Neushoornpofadder
Neushoornpofadder IUCN-status: Niet geëvalueerd | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kop van neushoornpofadder, met meerdere hoornachtige schubben | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Bitis nasicornis Boulenger, 1896 | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Neushoornpofadder op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De neushoornpofadder[1] (Bitis nasicornis) is een giftige adder uit het geslacht pofadders (Bitis).[2] Deze soort komt voor in de bossen van west- en Centraal-Afrika. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door George Albert Boulenger in 1896. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber nasicornis gebruikt.
Kenmerken
De lengte varieert van 72 tot 107 cm. Vrouwtjes worden langer dan mannetjes. Het hoofd is smal, plat, driehoekig en relatief klein in vergelijking met de rest van het lichaam. Op het uiteinde van hun neus staan 2 tot 3 hoornachtige schubben, waarvan de voorste best lang kan worden. Hun hoektanden zijn relatief klein en worden meestal niet langer dan 1.5 cm.
Leefwijze
De neushoornpofadder is voornamelijk een nachtdier en baart 6 tot 38 jongen in maart en april. Jagen op een prooi doet de neushoornpofadder, door stil te blijven wachten totdat een prooi binnen bereik voorbij komt lopen.
Bronvermelding
- Referenties
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 546. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database – Bitis nasicornis.
- Bronnen
- (en) Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Bitis nasicornis - Website Geconsulteerd 17 mei 2015