Resolutie 2122 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 2122
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 18 oktober 2013
Nr. vergadering 7044
Code S/RES/2122
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Vrouwen in gewapende conflicten.
Beslissing Meer betrokkenheid van vrouwen bij het oplossen van conflicten.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2013
Permanente leden
Niet-permanente leden
Een protest in februari 2013 in Dhaka (Bangladesh) tegen de levenslange gevangenisstraf van Kader Molla die werd veroordeeld voor verkrachting van een minderjarige en minstens 350 moorden tijdens de Indo-Pakistaanse Oorlog van 1971. Men eiste dat hij en andere oorlogsmisdadigers de doodstraf kregen.

Resolutie 2122 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad op 18 oktober 2013. Deze resolutie vroeg dat vrouwen tijdens een gewapend conflict meer betrokken zouden worden bij de oplossing van het conflict, onder meer door ze een plaats te geven aan de onderhandelingstafel. Om dit te bereiken moest resolutie 1325 uit 2000 volledig worden uitgevoerd.[1]

Over resolutie 2122 werd gestemd na een debat over vrouwen, ordehandhaving en overgangsjustitie na een gewapend conflict op basis van een concept dat door Azerbeidzjan was ingediend en een rapport van de secretaris-generaal over de uitvoering van resolutie 1325.[1]

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Gendergelijkheid was van belang bij het bewaren van de internationale vrede. De volledige uitvoering van 1325 uit 2000 kon enkel worden bewerkstelligd door meer aandacht te besteden aan de betrokkenheid en mensenrechten van vrouwen. Door hun ongelijke rechten waren vrouwen vaak extra kwetsbaar tijdens een conflict. Ook de Veiligheidsraad zelf moest hier meer aandacht voor hebben.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad was van plan meer aandacht te zullen geven aan de betrokkenheid van vrouwen bij de oplossing van conflicten. In het kader van vredesoperaties werd een grotere deelname van vrouwen beoogd bij het politieke proces, ontwapening, demobilisatie, herintegratie, hervorming van leger, politie en justitie en heropbouw. Ook moest tijdens missies gedacht worden aan de bescherming van vrouwen en meisjes. De noodhulpverlening moest voorzien worden op vrouwen die zwanger raakten door verkrachting.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]