Sjabloon:Tijdbalk Germaans

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
IJzertijd
500 v.Chr.–n.Chr. 200
Oergermaans
Oost-Germaans West-Germaans Noord-Germaans
'Continentaal Germaans' Ingveoons
Grote Volksverhuizing
200–700
Gotisch, Longobardisch1   Oudnederfrankisch Oudsaksisch Oudfries Oudengels Oernoords
Vandaals, Bourgondisch, Oudhoogduits
Vroege middeleeuwen
700–1100
Runen-Oudwestnoords Runen-Oudoostnoords
Hoge middeleeuwen
1100–1350
Middelhoogduits Limburgs (Diets) Middelnederlands (Diets) Middelnederduits Middelengels Oudijslands Oudnoords Ouddeens Oudzweeds Oudgutnisch
Late middeleeuwen2
1350–1500
Vroegnieuwhoogduits Middelijslands Oudfaeröers Oudnorn Middelnoors Middeldeens Middelzweeds Middelgutnish
Nieuwe tijd
1500–1700
Krim-Gotisch Limburgs (Nederfrankisch) Nederlands (Nederfrankisch) Middelfries Engels IJslands Faeröers Norn Noors (Bokmål en Nynorsk) Deens Zweeds Gutnish
Moderne tijd
1700-nu
alle uitgestorven Hoogduits Nedersaksisch/
Nederduits
Friese talen uitgestorven3 uitgestorven3
Aantek. 1: Meningen verschillen over de indeling van het Longobardisch. In tegenstelling tot zijn afgezonderde plek in dit overzicht, wordt het ook ingedeeld als nauw verwant met het Opperduits ofwel het Oudsaksisch.
Aantek. 2: Late middeleeuwen verwijst naar het tijdperk na de Zwarte Dood. Vooral voor de taaltoestand in Noorwegen was deze gebeurtenis belangrijk.
Aantek. 3: De Norn-sprekers werd bevolen het Schots te spreken, en het Gutnish is tegenwoordig vrijwel een dialect van het Zweeds.