Hélène Nolthenius: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k opmaak
Regel 34: Regel 34:


Nolthenius studeerde [[muziekwetenschap]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht|Universiteit Utrecht]]. Daarmee zette zij een familietraditie voort. Zowel grootvader als vader waren [[classicus]] en [[musicus]]. In 1941 richtte zij samen met Nancy van der Elst [[Hucbald (studievereniging)|Studievereniging Hucbald]] op. Van der Elst componeerde enkele werken op teksten van Nolthenius, waaronder het - nog steeds door de vereniging gebruikte - Hucbald-'motet'. <br />
Nolthenius studeerde [[muziekwetenschap]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht|Universiteit Utrecht]]. Daarmee zette zij een familietraditie voort. Zowel grootvader als vader waren [[classicus]] en [[musicus]]. In 1941 richtte zij samen met Nancy van der Elst [[Hucbald (studievereniging)|Studievereniging Hucbald]] op. Van der Elst componeerde enkele werken op teksten van Nolthenius, waaronder het - nog steeds door de vereniging gebruikte - Hucbald-'motet'. <br />
Vanuit een sterke sociale bewogenheid sloot zij zich enige tijd aan bij de [[Communistische Partij van Nederland|CPN]]. Ook was zij enige tijd belijdend [[rooms-katholieke Kerk|katholiek]]. In 1945 deed Nolthenius [[doctoraalexamen]]. Zij begon haar carrière met het schrijven van muziek[[recensie]]s voor het rooms-katholieke dagblad [[De Maasbode]]. Zij werd in 1946 hoofd van de muziekafdeling van de [[Katholieke Radio Omroep]] (KRO). In 1948 [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] zij bij [[Albert Smijers]] op een [[proefschrift]] over ''De oudste melodiek van Italië : de muziek van het Duecento''.
Vanuit een sterke sociale bewogenheid sloot zij zich enige tijd aan bij de [[Communistische Partij van Nederland|CPN]]. Ook was zij enige tijd belijdend [[rooms-katholieke Kerk|katholiek]]. In 1945 deed Nolthenius [[doctoraalexamen]]. Zij begon haar carrière met het schrijven van muziek[[recensie]]s voor het rooms-katholieke dagblad [[De Maasbode]]. Zij werd in 1946 hoofd van de muziekafdeling van de [[Katholieke Radio Omroep]] (KRO). In 1948 [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] zij bij [[Albert Smijers]] op een [[proefschrift]] over ''De oudste melodiek van Italië: de muziek van het Duecento''.


Begin jaren vijftig verschenen haar eerste literair-wetenschappelijke boeken waarmee zij beroemd werd. In de jaren zeventig en tachtig publiceerde zij misdaadromans die zij situeerde in het middeleeuwse Italië.
Begin jaren vijftig verschenen haar eerste literair-wetenschappelijke boeken waarmee zij beroemd werd. In de jaren zeventig en tachtig publiceerde zij misdaadromans die zij situeerde in het middeleeuwse Italië.


In 1958 werd Nolthenius [[buitengewoon hoogleraar]] muziekgeschiedenis van de Oudheid en de [[Middeleeuwen]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht]]. In 1966 werd haar [[leerstoel]] omgezet in een gewoon [[hoogleraar]]schap. In 1974 werd zij benoemd tot lid van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]],(KNAW). Sedert de jaren negentig wordt zij beschouwd als een belangrijke voortrekker op het gebied van de nieuwe geschiedschrijving, met name de mentaliteitsgeschiedenis.
In 1958 werd Nolthenius [[buitengewoon hoogleraar]] muziekgeschiedenis van de Oudheid en de [[Middeleeuwen]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht]]. In 1966 werd haar [[leerstoel]] omgezet in een gewoon [[hoogleraar]]schap. In 1974 werd zij benoemd tot lid van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]], (KNAW). Sedert de jaren negentig wordt zij beschouwd als een belangrijke voortrekker op het gebied van de nieuwe geschiedschrijving, met name de mentaliteitsgeschiedenis.


Als erudiete geleerde stond Nolthenius pal voor het behoud van de humaniora aan de universiteit. Zij leed zeer onder de algemene teruggang in het ontwikkelingsniveau van studenten. Deze waren het gevolg van een reeks bezuinigingsrondes in de jaren zestig en zeventig. Zij was een geliefd docent, al kon zij in haar colleges ongenaakbaar overkomen en waren haar tentamens gevreesd. Hélène Nolthenius was zeer onder de indruk van [[Franciscus van Assisi]], ook al distantieerde zij zich van het katholicisme en koos zij voor de rede boven het geloof<ref>[[Etty Mulder]]: ''Rede en vervoering : Helene Nolthenius 1920 -2000''. Vantilt, 2009.</ref>. Gebeurtenissen in de oorlogstijd hadden een blijvende invloed op haar leven.
Als erudiete geleerde stond Nolthenius pal voor het behoud van de humaniora aan de universiteit. Zij leed zeer onder de algemene teruggang in het ontwikkelingsniveau van studenten. Deze waren het gevolg van een reeks bezuinigingsrondes in de jaren zestig en zeventig. Zij was een geliefd docent, al kon zij in haar colleges ongenaakbaar overkomen en waren haar tentamens gevreesd. Hélène Nolthenius was zeer onder de indruk van [[Franciscus van Assisi]], ook al distantieerde zij zich van het katholicisme en koos zij voor de rede boven het geloof<ref>[[Etty Mulder]]: ''Rede en vervoering : Helene Nolthenius 1920 -2000''. Vantilt, 2009.</ref>. Gebeurtenissen in de oorlogstijd hadden een blijvende invloed op haar leven.

Versie van 23 mrt 2013 20:24

Helene Nolthenius
Hélène Nolthenius
Algemene informatie
Volledige naam Hélène Francisca Nolthenius
Geboren 9 april 1920
Geboorteplaats Amsterdam
Overleden 22 april 2000
Overlijdensplaats Amsterdam
Land Nederland
Beroep Schrijfster en cultuurhistorica
Werk
Bekende werken Renaissance in mei, Duecento
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Hélène Francisca Nolthenius, schrijversnaam Helene Nolthenius, aan de universiteit bekend als prof. dr Helene Wagenaar-Nolthenius (Amsterdam, 9 april 1920 - aldaar, 22 april 2000) was een Nederlandse schrijver, musicoloog en cultuurhistoricus.

Nolthenius studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Daarmee zette zij een familietraditie voort. Zowel grootvader als vader waren classicus en musicus. In 1941 richtte zij samen met Nancy van der Elst Studievereniging Hucbald op. Van der Elst componeerde enkele werken op teksten van Nolthenius, waaronder het - nog steeds door de vereniging gebruikte - Hucbald-'motet'.
Vanuit een sterke sociale bewogenheid sloot zij zich enige tijd aan bij de CPN. Ook was zij enige tijd belijdend katholiek. In 1945 deed Nolthenius doctoraalexamen. Zij begon haar carrière met het schrijven van muziekrecensies voor het rooms-katholieke dagblad De Maasbode. Zij werd in 1946 hoofd van de muziekafdeling van de Katholieke Radio Omroep (KRO). In 1948 promoveerde zij bij Albert Smijers op een proefschrift over De oudste melodiek van Italië: de muziek van het Duecento.

Begin jaren vijftig verschenen haar eerste literair-wetenschappelijke boeken waarmee zij beroemd werd. In de jaren zeventig en tachtig publiceerde zij misdaadromans die zij situeerde in het middeleeuwse Italië.

In 1958 werd Nolthenius buitengewoon hoogleraar muziekgeschiedenis van de Oudheid en de Middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1966 werd haar leerstoel omgezet in een gewoon hoogleraarschap. In 1974 werd zij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, (KNAW). Sedert de jaren negentig wordt zij beschouwd als een belangrijke voortrekker op het gebied van de nieuwe geschiedschrijving, met name de mentaliteitsgeschiedenis.

Als erudiete geleerde stond Nolthenius pal voor het behoud van de humaniora aan de universiteit. Zij leed zeer onder de algemene teruggang in het ontwikkelingsniveau van studenten. Deze waren het gevolg van een reeks bezuinigingsrondes in de jaren zestig en zeventig. Zij was een geliefd docent, al kon zij in haar colleges ongenaakbaar overkomen en waren haar tentamens gevreesd. Hélène Nolthenius was zeer onder de indruk van Franciscus van Assisi, ook al distantieerde zij zich van het katholicisme en koos zij voor de rede boven het geloof[1]. Gebeurtenissen in de oorlogstijd hadden een blijvende invloed op haar leven.

Nolthenius raakte bij een groot publiek bekend door haar vaak herdrukte boeken Renaissance in mei en Duecento, evenals haar studies over het Gregoriaans, Muziek tussen hemel en aarde, en een biografie van Franciscus van Assisi, Een man uit het dal van Spoleto. Haar boek over het Gregoriaans beleefde in 2009 een derde editie.

Externe links