaarse Boerenliederen en -dansen, voor viool en orkest, op.5a in première.

In de lente van 1931 reisde Rózsa naar Parijs, waar hij kennis maakte met Arthur Honegger, Charles–Marie Widor en Pierre Monteux. In 1932 woonde hij in Parijs. Het jaar daarop ging zijn Thema, Variaties en Finale, voor orkest, op. 13 in Duisburg in première. Dit werk werd in de daarop volgende 3 jaren meer dan 60 keer in heel Europa uitgevoerd.

Voor de filmmaatschappij Pathé Nathan schreef Rózsa filmmuziek en talrijke fanfares onder zijn pseudoniem Nic Tomay.

Tussen 1935 en 1939 pendelde Rózsa voortdurend tussen Parijs en Londen. Zijn eerste verblijf in Londen begon met een gelukkig toeval. Kort naar zijn aankomst kreeg hij de opdracht, de muziek voor een Hongaarse balletproductie te schrijven. Het ballet, getiteld Hungaria, werd twee jaar met succes in Londen uitgevoerd. Omdat hij als student eenvoudig aan een verblijfsvergunning kwam, werd Rózsa student aan het Trinity College of Music in het vak koordirectie.

Toen de Franse regisseur Jacques Feyder in 1936 naar Londen kwam, ging hij samen met Rózsa naar de balletuitvoering van Hungaria en vroeg de jonge componist daarop, de muziek voor zijn film Knights without Armour te schrijven. In de filmstudio van de Hongaar Alexander Korda werden de contracten ondertekend. In zijn autobiografie schreef Rózsa later, dat toen zijn muzikaal dubbelleven begonnen is. A Double Life was ook de titel van deze, in 1982 gepubliceerde autobiografie, omdat hij zijn werk enerzijds voor de film, en anderzijds voor de concertzaal als muzikaal dubbelleven opvatte.

In 1937 en 1938 werd hij met de Franz-Joseph-Prijs van zijn geboortestad Boedapest onderscheiden.

In de zomer 1940 emigreerde hij naar de Verenigde Staten; hij woonde in Hollywood. De filmmuziek voor The Jungle Book was zijn eerste compositie in de nieuwe wereld. In 1943 dirigeerde hij zijn eerste concert met het bekende Hollywood Bowl Orchestra.

Vanaf 1945 doceerde hij aan de University of Southern California in Los Angeles. Een van zijn leerlingen was Jerry Goldsmith.

Voor de filmmuziek tot Spellbound (1945) en A Double Life (1947) werd hij in korte tijd twee keer met de Academy Award onderscheiden. Hij was dé componist bij MGM (Metro Goldwyn Mayer Studios) van 1949 tot 1962. Zijn bekendste compositie in dit genre is de filmmuziek voor de film Ben-Hur uit 1959. Voor deze filmmuziek kreeg hij zijn derde Oscar (Academy Award).

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1929 Rapsodie, voor cello en orkest, op.3
  • 1929 Variaties op een Hongaars boerenlied, voor viool en orkest, op.4
  • 1929 Noord-Hongaarse Boerenliederen en -dansen, voor viool en orkest, op.5a
  • 1930 rev.1993 Symfonie, op.6, revisie C. Palmer, als op.6a;
  • 1930 Scherzo, op.11
  • 1932 rev.1932 Serenade, voor klein orkest, op.10, revisie als op.25;
  • 1933 rev.1943 Thema, Variaties en Finale, op.13a
  • 1943 rev.1957 Concert, voor strijkers, op. 17
  • 1946 Hongaarse serenade, voor klein orkest, op.25
  • 1947 Kaleidoscope, op.19
  • 1948 3 Hongaarse schetsen, op.14
  • 1952 De dochter van de wijnboer, 12 variaties op een Frans volksliedje, op. 23
  • 1956 Vioolconcert, op. 24
  • 1957 Overture voor een symfonisch concert, op.26
  • 1959 Background to Violence-suite (uit de films: "Brute Force", "The Naked City" & "The Killers")
  • 1964 Notturno Ungherese, op. 28
  • 1966 Sinfonia concertante, op.29
  • 1967 Pianoconcert, op.31
  • 1971 Celloconcert, op.32
  • 1972 Tripartita, op.33
  • 1979 Altvioolconcert, op.37
  • 1984 Spellbound Concerto, voor 2 piano’s en orkest
  • 1984 New England Concerto, voor 2 piano’s en orkest (uit de films: Lydia and Time out of Mind)
  • 1992 Andante, voor strijkorkest, op.22a

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1951 "Triomfmars" uit de filmmuziek tot "Quo Vadis", voor harmonieorkest
  • 1959 Spellbound concerto, voor twee piano's en harmonieorkest - bewerking: T. R. Bennett
  • 1982 Fantasy, voor koperblazers, pauken en orgel
  • El Cid, concertmars
  • Concertouverture, voor harmonieorkest, op. 26
  • Ouverture uit de filmmuziek tot "Ben Hur", voor harmonieorkest
  • «Parade Of The Charioteers» uit de film "Ben Hur"

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]

Muziek voor films

[bewerken | brontekst bewerken]
  • (On): genomineerd voor een Oscar
  • (O): winnaar van een Oscar
  • The Music of the Movies, AFI Seminar, February 15, 1984 (8:00 pm.). Tape recording of the seminar is held at the AFI/Louis B. Mayer Library (Los Angeles)
  • A Double Life. The Autobiography of Miklós Rózsa, Composer in the Golden Years of Hollywood, Tunbridge Wells [...]: Midas Books [...] 1982. - Repr. New York: Wynwood Press 1989., 224 p., ISBN 0-85936-209-4
  • Eletem történeteiből. (Von den Geschichten meines Lebens), Budapest: Zeneműkiadó 1980. 177 p., ISBN 963-330-354-0
  • Roland Mörchen: Grandiose Klangspektren. Miklós Rózsa zum 100. Geburtstag, in: Film-Dienst 60,8, 2007, S. 42-44
  • Stephane Chanudaud: Miklos Rozsa, in: Positif, 468, Fév. 2000, S. 97-101
  • James Southall: Miklos Rozsa at MGM, in: Film Score Monthly 5,2, 2000, S. 43-44
  • William Darby: American film music : major composers, techniques, trends, 1915-1990, Jefferson, North Carolina, and London: McFarland & Company, Inc., 1999. 623 p., ISBN 978-0-7864-0753-8
  • Matthias Keller: Miklós Rózsa. Retrospektive, Filmmuseum im Münchner Stadtmuseum, München: Selbstverlag 1998
  • James Pavelek: Miklos Rozsa, in: Soundtrack! The Collector’s Quarterly 17, Sept. 1998, S. 5-9
  • Bruce Eder: Miklos Rozsa, in: Films in Review 47, March/April 1996, S. 2-6+
  • Miklos Rozsa - obituary, in: Notes 52:1128 N4 1996
  • Miklos Rozsa - obituary, in: Choir & Organ 4:4 N1 1996
  • Stewart Gordon: Other European Composers of the Twentieth Century, in: A History of Keyboard Literature. Music for the Piano and its Forerunners, New York: Schirmer Books, 1996, 566 p., ISBN 978-0-534-25197-0
  • Miklos Rozsa - obituary, in: Crescendo & Jazz Music 32:34 N6 1995-1996
  • Miklos Rozsa - obituary, in: American Organist: 29:59 Oct 1995
  • Doug Raynes: A filmography/discography of Miklos Rozsa, in: Soundtrack! The Collector’s Quarterly 13, June 1994, S. 34-57
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
  • Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. ergänzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
  • Jacques-Emmanuel Fousnaquer, Claude Glayman, Christian Leble: Musiciens de notre temps depuis 1945, Paris: Editions Plume, 1992, 542 p., ISBN 2-908034-32-8
  • David M. Cummings, Dennis K. McIntire: International who's who in music and musician's directory - (in the classical and light classical fields), Twelfth edition 1990/91, Cambridge, England: International Who's Who in Music, 1991. 1096 p., ISBN 0-948875-20-8
  • James L. Limbacher, H. Stephen Wright: Keeping score : film and television music, 1980-1988 (with additional coverage of 1921-1979), Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1991. 928 p., ISBN 978-0-8108-2453-9
  • Sources for scores and parts : Syracuse University Library, The George Arents Research Library fo [sic] Special Collections - Miklos Rozsa Papers, Cue Sheet: 8:57 N2 1991,
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Christopher Palmer: The composer in Hollywood, London, New York: Marion Boyars Publishers, 1990. 346 p., ISBN 978-0-7145-2885-4
  • Kurtz Myers: Performer Index : Conductors, in: Index to record reviews 1984-1987 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association between 1984 AND 1987, Boston, Massachusetts: G.K. Hall, 1989, 639 p., ISBN 978-0-8161-0482-6
  • Kurtz Myers: Performer Index : Conductors, in: Index to record reviews, 1978-1983 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association, between 1978 and 1983, 1st Suppl., Boston, Massachusetts: G K Hall, December 1985, 873 p., ISBN 978-0-8161-0435-2
  • R.S. Brown: An interview with Miklos Rozsa, in: Fanfare 11:406-14 N6 1988
  • Steven D. Wescott: A comprehensive bibliography of music for film and television, Detroit: Information Coordinatores, 1985, 432 p., ISBN 978-0-89990-027-8
  • Steven D. Wescott: Interview with Miklos Rozsa, 1/10/84.
  • Alain Lacombe: Hollywood rhapsody : l'âge d'or de la musique de film à Hollywood, Concerne les musiciens de l'âge d'or hollywoodien avec une discographie de cette période, Paris: Jobert Transatlantiques, 1983. 292 p.
  • François Vallerand: An Interview with Miklos Rozsa, 24 Images (Quebec), No. 12 (Apr. 1982)
  • Gian Carlo Bertolina: Miklós Rózsa e Billy Wilder: storia di una collaborazione, Filmcritica (Rome), Rivista mensile di Studi sul Cinema 33, Nov./Dic. 1982 (=329/330), S. 594-602.
  • David Kraft, Richard Kraft: A Conversation with Miklós Rózsa and Carl Reiner, Soundtrack Collector's Newsletter, 1 (Sep. 1982), p. 13-22 - Soundtrack Collector's Newsletter, 1 (Dec. 1982), p. 17-23.
  • Bertrand Borie: La Musique de Miklos Rozsa, Pesitif (Paris), Nos. 244-245 (July-Aug. 1981), p. 50-51.
  • Bertrand Borie: Miklos Rozsa: grandeur et passion, in: Ekran: Revija za Film in Televizijo, 74, 15.11.1978, S. 37-48
  • Dominique Rabourdin: Entretien avec Miklos Rozsa, Cinéma 80,258 [=C80], Juni 1980, S. 55-67
  • Olivier Eyquem, Jacques Saada: Rencontre avec Miklós Rózsa, in: Positif, 189, Janv. 1977, S. 49-56.
  • D. Elley: The film composer. 1. Miklós Rózsa, in: Films and Filming 23, May 1977, S. 20-24
  • H. Niogret: La musique de Miklós Rózsa, in: Positif, 189, Jan. 1977, S. 42-48
  • Roberto Pugliese: Due maestri hollywoodiani: Rózsa e Herrmann, in: Filmcritica: Rivista mensile di Studi sul Cinema 28, Dec. 1977, S. 379-89.
  • Christopher Palmer: Miklós Rózsa. A sketch of life and work., London/Wiesbaden: Breitkopf und Härtel, 1975
[bewerken | brontekst bewerken]