Pim de la Parra

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pim de la Parra
Pim de la Parra in 1972
Geboren 5 januari 1940
Geboorteland Vlag van Nederland Suriname
Jaren actief 1965-2010
Beroep Filmregisseur, acteur, columnist, scenarioschrijver, producer
(en) IMDb-profiel
(nl) Moviemeter-profiel
(mul) TMDB-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film
Suriname

Pim de la Parra (Paramaribo, 5 januari 1940) is een Surinaams-Nederlands filmregisseur.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

De la Parra werd geboren als oudste in een gezin met twee zonen. Hij is een neef van Gerard Spong en stamt af van Sefardische Joden die al vier eeuwen in Suriname wonen. De la Parra's vader werkte aanvankelijk bij de Overzeesche Gas en Electriciteits Maatschappij (OGEM) maar begon vervolgens een winkel in cosmetica en een groothandel in medicijnen. Toen De la Parra zeven jaar was overleed zijn moeder plotseling. Hierna werd hij opgevoed door zijn tantes.

Hij studeerde politieke en sociale wetenschappen in Amsterdam, maar stapte over naar de Nederlandse Filmacademie en richtte in 1964 met Nikolai van der Heyde en Gied Jaspars het filmtijdschrift Skoop op. Vanaf 1965 regisseerde en produceerde hij films met Wim Verstappen onder de firmanaam Scorpio Films. De la Parra debuteerde dat jaar met Jongens, jongens, wat een meid. Hun grote doorbraak kwam in 1971 met de film Blue movie.

De la Parra vertilde zich aan Wan Pipel (1976), de eerste Surinaamse speelfilm. De productiekosten rezen de pan uit en betekenden samen met de slechte kritieken het einde van Scorpio Films b.v. De la Parra scheidde van Lies Oei en vertrok naar Aruba. Van 1980 tot 1983 stuurde zijn vader hem 1500 gulden per maand. Hij leerde Djoeke Veeninga kennen, met wie hij naar eigen zeggen een latos-relatie begon - living apart together overseas. Toen Suriname een deviezenbeperking instelde, kwam aan de financiële steun een einde. De la Parra verhuisde in 1985 weer naar Nederland en maakte de comebackfilm Paul Chevrolet en de ultieme hallucinatie (1985). De film kreeg lovende kritieken en werd geselecteerd voor het hoofdprogramma van het Filmfest Berlin. Na de grotendeels in Bonaire opgenomen Odyssee d'amour (1987)[1], met een budget van 1,3 miljoen gulden zijn duurste film ooit, begon hij in 1988 met wat hij minimal movies noemde; in korte tijd en met minimale middelen opgenomen speelfilms. De eerste hiervan is Lost in Amsterdam (1989). De la Parra werkte hierbij soms onder de naam Ronald da Silva.

Actrice Eva van Heijningen, die in vijf van de minimal movies speelde, maakte in 1993 met Christine Mathon een documentaire over De la Parra en diens minimal movies, onder de titel There is no budget like low budget.

De la Parra ontving in 1991 de speciale juryprijs van het Filmfestival Utrecht voor zijn gehele oeuvre. Op 31 oktober 1996 keerde hij terug naar Paramaribo om voor zijn 88-jarige vader te zorgen die twee jaar later overleed. De la Parra bleef in Paramaribo wonen.

In 2005 nam De la Parra het initiatief tot de oprichting van de stichting Surinaamse Film Academie. Hij is voorzitter van het bestuur; de acteur en televisieprogrammamaker Borger Breeveld, die de hoofdrol vertolkte in Wan Pipel, is secretaris.

In 2008 ontving hij in Paramaribo de Gouden Kalf-speld van het Nederlands Film Festival.[2]

In 2010 verscheen de documentaire Parradox van In-Soo Radstake over De la Parra. Deze documentaire, een coproductie met de Joodse Omroep, ging in première tijdens het International Documentary Filmfestival Amsterdam.

In juni 2019 is hij even terug in Amsterdam. De filmretrospectief "Parra Odyssee: Ode aan Pim de la Parra" was te zien in Eye Filmmuseum. Hij doet zelf de inleidingen bij de films en de gerestaureerde films Obsessions en Wan Pipel zijn ook elders in het land te zien.

Hij heeft twee dochters: de actrice Bodil de la Parra (1963) met Lies Oei, en de cabaretière Nina de la Parra (1987) met Djoeke Veeninga. Zijn zoon Pimm Jal de la Parra (1966), de broer van Bodil, overleed in 2002.[3] Pim de la Parra is de grootvader van rapper Gotu Jim.

Filmografie (beknopt)[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Pim de la Parra: Prins Pim. Overdenkingen van een levensgenieter, Peter Loeb Uitgever, Amsterdam 1978. ISBN 9789062130474
  • Bodil de la Parra: Het verbrande huis. Een Surinaamse familiegeschiedenis, Lebowski Publishers, Amsterdam 2020. ISBN 9789048849208