Bleekgele bundelzwam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Pholiota gummosa)
Bleekgele bundelzwam
Bleekgele bundelzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Strophariaceae
Geslacht:Pholiota
Soort
Pholiota gummosa
(Lasch) Singer (1951)
onderzijde
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De bleekgele bundelzwam (Pholiota gummosa) is een schimmel uit de familie Strophariaceae. Hij leeft saprotroof op hout, vaak in groepjes bij elkaar (individueel kan ook). De lamellen zijn dun en enigszins uitgebocht aan de steel gehecht.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De hoed is halfbolvormig tot gespreid en heeft een diameter van 3-7 cm. De kleur is wittig-crème tot gelig-grijzig of groenig tot vuil bruingeel. Bij jonge zwammen zijn er bovenop de hoed vaak schubjes aanwezig; bij oude exemplaren zijn deze er door de regen afgespoeld. Bij regenachtig weer is het oppervlak plakkerig.

Steel

De steel is 4 tot 6 cm lang en 3 tot 7 mm dik en heeft een crème tot geelbruine kleur. De steelbasis is meestal roodbruin. De steel is cilindrisch van vorm maar aan de basis wat dunner. Hij is aanvankelijk vlezig, doch later hol van binnen. Onder een ringvormige zone is hij bedekt met vezelachtige schubben.

Lamellen

De lamellen zijn in het begin geelachtig maar kleuren later bruin.

Smaak en geur

Het vlees het heeft een milde smaak en een onduidelijke geur.

Sporenprint

De sporenprint is roestbruin.

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn glad, dunwandig, ellipsvormig, boonvormig (subphaseoliform), 5,5-8 × 3,5-4,5 m groot met kiemporiën.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt voor in Europa, Azië en Noord-Amerika. Meestal in parken en plantsoenen. Hij groeit vaak op grazige open plekken waar houtresten begraven liggen, maar kan ook op bovengronds halfvergaan hout gedijen.

In Nederland komt de soort zeer algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en de soort is niet bedreigd. De vruchtlichamen zijn te vinden van augustus tot en met november.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

  • De geslachtsnaam Pholiota is afgeleid van het Griekse woord Pholis, wat "schub" betekent.
  • De soortnaam gummosa is Latijn voor "vol kleefstof" of "zeer kleverig".