Wereldkampioenschap rally in 1990: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Josti88 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Josti88 (overleg | bijdragen)
Regel 20: Regel 20:
Lancia vestigde dat jaar een record, door voor de vierde maal op rij kampioen bij de constructeurs te worden. Inmiddels was dit ook al hun achtste WK-titel als merk, echter stonden ze daar al langer bovenaan in de lijst. Toyota werd met slechts zes punten achterstand, tweede in de strijd om de titel, en op verre afstand kwam Mitsubishi pas aanzetten op plaats drie.
Lancia vestigde dat jaar een record, door voor de vierde maal op rij kampioen bij de constructeurs te worden. Inmiddels was dit ook al hun achtste WK-titel als merk, echter stonden ze daar al langer bovenaan in de lijst. Toyota werd met slechts zes punten achterstand, tweede in de strijd om de titel, en op verre afstand kwam Mitsubishi pas aanzetten op plaats drie.


Het kampioenschap voor productiewagens ([[Groep N]]) werd wederom gewonnen door de Fransman Alain Oreille, achter het stuur van een [[Renault 5|Renault 5 GT Turbo]]. Een WK-overwinning zat er dat jaar echter niet in. Ook werd dat jaar de '''FIA Ladies Cup''' geïntroduceerd, met de Britse Louise-Aitken Walker in een [[Opel Kadett]] als winnares.
Het kampioenschap voor productiewagens ([[Groep N]]) werd wederom gewonnen door de Fransman Alain Oreille, achter het stuur van een [[Renault 5|Renault 5 GT Turbo]]. Een WK-overwinning zat er dat jaar echter niet in. Ook werd dat jaar de ''FIA Ladies Cup'' geïntroduceerd, met de Britse Louise-Aitken Walker in een [[Opel Kadett]] als winnares.


==Overzicht==
==Overzicht==

Versie van 17 aug 2008 22:49

 WK-Rally per seizoen
Vorige: 1989
Huidige: 1990
Volgende: 1991

Het Wereldkampioenschap Rally in 1990 was het achttiende jaar van het FIA World Rally Championship (WRC). Op de eerste plaats werd de kalender niet gewijzigd, maar voorafgaand aan het seizoen werd bekend dat de WK-ronde in Zweden geen doorgang kon krijgen, wegens het gebrek aan sneeuw, waar de rally normaal altijd op verreden werd. Bij deze telde de kalender voor het eerst sinds 1985 weer 12 evenementen.

Kenmerken

Het seizoen trapte weer traditioneel af in Monte Carlo. Daar werd het een gevecht tussen de twee kemphanen van Lancia en Toyota, Didier Auriol en Carlos Sainz. De laatst genoemde was eigenlijk de enige rijder die het de Lancia-coureurs lastig kon maken. Juha Kankkunen keerde namelijk weer terug bij Lancia. Regerend kampioen Miki Biasion, begon ondanks twee overwinningen dat seizoen, langzaam minder prominent in het kampioenschap te worden. Sainz won dat jaar zijn eerste WK-Rally in de Griekse Acropolis Rally en besliste met een derde plaats in de WK-ronde in Italië het kampioenschap in zijn voordeel. Tevens was de Spanjaard dat jaar de eerste niet-Scandinavische winnaar van de Rally van Finland. Hij sloot het seizoen sterk af met een verdiende overwinning in Groot-Brittannië. Teamgenoot en oude rot in het vak Björn Waldegård won op zijn 46-jarige leeftijd zijn vierde Safari Rally dat jaar, en is daarmee nog steeds de oudste winnaar van een WK-Rally ooit.

Mitsubishi kon het succes van het jaar daarvoor, niet herhalen in 1990. Ari Vatanen kende ondanks een aantal sterke optredens een wisselvallig seizoen en keerde het jaar daarop niet terug bij het team. Zijn nieuwe teamgenoot Kenneth Eriksson kon geen potten breken, maar werd wel de best geklasseerde Mitsubishi-rijder in het kampioenschap, op plaats acht. Het team van Mazda kwam halverwege het seizoen eindelijk met een opvolger voor de 323 4WD, in de vorm van een doorgeëvolueerde versie genaamd de GTX. Inmiddels gebasseerd op een nieuwer model van de 323-serie. Een grote impact werd er echter met rijders Timo Salonen en Hannu Mikkola niet mee gemaakt. Ford reed net zoals in 1989 een geselecteerd programma als semi-officieel fabrieksteam, met rijders Malcolm Wilson en Pentti Airikkala, zonder al teveel succes. Het team debuteerde dat jaar de nieuwe Sierra RS Cosworth 4x4. Dat jaar zagen we ook de entrée van de Prodrive-Subaru formatie (een nog steeds lopend project in het WK-Rally), met voornaamste rijder Markku Alén, overkomend van Lancia. Ondanks de onbetrouwbaarheid van de Legacy RS, werd de Fin sterk vierde in zijn thuisrally, wat perspectief bood voor de toekomst. Een laatste interessante deelname kwam er van Volkswagen, die een laatste serieuze poging deed naar WK-succes met de Golf G60 Rallye. Ondanks een derde plaats van Erwin Weber in Nieuw-Zeeland, werd het project na het seizoen stop gezet.

Lancia vestigde dat jaar een record, door voor de vierde maal op rij kampioen bij de constructeurs te worden. Inmiddels was dit ook al hun achtste WK-titel als merk, echter stonden ze daar al langer bovenaan in de lijst. Toyota werd met slechts zes punten achterstand, tweede in de strijd om de titel, en op verre afstand kwam Mitsubishi pas aanzetten op plaats drie.

Het kampioenschap voor productiewagens (Groep N) werd wederom gewonnen door de Fransman Alain Oreille, achter het stuur van een Renault 5 GT Turbo. Een WK-overwinning zat er dat jaar echter niet in. Ook werd dat jaar de FIA Ladies Cup geïntroduceerd, met de Britse Louise-Aitken Walker in een Opel Kadett als winnares.

Overzicht

Kalender

  Datum Rally Winnaar Wagen
1 19-25/1 Vlag van Monaco Monte Carlo Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta Integrale 16V
3 6-10/3 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Italië Miki Biasion
Lancia Delta Integrale 16V
4 11-16/4 Vlag van Kenia Kenia Vlag van Zweden Björn Waldegård
Toyota Celica GT-Four
5 6-9/5 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta Integrale 16V
6 3-6/6 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica GT-Four
7 30-3/6-7 Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica GT-Four
8 24-28/7 Vlag van Argentinië Argentinië Vlag van Italië Miki Biasion
Lancia Delta Integrale 16V
9 23-26/8 Vlag van Finland Finland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica GT-Four
11 20-23/9 Vlag van Australië Australië Vlag van Finland Juha Kankkunen
Lancia Delta Integrale 16V
10 14-18/10 Vlag van Italië Italië Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Lancia Delta Integrale 16V
11 28-1/10-11 Vlag van Ivoorkust Ivoorkust Vlag van Frankrijk Patrick Tauziac
Mitsubishi Galant VR-4
12 25-28/11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Groot-Brittannië Vlag van Spanje Carlos Sainz
Toyota Celica GT-Four

Rijders

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van Spanje Carlos Sainz

Vlag van Japan Toyota

140

2

Vlag van Frankrijk Didier Auriol

Vlag van Italië Lancia

90

3

Vlag van Finland Juha Kankkunen

Vlag van Italië Lancia

85

4

Vlag van Italië Miki Biasion

Vlag van Italië Lancia

76

5

Vlag van Zweden Mikael Ericsson

Vlag van Japan Toyota

32

6

Vlag van Italië Dario Cerrato

Vlag van Italië Lancia

30

7

Vlag van Oostenrijk Rudi Stohl

Vlag van Duitsland Audi

29

8

Vlag van Zweden Kenneth Eriksson

Vlag van Japan Mitsubishi

27

9

Vlag van Italië Alessandro Fiorio

Vlag van Italië Lancia

25

10

Vlag van Zweden Ingvar Carlsson

Vlag van Japan Mazda

23

Rijders (Groep N)

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van Frankrijk Alain Oreille

Vlag van Frankrijk Renault

56

2

Vlag van Uruguay Gustavo Trelles

Vlag van Italië Lancia

52

3

Vlag van Finland Tommi Mäkinen

Vlag van Japan Mitsubishi

46

4

Vlag van Argentinië Jorge Recalde

Vlag van Italië Lancia

26

5

Vlag van Argentinië Ernesto Soto

Vlag van Italië Lancia

25

Constructeurs

Plaats Team Punten

1

Vlag van Italië Lancia

137

2

Vlag van Japan Toyota

131

3

Vlag van Japan Mitsubishi

56

4

Vlag van Japan Subaru

43

5

Vlag van Japan Mazda

30

6

Vlag van Frankrijk Renault

24

7

Vlag van Duitsland Audi

24

8

Vlag van Verenigde Staten Ford

22

9

Vlag van Duitsland BMW

14

10

Vlag van Duitsland Volkswagen

10


Sjabloon:Navigatie Wereldkampioenschap Rally