Orcinus citoniensis
Orcinus citoniensis Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Laat-Plioceen | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Fossiel van een Orcinus citoniensis in het Museo Capellini di Bologna | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Orcinus citoniensis (Capellini, 1883) | |||||||||||||||||
Een artistieke impressie van hoe de soort er uit gezien zou kunnen hebben. | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Orcinus citoniensis op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Orcinus citoniensis is een uitgestorven dolfijnsoort. De soort leefde in het Laat-Plioceen en het Gelasien (grofweg 2-3 miljoen jaar geleden). De soort behoort tot het geslacht Orcinus en is nauw verwant aan de huidige orka alhoewel hij beduidend kleiner was: een volwassen dier was ongeveer 4 meter lang. Mogelijk was het een fossiele overgangsvorm tussen de orka's en de dolfijnachtigen. Hij leefde in dezelfde periode als de reuzenhaai megalodon. Op grond van de plaatsen waar de fossielen zijn gevonden, wordt aangenomen dat de soort leefde in ondiepe kustwateren.
Fossiele vondsten
[bewerken | brontekst bewerken]Fossielen van deze soort werden voor het eerst in 1883 gevonden door de paleontoloog Giovanni Capellini, nabij de Italiaanse plaats Cetona, en daaraan heeft de soort haar naam te danken.[1] In 1887 ontdekte de Britse geoloog Richard Lydekker een gelijkend fossiel in het oosten van Engeland.[2]
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Orcinus citoniensis op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ (it) G. Capellini (1883). Di Un'Orca fossile scoperta a cetona in Toscana. Memorie dell'Accademia delle Scienze dell'Instituto di Bologna 4: 665–687.
- ↑ (en) R. Lydekker (1887). The Cetacea of the Suffolk Crag. Quarterly Journal of the Geological Society of London 43 (1–4): 15–16. DOI: 10.1144/GSL.JGS.1887.043.01-04.04.