Portaal:Dinosauriërs/Uitgelicht/29

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Diplodocus in Berlijn

Diplodocus is een geslacht van sauropode dinosauriërs, behorend tot de groep van de Diplodocidae, dat tijdens het late Jura, ongeveer 150 miljoen jaar geleden, leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.

Het eerste fossiel van Diplodocus werd in 1877 ontdekt in de Verenigde Staten. Het dier kreeg in 1878 van de beroemde Amerikaanse paleontoloog professor Othniel Charles Marsh zijn naam, die "dubbele balk" betekent. Die naam slaat niet op de vorm van het lichaam, zoals vaak te lezen valt, maar op de balkvormige dubbele uitsteeksels aan de onderkant van de staartwervels. De eerstbenoemde typesoort is Diplodocus longus. Later werden er nog drie soorten benoemd: D. lacustris, D. carnegii en D. hayi. De soorten verschillen maar weinig van elkaar en D. lacustris is vermoedelijk niet echt.

Diplodocus was een erg langgerekt dier dat zeker vijfentwintig meter lang kon worden en twaalf ton zwaar. Er bestaat een verwant geslacht, Seismosaurus, waarvan veel geleerden denken dat het eigenlijk een grote diplodocus is. Als dat waar is, werd Diplodocus nog veel groter, tot ver boven de dertig meter lengte. Toch was Diplodocus niet zo zwaar voor zijn grootte. Veel botten waren lichtgebouwd en hol van binnen om gewicht te besparen en verbonden met grote luchtzakken in de romp die ook zorgden voor een goede ademhaling. Misschien betekende dit dat het dier warmbloedig was. In ieder geval groeiden de jongen na het uitkomen uit het ei erg snel.

Diplodocus had een lange nek, een kortere zware romp en een erg lange staart die niet over de grond sleepte maar horizontaal gehouden werd. Hij stond recht op de poten waarvan vooral de achterpoten lang en stevig waren. De voorpoten waren wat korter en dunner. Diplodocus kon door zijn rechte achterpoten niet rennen maar wel vrij snel stappen. De nek droeg een kleine langwerpige kop met hoge neusgaten en vooraan lange tanden die als een hark werkten. Daarmee trok het dier naalden van naaldbomen, die heel werden ingeslikt en in de grote buik verteerd. Lees verder