Vijftigers: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
Versie 22432422 van 78.22.179.250 (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 22: Regel 22:
*[[Simon Vinkenoog]]
*[[Simon Vinkenoog]]
*[[Paul Snoek]]
*[[Paul Snoek]]
*[[Johan Bontridder]]


===Proza===
===Proza===

Versie van 28 aug 2010 23:09

Met de Vijftigers wordt een literaire beweging in Nederland en België aangeduid. Aan het eind van de jaren ’40 liet een nieuwe groep jonge dichters van zich horen.

Achtergrond

De Vijftigers verzetten zich tegen de kunstopvattingen van hun voorgangers. Er is een lyriek die wij afschaffen, zoals ze dat stelden. Het gaat hier om de dichters Lucebert, Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar. Zij waren wat eerder betrokken geraakt bij een groep jonge Deense, Belgische en Nederlandse kunstenaars, die zich Cobra noemde, Copenhagen, Brussel, Amsterdam. Volgens deze Cobra-kunstenaars – onder hen Karel Appel en Corneille – kon echte ‘vitale’ kunst alleen gemaakt worden door werkelijk vrije mensen. Alles wat die vrijheid in de weg stond, moest worden bestreden. Esthetische conventies waren bij uitstek zaken die vrijheidsbelemmerend werkten, en daarom moest de kunst weer rechtstreeks kunnen ontstaan vanuit haar oerbronnen: spontaneïteit en directheid waren belangrijk. Voorbeelden van onmiddellijke expressie, niet gehinderd door allerlei esthetische ‘lagen eroverheen’ vonden zij vooral in kindertekeningen en in Afrikaanse volkskunst.

De dichters van de Beweging van Vijftig zoeken heel sterk de uitdrukking van de totale mens, dus zowel gevoel als verstand. Ze gingen daarom in tegen de ratio die de werkelijkheid opdeelt in categorieën, die verdeelt en scheidt. Zij zoeken het – misschien om die reden – in hun kunst vaak in lichamelijke beelden, eten, spijsvertering. Als alternatief voor het verstand zijn voor hen de zintuigen. Op zich ageren ze niet tegen het weten, maar streven wel naar een andere soort weten, waarbij ervaring centraal staat: 'Denken met tong en handen' zoals Elburg het verwoordde.

Tegelijk hadden zij een afkeer van wat zij ‘gekunsteld’ zouden noemen. Zij voelden zich aangetrokken tot het spontane zoals dat ook in het Surrealisme bestaat. Die drang tot onbelemmerde uiting, vrij van allerlei beperkingen van vorm, leidde er bij hen toe dat zij heel veel typische vormaspecten loslaten. Zij gebruiken bijna geen rijm (althans geen eindrijm), geen regelmatige versvormen, en ook laten zij vaak interpunctie (punten, komma's) achterwege in hun gedichten. Vaak weet je niet waar de ene zin ophoudt en waar de volgende begint en zo worden zinnen vaak voor meerdere uitleg vatbaar. Hiermee wilden ze de invloed van het logisch denken verkleinen. Deze vorm van dichten werd ‘experimenteel’ genoemd.

Leden

Tot de beweging van vijftig kunnen worden gerekend:

Poëzie

Proza

Secundaire literatuur

  • Hugo Brems, Lichamelijkheid in de experimentele poëzie. Bijdrage tot de karakterisering en de literair-historische situering van de moderne Nederlandse poëzie 1950-1960, Hasselt, 1976.
  • R.L.K. Fokkema, Het komplot der Vijftigers. Een literair-historische documentaire, Amsterdam, 1979.
  • Willemijn Stokvis, Cobra. Geschiedenis, voorspel en betekenis van een beweging in de kunst van na de tweede wereldoorlog, Amsterdam, 1974.

Externe links