Musica universalis
Musica universalis (Nederlands: universele muziek, ook wel muziek van de sferen of harmonie der sferen) is een antiek filosofisch begrip dat de verhoudingen van de bewegingen van hemellichamen vanwege hun verhoudingen beschouwt als een vorm van muziek (musica in (middeleeuws en algemeen) Latijn). Deze muziek is er wel altijd maar wordt bijna nooit opgemerkt, zoals Cicero beschrijft in zijn Somnium Scipionis, De Droom van Scipio in De Re Publica.[1] De musica universalis is ook een harmonisch en wiskundig begrip. Het oorspronkelijke idee wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof, wiskundige en astronoom Pythagoras en zijn halfmystieke en halfwiskundige filosofie. Volgens Johannes Kepler legt de musica universalis een verband tussen meetkunde, kosmologie, astronomie / astrologie, harmonie en muziek.[2].
Men dacht dat de zon, de maan en de planeten zich rond de aarde bewogen in hun eigen sferen. Dantes Divina Commedia geeft een beeldende beschrijving. De sferen worden bepaald door de verhoudingen van de gehele getallen van de zuivere muzikale intervallen, waardoor een aangename muzikale harmonie ontstaat. Kepler gebruikt het begrip 'muziek van de sferen' in zijn boek Harmonice Mundi (1619), waarin hij onder meer met zijn Derde Wet kwam.
Er zijn drie vormen van het middeleeuwse begrip musica:
- musica universalis, soms ook musica mundana (wereldmuziek) genoemd
- musica humana: de inwendige muziek van het menselijke lichaam
- musica instrumentalis: muziek van zangers en instrumentalisten
Pythagoras wordt meestal beschouwd als de grondlegger van de wiskundige muziektheorie en daarmee als de eerste muziekfilosoof. Bento de Spinoza vond de harmonie der sferen maar onzin in zijn boek Ethica.[3]
Externe links
- (en) web.archive.org homepages.tesco.net Carmen of the Spheres Geluidsbestanden voor negen sinus golven, 64 minuten - Greg Fox: Lied van de sferen, met Adobe Flash, 2006. Geraadpleegd op 15 december 2019.
- ↑ (en) jstor.org P. R. Coleman-Norton: Cicero and the Music of the Spheres, The Classical Journal Vol. 45, No. 5 (Feb., 1950), pp. 237-241. De jonge Africanus (Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor) vraagt in een droom aan zijn opa Publius Cornelius Scipio Africanus maior wat dat sterke en mooie geluid toch is (De Re Publica 6, 17, 17). Opa legt uit dat het door de bewegingen van de sferen komt. De negende sfeer van de sterren loopt het snelst en geeft de hoogste toon, de maan in de laagste sfeer de laagste toon. Omdat deze geluiden er altijd zijn, zijn de meeste mensen er doof voor geworden. Geraadpleegd op 15 december 2019.
- ↑ https://web.archive.org/web/20120512064724/http://www.skyscript.co.uk/kepler.html web.archive.org skyscript.co.uk David Plant: Kepler and the music of the spheres, zonder jaar. Geraadpleegd op 15 december 2019.
- ↑ Aanhangsel: Vooroordeel over de noodzakelijkheid van Spinoza's Ethica Deel 1