Naar inhoud springen

Pointillisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door D'Arch (overleg | bijdragen) op 17 apr 2020 om 11:59. (Wijzigingen door 2001:1C00:120C:7B00:1CE0:A043:482F:E169 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Backupje)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Paul Signac: De haven van Rotterdam, 1907

Het pointillisme is een schildertechniek die vooral aan het eind van de negentiende eeuw werd beoefend. Ze wordt getypeerd door het gebruik van stippen die ongemengd op het doek worden geplaatst. Doel was vooral het licht te accentueren op basis van een analyse van de kleuren.

Het pointillisme is nauw verwant aan het divisionisme, dat meer uitgaat van streepjes. Het pointillisme en divisionisme zijn beide te beschouwen als technieken van het neo-impressionisme, een stroming die op haar beurt weer gezien kan worden als een uitloper van het impressionisme.

Achtergrond

Het pointillisme heeft een wetenschappelijke achtergrond. In de traditionele schilderkunst worden de verschillende kleuren gemaakt door verf te mengen in de juiste kleur en die op het doek aan te brengen. In het pointillisme worden verfstippen in primaire kleuren op het doek aangebracht. De werking van de menselijke hersenen maakt dan dat er een secundaire kleur wordt waargenomen. Door bijvoorbeeld kleine rode en gele stippen naast elkaar te zetten ziet men oranje. De stippen worden meestal gezet op een witte achtergrond. Pointillistische schilderijen blinken uit door de zeer heldere, bijna lichtgevende, indruk die ze maken.

Bij de eerste pogingen van Georges Seurat, in 1882, had men het oorspronkelijk over divisionisme. Het bleef inderdaad bij het naast elkaar plaatsen van kleine zuivere, complementaire kleurvlekken, die de gewenste kleurtint produceren in het oog van de kijker, onder invloed van simultane contrasten. Verfijnd tot puntjeswerk had Seurat het, in 1884, over "chromoluminarisme" in zijn werk "Een zwempartij te Asnières" (zie bij Georges Seurat), op de expositie van de Indépendants.

Ook Paul Signac en Camille Pissarro waren fervente beoefenaars van deze door latere expressionisten als te analytisch en gekunsteld ervaren werkwijze.

Invloeden

Met name het divisionisme zou na 1904 een van de belangrijkste inspiratiebronnen van het fauvisme en het expressionisme worden. Ook het latere kubisme en het futurisme ontliepen de invloed van het divisionisme niet.

Zie ook