Naar inhoud springen

Sam Gewissies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Robin Bot (overleg | bijdragen) op 10 okt 2019 om 16:27. (Sjabloon verwacht "man", geen link)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Sam Gewissies
Tolkien-personage
Andere namen Banazîr Galpsi, De Grote Tuinman
Titel Burgemeester van de Gouw
Geslacht Man
Afkomst Hobbit
Geboortejaar III 2983
Overlijdensjaar Onbekend
Familie
Vader Hamfast Gewissies
Moeder Belle Goedkind
Echtgenote Roosje Katoen
Nageslacht 13, waarvan Elanor de Schone de oudste was

Sam Gewissies (Engels: Samwise Gamgee) is een personage uit In de ban van de ring, het bekendste boek van de Britse schrijver J.R.R. Tolkien. Hij begeleidt hoofdpersoon Frodo Balings tijdens diens taak om de Ene Ring van het kwaad te vernietigen, om zo Sauron te verslaan en Midden-aarde te redden.

Sam wordt door vele lezers beschouwd als de echte held van het verhaal, omdat hij de enige is die de ring uit vrije wil opgeeft. Ook Bilbo gaf de ring vrijwillig op, echter na aandringen van Gandalf. Frodo bood de ring aan aan Gandalf, Galadriel en Aragorn; alle drie weigerden.

Jeugd

Hij werd geboren in het jaar 1380 van de Gouwtelling, als jongste zoon van Ham Gewissies (‘de Gabber’), de tuinman van de Balingsen van Balingshoek. Nadat geen van de twee oudste zonen van de Gabber hem in zijn beroep wilde opvolgen, was het de jonge Sam die bij zijn bejaarde vader (wonend op Balingslaantje 3) bleef en de tuin van Balingshoek verzorgde. De Gewissies uit Hobbitstee waren bekend om hun behoudende instelling en gebrek aan eerzucht. Dit kwam voort uit eerbied en liefde voor het nederige ambacht van tuinman.

De dromerige, gezette en wat achterdochtige Sam was vaak in de herberg ‘De Groene Draak' te vinden. Hij was in zijn kindertijd verzot op de verhalen van Bilbo Balings en was vooral zeer geïnteresseerd in elfen. Ook had Bilbo hem leren lezen.

Samenvatting van Sams avonturen

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

In Gouwjaar 1418 werd Sam door zijn twee vrienden (Merijn Brandebok en Pepijn Toek) in een ‘samenzwering’ betrokken. Zij hadden hun vermoedens omtrent Frodo’s reisplannen, en Sam kreeg opdracht om te zien of hij iets te weten kon komen omtrent de bezoeken van de tovenaar Gandalf. Nadat hij op een morgen door de tovenaar betrapt was toen hij voor luistervink speelde, verklapte hij de ‘samenzweerders’ echter niets meer. Het voorval leidde er bovendien toe dat Gandalf Sam uitkoos als vaste begeleider voor Frodo op een reis naar Rivendel; enerzijds om de kwestie van de Ring geheim te houden en anderzijds omdat Gandalf in hem een stoutmoedige, nuttige en trouwe metgezel voor Frodo zag.

Gedurende de reis bewijst Sam zijn trouw vele malen, en blijft hij voortdurend aan Frodo’s zijde. Zo helpt hij Frodo direct als die gewond raakt op de Weertop. Als Frodo in Rivendel de taak op zich neemt om de Ene Ring te vernietigen, is Sam de eerste die aangeeft dat hij hem zal vergezellen. Sam schiet Frodo te hulp in de mijnen van Moria als een Ork-opperhoofd hem bevecht. Als Frodo op Amon Hen besluit alleen verder te gaan, weigert Sam achter te blijven.

Vanaf het moment dat Frodo en Sam samen verder reizen, beschouwt Sam het als zijn persoonlijke taak om op Frodo’s welzijn te letten. Hij draagt voortdurend het merendeel van de bagage, kookt maaltijden en houdt vele malen de wacht. Hoewel Sam het er niet mee eens is dat Gollem de twee Hobbits begeleidt als gids, berust hij in de beslissing van Frodo. Dit belet hem echter niet om het schizofrene wezentje voortdurend in de gaten te houden. Als Sam zich ten overstaan van Faramir van Gondor vergist, en hem onbedoeld het doel van Frodo’s queeste onthult, bepleit hij vol vuur de zaak van zijn meester. Mede door de oprechte woorden van Sam besluit Faramir hen vrij te laten en te helpen op hun reis naar Mordor.

Op de grens van Mordor redt Sam nogmaals de missie. Als Frodo schijnbaar gedood is door de monsterspin Shelob verjaagt hij het gruwelijke wezen, en neemt de ring met het plan de tocht zelf te volbrengen. Daarmee wordt hij een van de ringdragers. Als Sam vervolgens ontdekt dat Frodo nog in leven is, redt hij hem uit de Ork-toren Cirith Ungol, waarna hij de Ring teruggeeft aan Frodo. Gedurende deze periode heeft Sam de Ring gebruikt om aan de Orks te ontsnappen, waardoor hij iets van Frodo’s last begint te begrijpen. Als hij op de Doemberg vervolgens de kans krijgt om zich op de verrader Gollem te wreken, blijkt zijn begrip voor deze voormalige ringdrager van doorslaggevend belang. Hij laat Gollem in leven, waardoor de Ring door diens toedoen vernietigd wordt.

Terug in de Gouw had hij een essentieel aandeel in de strijd die daar gevoerd werd. Hierna ontfermde Sam zich over het gehavende landschap van de Gouw, geholpen door het geschenk van Galadriel (een doosje met aarde uit haar boomgaard en een zaad van een Mallorn), waardoor de gouden zomer van 1420 van uitzonderlijke schoonheid was. Om deze prestatie werd Sam onder Hobbits zeer geëerd. Daarnaast werd hij een befaamd persoon in de Gouw omdat hij zevenmaal het Burgemeesterambt vervulde. Hij trouwde met Roosje Katoen, de vriendin uit zijn jongensjaren, en zij schonk hem dertien kinderen van wie Elanor, bijgenaamd ‘De Schone’, de oudste was. De drie oudste zonen kregen de naam van Sams hobbit-reisgenoten Frodo, Merijn en Pepijn; later kwam er ook nog een Bilbo.

In 1421 begeleidde Sam Frodo naar de Grijze Havens, waarna hij Frodo’s erfgenaam werd. Hij woonde tot 1482 Gouwtelling op Balingshoek en reed op zijn 102e jaar (kort na de dood van Roosje) naar de Havens, als laatste van de Dragers van de Ring. Zijn dochter Elanor vestigde zich in de Torenheuvels ten westen van de Gouw waar haar familie de leiding kreeg van de Westmark en de bewaarders van het Rode Boek van de Westmark.

Sams oudste zoon Frodo erfde de Hobbitstee en nam ter ere van Sams beroep de achternaam Tuinman aan. Deze tak werd voortgezet met Sams kleinzoon Holfast Tuinman. Sams derde dochter Goudhaartje trouwde met Faramir Toek, de zoon van Sams reisgenoot Pepijn.

Stamboom van de Hobbits

De onderstaande stamboom geeft een overzicht van de familiebanden tussen de belangrijkste hobbits uit De Hobbit en In de Ban van de Ring van J.R.R. Tolkien: Bilbo, Frodo, Pepijn, Merijn en Sam Gewissies.

 
 
Balbo
Balings
 
Berylla
Boffer
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mungo
Balings
 
 
 
 
 
 
Ponto
Balings
 
 
 
Largo
Balings
 
 
 
Gerontius
Toek
 
Adamanta
Meun
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bungo
Balings
 
Belladonna
Toek
 
Longo
Balings
 
Camellia
Buul
 
 
 
Fosco
Balings
 
Gorbadoc
Brandebok
 
Mirabella
Toek
 
 
 
Hiligrim
Toek
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bilbo
Balings
 
 
 
 
 
Otho
Buul-Balings
 
Lobelia
Brasgordel
 
Drogo
Balings
 
Primula
Brandebok
 
Rorimac
Brandebok
 
 
 
Adalgrim
Toek
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Lotho
Buul-Balings
 
 
 
 
 
Frodo
Balings
 
 
 
Saradoc
Brandebok
 
Esmeralda
Toek
 
Paladijn
Toek
 
Eglantien
Berm
 
Hamfast
Gewissies
 
Belle
Goedkind
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
(+3 dochters)
 
 
 
 
 
 
(+5 kinderen)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Meriadoc
Brandebok
 
 
 
 
 
Peregrijn
Toek
 
Diamant uit
Lange Kleef
 
Sam
Gewissies
 
Roosje
Katoen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
(+12 kinderen)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Faramir
Toek
 
 
 
 
 
Goudhaartje
Gewissies
 
 
 
 
 
 
 

Filmversie

In Peter Jacksons filmtrilogie The Lord of the Rings speelde Sean Astin de rol van Sam (voor een salaris voor de drie films van $ 250.000).

Bron

  • J.E.A. Tyler, Tolkien lexicon; Utrecht, 20022