Naar inhoud springen

Pietje Bell (personage)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 203.45.19.105 (overleg) op 19 jan 2013 om 06:52. (→‎Externe link aangepast; URL gecorrigeerd)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Pietje Bell op weg naar school. Afgebeeld door Jan Rinke in Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen uit 1914

Pietje Bell is de hoofdpersoon uit de gelijknamige reeks boeken van Chris van Abkoude. Als onderwijzer merkte Van Abkoude op dat leerlingen de toentertijd voorhanden zijnde boeken, over veelal brave jongens en meisjes niet waardeerden. Na een aantal andere titels verscheen in 1914 het eerste deel van Pietje Bell. Omdat Van Abkoude in 1916 naar de Verenigde Staten emigreerde, is dit het laatste Pietje Bell-boek dat in Nederland geschreven is. Het laatste boek uit de Pietje Bell-reeks Pietje Bell gaat vliegen, is eveneens het laatste jeugdboek van Chris van Abkoudes hand.

Personage

Pietje Bell was de zoon van een vrolijke schoenmaker in de Breestraat in Rotterdam. Later verhuisde Pietje met zijn ouders naar de Heerenstraat, waar de mensen van een iets betere "stand" waren. Pietje Bell is een jongetje met een hart van goud. Hij is niet ondeugend maar probeert de mensen aan het lachen te maken, vrolijkheid te brengen of te helpen, maar dat loopt altijd fout en wordt voor ondeugendheid aangezien. Piets zuster Martha is verloofd en later getrouwd met Paul Velinga, zoon van een voorname familie. Die heeft wel lol in Pietje, hij is zowat de enige die hem begrijpt. En dan is er nog de oude tante Cato, met haar grote neus met een pukkel erop (bedoeld wordt een wrat), waar Pietje een touwtje aan bindt om hem af te binden terwijl ze slaapt. Immers, wat zal ze dat fijn vinden als ze die lelijke pukkel kwijt is en Pietje dat maar mooi voor elkaar heeft gebracht! Nee dus.... tante gilt alles bij elkaar, want er hangt een draad aan haar neus.

Pietjes grote vijand is drogist Geelman met zijn zeer brave zoon Jozef, die een bril draagt niet omdat hij slecht ziet maar omdat dat zo geleerd staat. Maar Pietje zelf ziet dat niet zo, hij heeft geen hekel aan Geelman, maar Geelman wel aan hem. Als de drogist vader Bell daarover aanspreekt, moet die alleen maar lachen.

Als Pietje volwassen is geworden, wordt hij journalist bij het fictieve Rotterdamse blad De Morgenpost, de krant die vroeger schande over zijn kwajongensstreken sprak. Hij weet een vriend uit handen van een criminele familie te halen die hem wil laten opsluiten in een inrichting. De vriend vertrekt daarna naar Amerika en dat lijkt Pietje ook wel wat: als journalist gaat hij ook naar Amerika. Vader Bell is intussen geen schoenlapper meer, maar heeft een heuse schoenwinkel. Uiteindelijk komt Piet weer terug, na in Amerika een gangsterbende te hebben ontmaskerd, trouwt en krijgt drie zonen, die al even "ondeugend" zijn als hij zelf was. Piet is dan hoofdredacteur van de krant.

De serie speelt in het Rotterdam van vóór 1940 en dat is nogal te merken: allerlei plaatsen in de stad die in de boeken voorkomen bestaan niet meer.

De reacties

De kranten en het blad van de school met de Bijbel schreven schande over de Pietje Bell-boeken. Toch verkochten de boeken erg goed in Nederland, België en zelfs Zuid-Afrika.

Vijf jaar na het overlijden van Chris van Abkoude ontstond nog ophef over deze boeken toen de openbare leeszaal van Amstelveen de boeken weerde.

In de jaren 70 stond in een verslag van de leescommissie van de Openbare Bibliotheek te Utrecht te lezen dat de boeken verouderd waren, door bijzonder slecht Nederlands, waaronder verkeerd gebruik van gezegden.

Tegenwoordig staan de boeken van Pietje Bell in alle openbare bibliotheken omdat de bezwaren hierboven niet meer gevoeld worden.

Verschenen titels

De volgende delen zijn uitgegeven in de reeks Pietje Bell-boeken. Deze zijn allemaal uitgegeven door Uitgeverij Kluitman.

  • Pietje Bell, 1914, illustraties door Jan Rinke (oorspronkelijke titel: Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen)
  • De vlegeljaren van Pietje Bell, 1920, illustraties door Jan Rinke
  • De zonen van Pietje Bell, 1922, illustraties door D.A. Bueno de Mesquita
  • Pietje Bell's goocheltoeren, 1924, illustraties door D.A. Bueno de Mesquita
  • Pietje Bell in Amerika, 1929, illustraties door D.A. Bueno de Mesquita
  • Nieuwe avonturen van Pietje Bell, 1932, illustraties door Jan Lutz
  • Pietje Bell is weer aan de gang, 1934, illustraties door Henri Pieck
  • Pietje Bell gaat vliegen, 1936, illustraties door Hans Borrebach

Deze boeken verschijnen nog steeds, en drie ervan zijn opnieuw bewerkt door W.N. van der Sluiys, omdat ze niet meer in dit tijdsbeeld zouden passen. De bewerkte delen betreffen:

  • De vlegeljaren van Pietje Bell
  • De zonen van Pietje Bell
  • Pietje Bell in Amerika

De andere delen zijn ongemoeid gelaten.

Verfilming

De eerste verfilming van Pietje Bell stamt van 26 maart 1964 en droeg de titel De Avonturen van Pietje Bell en ook wel Pietje Bell, de straatjongen van Rotterdam. Deze verfilming van het boek Pietje Bell's goocheltoeren is verfilmd door Henk van der Linden.

De recentste verfilmingen zijn die van Maria Peters, die zowel verantwoordelijk is voor het script en de regie. Zij was eerder al verantwoordelijk voor de verfilming van Kruimeltje, een ander boek van Chris van Abkoude, dat iets meer emotioneel geladen is.

Het eerste deel is genaamd Pietje Bell en is uitgebracht in 2002.

Het tweede deel draagt de titel Pietje Bell 2: De Jacht op de Tsarenkroon en is uitgebracht in 2003.

De Musical

Op woensdag 19 oktober 2005 ging Pietje Bell - De Musical in première in het Nieuwe Luxor Theater te Rotterdam. Geproduceerd door Ruud de Graaf Musicalproducties en met muziek van Ruud Bos, een script en liedteksten van Edwin de Jongh, choreografie van Perry Dossett en onder regie van Arnold Hemmel toerde deze producties tot begin mei 2006 langs alle theaters van Nederland. In de cast zaten: Johnny Kraaijkamp jr., Kiki Classen, Brigitte Nijman, Eric Beekes, Roberto de Groot, Arie Cupé, Stan Limburg, Hans Langhout, István Hitzelberger, Menno Leemhuis, Karel Simons, Remco Vereijken, Annemarie Libbers, Jorien Molenaar en Marit Slinger.

Externe link