Honingrussula

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Russula melliolens)
Honingrussula
Honingrussula
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:ongeplaatst (incertae sedis)
Orde:Russulales
Familie:Russulaceae
Geslacht:Russula
Soort
Russula melliolens
Quél. (1902)
Lamellen
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De honingrussula (Russula melliolens) is een schimmel behorend tot de familie Russulaceae. Hij is een symbiont die groeit bij eik of beuk.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De hoed heeft een diameter van 4–12 cm is matig vlezig. Bij jonge exemplaren is de hoed gewelfd. Later wordt deze vlakker en in het midden verdiept. De hoed is vaak rood, maar ook andere kleuren komen voor. Het spectrum varieert van helderrood, karmijnrood, bleek vleesroze of oranje tot abrikooskleurig. Soms is de hoed ook paars-violet van kleur en het midden bijna zwartachtig. Vaak neigt het centrum te vervagen en is het bruinachtiger-roodachtig van kleur, of wordt het met de tijd saffraankleurig gevlekt.

De hoedrand is golvend of gelobd en naarmate ze ouder worden wordt deze licht gegroefd. De hoedhuid is licht glanzend bij droogte en ruw of licht gerimpeld bij nat weer. De hoedhuid is minstens tot halverwege afpelbaar.

Lamellen

De zeer brede en stompe lamellen zijn bij de steel afgerond en nagenoeg vrij. Ze zijn witachtig als ze jong zijn, daarna bleek crèmekleurig en meer gelig van kleur naarmate ze ouder worden.

Steel

De witte, soms bleekroze steel is 3–13 cm lang en 1–3 cm breed. Hij is meestal licht gezwollen en heeft een onregelmatig silhouet. Het vlees is aanvankelijk stevig, maar met de jaren wordt de binnenkant van de steel sponzig tot hol. De steel neigt naar bruin vanaf de basis en wordt roestbruin en uiteindelijk roodachtig of geelachtig bruin met de tijd.

Geur

Het vlees heeft aanvankelijk een zwakke honinggeur, maar als het uitdroogt heeft het een zeer kenmerkende honinggeur. Naarmate het opdroogt, wordt de geur sterker en ruikt soms zelfs naar peperkoek en soms bijna onaangenaam voordat het weggaat.

Smaak

De smaak is mild en slechts in zeldzame gevallen een beetje bitter.

Sporenprint

De sporenprint is licht crème of wittig (IIa-b volgens Romagnesi).

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn bijna bolvormig en hebben de maat 8–11 × 7–10 µm.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Verspreidingsgebied in Europa

De honingrussula komt voor op de Canarische eilanden, Noord-Afrika (Marokko), Noord-Amerika (VS) en Europa. In Nederland en Vlaanderen komt de soort zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie ernstig bedreigd. Vruchtlichamen zijn met name te vinden in de maanden augustus t/m oktober[1].

Chemische reacties[bewerken | brontekst bewerken]

Het vlees reageert sterk en duidelijk met guaiac, terwijl ijzersulfaat slechts een zwakke bleke of vuilroze verkleuring veroorzaakt.