Sabella spallanzanii

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sabella spallanzanii
Sabella spallanzanii
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Annelida (Ringwormen)
Klasse:Polychaeta (Borstelwormen)
Orde:Sabellida
Familie:Sabellidae (Waaierwormen)
Geslacht:Sabella
Soort
Sabella spallanzanii
(Gmelin, 1791)
Synoniemen
  • Sabella penicillus (Linnaeus, 1758)
  • Amphitrite ventilabrum Gmelin, 1791
  • Amphitrite ventilabrum [sensu Lamarck, 1818]
  • Spirographis spallanzanii (Viviani, 1805)
  • Nereis lutraria Pallas, 1766
  • Sabella gracillima Kinberg, 1866
  • Sabella unispira Cuvier, 1816
  • Spirographis elegans Quatrefages, 1866
  • Spirographis gracilis Hansen, 1882
  • Spirographis imperialis Hansen, 1882
  • Spirographis longispira Quatrefages, 1866
  • Sabella viola Grube, 1863
  • Sabella viridis Milne Edwards in Quatrefages, 1866
  • Serpula penicillus Linnaeus, 1758
  • Corallina Tubularia-Melitensis Ellis, 1755
  • Tubularia spallanzanii Gmelin, 1791
  • Sabella penicillum [auct. misspelling]
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Sabella spallanzanii op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Sabella spallanzanii is een borstelworm uit de familie Sabellidae. Sabella spallanzanii werd in 1791 voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Friedrich Gmelin.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Het lichaam van de worm bestaat uit een kop, een cilindrisch, gesegmenteerd lichaam en een staartstukje. De kop bestaat uit een prostomium (gedeelte voor de mondopening) en een peristomium (gedeelte rond de mond) en draagt gepaarde aanhangsels (palpen, antennen en cirri).

De soort kan zo'n 50 centimeter lang worden. Het dier leeft in een koker die is vastgehecht aan rotsen en boten. Met zijn waaiervormig hoofd filtert hij voedsel uit het water.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Sabella spallanzanii komt oorspronkelijk voor in de Middellandse Zee en de Europese Atlantische Oceaan, maar leeft ook als invasieve soort in Zuid-Australië. Hij werd er voor het eerst waargenomen in 1965 en komt anno 2013 voor tot in Sydney. Doordat de soort zich snel voortplant, met tot 50.000 eitjes per individu, kan hij er inheemse soorten verdringen. In sommige delen van Australië vormen ze een dicht tapijt in de zee. Ze zijn wellicht in Australië aangekomen als larven in ballastwater of als aangroei op de romp van commerciële schepen.[1]