Portaal:Beschermde gebieden/Uitgelichte artikelen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deze pagina geeft een overzicht van alle uitgelichte artikels en/of afbeeldingen op het portaal Beschermde gebieden. Voor elke week van het jaar is er zo'n artikel en/of afbeelding. Voel u vrij om deze te bewerken door de bijhorende bewerk-link te volgen.
Uitgelicht deze week (19)

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

Ga naar week
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53


Week 1

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 2

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 3

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 4

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 5

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 6

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 7

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 8

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 9

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 10

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 11

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 12

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 13

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 14

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 15

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 16

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 17

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 18

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 19

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 20

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 21

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 22

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 23

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 24

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 25

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 26

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 27

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 28

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 29

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 30

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 31

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 32

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 33

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 34

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 35

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 36

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 37

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 38

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 39

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 40

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 41

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 42

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 43

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 44

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 45

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 46

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 47

Rotsformatie op de Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen op ongeveer 1000 kilometer van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en slechts enkele miljoenen jaren oud. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.

Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.

Charles Darwin bezocht de Galapagos in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 48

Vernazza, een van de vijf beschermde dorpen in het park

Het nationaal park Cinque Terre is een van de meest bezochte parken van Italië. Vijf kustdorpen liggen binnen de grenzen van het park: Corniglia, Manarola, Monterosso al Mare, Riomaggiore en Vernazza. Zij zijn in 1997 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Cinque Terre heeft een dicht begroeid binnenland en een heldere zee, die ook beschermd is en ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte beslaat. In het zuidelijke deel van het park liggen de twee kleine eilandjes Scoglio Grimaldo en Scoglio Ferale, en in het noorden ligt Scoglio Gagiato.

De dorpjes hebben een spectaculaire ligging aan zee en zijn door een goed onderhouden wandelpad met elkaar verbonden. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste, de etappe van Manarola naar Riomaggiore is echter zeer eenvoudig. Dit deel van de wandeltocht voert over de Via dell'Amore. Onderweg passeert men een wand met daarop vele liefdesbetuigingen.

Het park is te bereiken via de snelweg A12 (Genua - Livorno). Vanaf de afslagen leiden provinciale weggetjes naar de vijf dorpen. Voertuigen moeten echter op parkeerplaatsen vóór de plaatsen worden achtergelaten. Een beter alternatief biedt de trein. Alle vijf de dorpen van de Cinque Terre hebben een eigen station. De treinen rijden met een grote regelmaat langs de kust, grotendeels door tunnels.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 49

The Balconies, een rotsformatie in de Grampians

Het nationaal park Grampians ligt in het zuidwesten van de Australische deelstaat Victoria. Het gebied kreeg zijn Engelse naam in 1836 van Major Thomas Mitchell, die het zandsteengebergte op de Schotse Grampian Mountains vond lijken. De lokale Aboriginals duiden de Grampians aan als Gariwerd. In 1984 werd ruim 1670 km² van de Grampians beschermd als nationaal park.

Bergbossen met Eucalyptus-soorten en varens domineren het landschap van het park. Meer dan 970 plantensoorten kunnen in het gebied gevonden worden. Zoogdieren, met ongeveer veertig soorten vertegenwoordigd, zijn algemeen. Er leven ook meer dan 200 vogelsoorten.

In het noorden van het nationaal park bevinden zich enkele grotschilderingen van Aboriginals. Centraal in het park liggen de MacKenzie Falls, The Balconies en de Wonderland Range. De MacKenzie Falls is een waterval van ongeveer 25 meter hoog en 20 meter breed. The Balconies is een rotsformatie die zich boven een diep dal bevindt. De Wonderland Range is een gebied met meerdere geologische bezienswaardigheden, zoals de Grand Canyon, de Lady Hat Silent Street en The Pinnacle. De Grand Canyon en de Lady Hat Silent Street zijn beide ravijnen die respectievelijk erg breed en erg smal zijn. The Pinnacle is een rotspunt boven de Wonderland Range, die wandelaars kunnen beklimmen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 50

Thors Hammer in Bryce Canyon

De Bryce Canyon maakt deel uit van een nationaal park met dezelfde naam in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Utah. Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties, de zogenaamde hoodoos. De zon zorgt voor prachtige kleurschakeringen, variërend van roze naar oranje. De canyon dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park.

Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Door herhaling van dit proces kunnen scheuren zo groot worden dat er stukken rots afbreken. Dit is waar het tweede proces verder gaat: zure regen erodeert deze stukjes rots omdat de kalksteen waaruit hoodoos bestaan daarin oplost. Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan.

Er zijn vele plaatsen met mooie uitzichten op de vallei, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Wandelen kan met een gids of op muilezels. Net buiten Bryce Canyon staat de Ruby’s Inn, een van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, maar werd elke keer hersteld. Het is nog steeds een verblijfplaats voor toeristen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 51

Een zebra in het Krugerpark

Het nationaal park Kruger is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Eind negentiende eeuw ontstond de behoefte aan bescherming van de natuur. President Paul Kruger ging in 1898 over tot het instellen van een wildreservaat. In 1903 werd majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1926 besloot minister Piet Grobler hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika op te richten. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger. Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Het Krugerpark heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 km². Het is bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde Big Five het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Naast deze vijf zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, de baviaan en diverse vogelsoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen uit de steentijd en de ijzertijd.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 52

Mount Dulang-Dulang en Mount Kitanglad in het Kitangladgebergte

Het Kitangladgebergte ligt in de provincie Bukidnon, in het noorden van het Filipijnse eiland Mindanao. Sinds 1990 wordt een groot gedeelte ervan beschermd in het nationaal park Mount Kitanglad Range. Het gebergte omvat vijf toppen van 2400 meter en hoger. De hoogste berg is Mount Dulang-Dulang, met zijn 2938 meter, op Mount Apo na, de hoogste berg van het land.

De diversiteit van de flora en fauna in het gebied is bijzonder groot. Zo zijn bij onderzoeken in 1992 en 1993 134 verschillende vogelsoorten aangetroffen. Daarnaast werden 58 verschillende zoogdiersoorten waargenomen. Tevens is het gebergte een van de laatste gebieden in de Filipijnen waar de nationale vogel, de Filipijnse apenarend, voorkomt.

Ondanks het feit dat het gebied grotendeels een beschermd natuurpark is worden er toch illegaal bossen gekapt. Vooral het laaglandbos moet het hierbij ontgelden: op sommige plekken is het helemaal verdwenen. Twintig vogelsoorten die in de jaren 60 en 70 nog in de laaglandbossen voorkwamen zijn lokaal uitgestorven. Om verdere destructie tegen te gaan werken diverse organisaties samen. Ze proberen onder andere de lokale bevolking over te halen om over te stappen op het verbouwen van permanente gewassen. Hierdoor wordt de noodzaak om bos te kappen voor nieuwe landbouwgronden weggenomen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]

Week 53

De Deelense Was in De Hoge Veluwe

Het Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied van 55 km² op de Veluwe, het grootste laaglandnatuurterrein in noordwest Europa. Het park is een afwisseling van zandverstuivingen, heide, naaldbos, loofbos en restanten van kleine nederzettingen.

Onderdeel van het park is het Deelense veld, een heideveld, met daarin een aantal vennen, onder andere de Deelense Was. Dit ven is ontstaan doordat zich op het zand een ondoordringbare laag heeft gevormd, waarin het regenwater niet wegzakt. In en rond het ven groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, kleine moerasrus en veenmos.

De Hoge Veluwe wordt omgeven door hoge hekken en bezoekers moeten betalen om het te kunnen betreden. Er wordt gestreefd naar rasterverlagingen aan de oost- en de westzijde waar edelherten en reeën overheen kunnen springen. Ook wordt voorzien in een ecoduct over de drukke weg Otterlo-Schaarsbergen, langs de westzijde van het park om weer wildmigratie mogelijk te maken.

Het park werd gesticht door het echtpaar Kröller-Müller als jachtterrein. Ze hadden er onder andere moeflons en edelherten uitgezet. Begin jaren dertig was het echtpaar door financiële problemen gedwongen het landgoed te verkopen. Het Rijk besloot om het nodige geld te doneren aan een stichting, die het park vervolgens in 1935 van Kröller kocht. Voorwaarde van het rijk was dat er een nieuw museum in het park zou worden gebouwd om de kunstcollectie van het echtpaar te tonen.
| bewerken | overzicht |

[bewerk]