Stengelloze silene: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Veendorp (overleg | bijdragen)
diversen
Veendorp (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:
| naam= Stengelloze silene
| naam= Stengelloze silene
| afbeelding= Stengellozesilene.jpg
| afbeelding= Stengellozesilene.jpg
| afbeeldingtekst= ''Silene acaulis''
| afbeeldingtekst=
| rijk= ''[[Planten|Plantae]]'' (Planten)
| rijk= ''[[Planten|Plantae]]'' (Planten)
| stam= ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten)
| stam= ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten)

Versie van 30 okt 2008 20:22

Stengelloze silene
Stengelloze silene
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Geavanceerde tweezaadlobbigen
Orde:Caryophyllales
Familie:Caryophyllaceae (Anjerfamilie)
Geslacht:Silene
Soort
Silene acaulis
L. (1753)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Stengelloze silene op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De stengelloze silene (Silene acaulis) is een plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De plant komt voor op een hoogte tussen 1500 en 3600 m in Midden- en Noord-Europa, alwaar deze kussens met donkerroze bloemen vormt. Zeer zeldzaam is er een witgekleurde bloem.

De bloemen zijn 1,5-2,5 cm breed: elke bloem staat op een eigen steeltje en heeft vijf kroonblaadjes. De kelkbladeren zijn vergroeid tot een buis. De stengel is dichtbezet met lijnvormige bladeren. De plant bloeit van mei tot september en wordt maximaal 5 cm hoog.

Voorkomen

De plant leeft in de gebergtes van Midden-Europa (meer bepaald in de Alpen, de Appenijnen en de Pyreneeën) op een hoogte tussen 1500 en 3600 m en in Noord-Europa. De stengelloze silene is kalkminnend en verkiest bovendien bodems met een losse structuur, zoals lawinepuin, maar ook op hogergelegen alpenweiden kan hij gezien worden.

Bijzonderheden

De plant doet aan zelfbemesting doordat de bladeren in het kussen afsterven en nieuw voedsel bieden voor de plant. Zo kan de soort op zeer onvruchtbare bodems toch standhouden.