Rosalind Ashford

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rosalind Ashford
Rosalind Ashford
Algemene informatie
Bijnaam Roz
Geboren Detroit, 2 september 1943
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Jaren actief 1957–heden
Genre(s) R&b, doowop, rock-'n-roll, soul, funk, disco
Beroep Zangeres
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Rosalind Ashford (Detroit (Michigan), 2 september 1943) is een Amerikaanse soulzangeres. Zij is het meest bekend als een van de originele zangeressen van de pop- en soulgroep Martha & The Vandellas, waarvan zij deel uitmaakte van 1962 tot 1969. Met deze groep behoorde zij tot de meest succesvolle acts van Motown, de platenmaatschappij waarmee ze tot het einde van haar zangcarrière een contract had.

Beginjaren[bewerken | brontekst bewerken]

Op 2 september van het jaar 1943 werd Rosalind Ashford geboren in de stad Detroit, als dochter van John en Mary Ashford. Haar ouders scheidden al vroeg, maar toch steunden beide ouders haar toen ze in de puberteit begon met zingen in verschillende koren. Het was haar moeder die ervoor zorgde dat Ashford in 1957 auditie deed bij een plaatselijke YMCA. "Roz" Ashford kreeg een plaats in de groep aangeboden, met Annette Beard, Martha Reeves en Gloria Williamson. Het kwartet nam de naam "The Del-Phis" aan. Ze hadden, met vele optredens, op regionale schaal veel succes en daarnaast ook een contract bij het platenlabel Checkmate. Daar had de groep echter geen hits en ook niet bij Mel-O-Dy, een dochterbedrijf van Motown. Rond die tijd verliet leadzangeres Gloria Williamson de groep, vanwege de teleurstellende prestaties.

Toen Martha Reeves een baan als secretaresse had bij Motown, nodigde zij Ashford en Beard uit om naar de studio te komen. Omdat Marvin Gaye achtergrondzangeressen nodig had voor zijn single "Stubborn Kind of Fellow", werden The Vells, zoals de groep zich intussen was gaan noemen, hiervoor uitgenodigd. Met haar hoge sopraanstem was Rosalind Ashford in het kenmerkende intro van dit nummers duidelijk aanwezig. Mede door The Vells werd "Stubborn Kind of Fellow" de eerste hit van Marvin Gaye. Later zouden Ashford en de andere leden ook op andere hits van hem te horen zijn, te weten "Hitch Hike", zijn eerste top-40 hit, en "Pride and Joy", waarmee Gaye voor het eerst de top-10 binnendrong.

Doordat The Vells goed werk hadden geleverd voor Marvin Gaye bood Motown hen een contract aan. Martha Reeves werd de leadzangeres, Rosalind Ashford zong de hoogste partijen en Annette Beard de lagere. Weer onderging de groep een naamsverandering: nu namen ze de naam Martha & The Vandellas aan.

Succes[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste nummer dat Rosalind Ashford met Martha & The Vandellas op single uit zou brengen, was in 1962 "I'll Have to Let Him Go", dat eigenlijk bedoeld was voor Mary Wells, een van de grootste Motownsterren. Zij nam het niet op, waardoor het vrijkwam voor Martha & The Vandellas. Hoewel het nummer geen hit werd, mocht Ashford wel mee met andere Motown-acts op de Motortown Revue. Door deze tour kreeg de groep meer naamsbekendheid. Hun volgende single, "Come and Get These Memories", werd mede daardoor hun eerste hit. Daarna ging het snel met de groep. Vanaf 1963 maakte Rosalind Ashford deel uit van de meest populaire meidengroep van Motown. Met top-10 hits als "(Love Is Like A) Heatwave", "Quicksand" en "Dancing in the Street" had de groep zich binnen twee jaar opgewerkt van achtergrondzangeressen tot een van de meest populaire acts van Amerika.

Na het uitbrengen van "Quicksand" verliet Annette Beard de groep om, ondanks het succes, een gezin te starten. Zij werd vervangen door Betty Kelly, die daarvoor deel uitmaakte van The Velvelettes. Met Kelly in de groep bleven de hits komen voor Martha & The Vandellas. Wel waren The Supremes, ook van Motown, de groep voorbijgestreefd als meest populaire meidengroep van het platenlabel. Toch lukte het Rosalind Ashford met de groep om nummers als "Jimmy Mack", "Nowhere to Run" en "I'm Ready for Love" in de top-10 van de Amerikaanse hitlijsten te plaatsen.

Neergang[bewerken | brontekst bewerken]

Na het vertrek van songwriters William "Mickey" Stevenson, Brian Holland, Lamont Dozier en Eddie Holland, die vrijwel alle hits voor Martha & The Vandellas hadden geschreven, ging het achteruit met de groep. Daarnaast werd Betty Kelly ontslagen, onder meer door ruzies met Martha Reeves, wier zus Lois Reeves vervolgens in de Vandellas werd opgenomen. Daarbij nam de groep de naam Martha Reeves & The Vandellas aan om lead Martha Reeves meer in het daglicht te zetten.

Na de laatste naamsverandering bracht de groep nog maar één top-40 hit uit in de VS, namelijk Honey Chile". Door dit geringe succes ging Martha Reeves mentaal sterk achteruit. Zij ging drugs gebruiken en moest daarvoor zelfs naar een afkickkliniek. Toen Reeves weer in staat was om op te treden en op te nemen, besloot Rosalind Ashford dat het genoeg was. Ze stopte i n1969 met zingen bij Martha Reeves & The Vandellas en werd vervangen door opnieuw een voormalig van The Velvelettes, Sandra Tilley.

Latere leven[bewerken | brontekst bewerken]

Vervolgens werkte Rosalind Ashford als verpleegster. In 1978 liet ze zich, samen met Martha Reeves en Annette Beard, overhalen om op te treden tijdens een reünieconcert ter ere van acteur Will Geer. In 1989 bracht ze met de groep zelfs weer een single uit, genaamd "Step Into My Shoes". Dit was voor Motorcity Records, een Britse platenmaatschappij van Ian Levine, waar vele andere oud-Motownsterren ook singles opnamen. In 1995 werd Ashford, samen met de zusters Reeves, Betty Kelly en Annette Beard in de Rock & Roll Hall of Fame gehuldigd.