Bé Udink: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
werkzaamheden bij OGEM toegevoegd
Referentie in tekst geplaatst
Regel 26: Regel 26:


=== Volkshuisvesting ===
=== Volkshuisvesting ===
Hij was minister van Volkshuisvesting in de kabinetten [[kabinet-Biesheuvel I|Biesheuvel I]] en [[kabinet-Biesheuvel II|Biesheuvel II]]. Hij voerde de [[huurharmonisatie]] in waarop de linkse oppositie hem fel aanviel. In 1972 lanceerde minister Udink het [[Rijksspreidingsbeleid]] dat beoogde instanties van het Rijk naar provincies te verplaatsen. Tevens was er het doel opgenomen de kantorensector in het Haagse af te remmen. Dit beleid was het vervolg op een rapport van de Commissie Spreiding Rijksinstellingen uit 1961. In de tien à twaalf jaar na 1972 plaatste het Rijk 16.000 Haagse ambtenaren over naar provinciesteden als Apeldoorn, Groningen, Zwolle, Enschede en Heerlen. Het ging om ca. 16.000 gezinnen, met in totaal ca. 50.000 tot 60.000 welvarende inwoners. Diensten van het [[Ministerie van Defensie]] gingen de provincie in; de Centrale Directie van de PTT (toen nog een Rijksdienst) verhuisde naar [[Groningen (stad)|Groningen]] en de Topografische dienst naar [[Emmen (Drenthe)|Emmen]]. Voor Den Haag had dit tot gevolg dat het inwonertal drastisch daalde en vooral middenklassegezinnen de stad uit trokken. Met de verplaatsing van Rijksdiensten werd beoogd de provincies juist een impuls te geven.
Hij was minister van Volkshuisvesting in de kabinetten [[kabinet-Biesheuvel I|Biesheuvel I]] en [[kabinet-Biesheuvel II|Biesheuvel II]]. Hij voerde de [[huurharmonisatie]] in waarop de linkse oppositie hem fel aanviel. In 1972 lanceerde minister Udink het [[Rijksspreidingsbeleid]] dat beoogde instanties van het Rijk naar provincies te verplaatsen. Tevens was er het doel opgenomen de kantorensector in het Haagse af te remmen. Dit beleid was het vervolg op een rapport van de Commissie Spreiding Rijksinstellingen uit 1961.<ref>Tweede Kamer der Staten-Generaal [http://resourcessgd.kb.nl/SGD/19801981/PDF/SGD_19801981_0006344.pdf Evaluatie van het Rijksspreidingsbeleid, Zitting 1980-1981, nummer: 16625]</ref> In de tien à twaalf jaar na 1972 plaatste het Rijk 16.000 Haagse ambtenaren over naar provinciesteden als Apeldoorn, Groningen, Zwolle, Enschede en Heerlen. Het ging om ca. 16.000 gezinnen, met in totaal ca. 50.000 tot 60.000 welvarende inwoners. Diensten van het [[Ministerie van Defensie]] gingen de provincie in; de Centrale Directie van de PTT (toen nog een Rijksdienst) verhuisde naar [[Groningen (stad)|Groningen]] en de Topografische dienst naar [[Emmen (Drenthe)|Emmen]]. Voor Den Haag had dit tot gevolg dat het inwonertal drastisch daalde en vooral middenklassegezinnen de stad uit trokken. Met de verplaatsing van Rijksdiensten werd beoogd de provincies juist een impuls te geven.
Udink speelde na zijn ministerschap een belangrijke rol bij het [[Overzeese Gas- en Electriciteitsmaatschappij N.V.|OGEM-concern]].
Udink speelde na zijn ministerschap een belangrijke rol bij het [[Overzeese Gas- en Electriciteitsmaatschappij N.V.|OGEM-concern]].
Regel 34: Regel 34:


Begin 1980 nam Udink ontslag, of hij werd ontslagen, na zwaar tegenvallende resultaten. Hij werd verder verweten de zaken te rooskleuring te hebben voorgesteld. Over het eerste halfjaar van 1979 werd een winst van 11 miljoen gulden gerapporteerd, terwijl intern al een verlies van ruim 30 miljoen gulden voor het hele jaar werd verwacht.<ref>Telegraaf [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem+resultaten&coll=ddd&identifier=ddd%3A011205663%3Ampeg21%3Aa0458&resultsidentifier=ddd%3A011205663%3Ampeg21%3Aa0458 Ex-topman ontkent gekoei met resultaten], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref> Een onderzoekrapport van Prof. Kuin legde diverse problemen van OGEM en de rol van Udink daarin bloot.<ref name=TLGONTSLAG>Telegraaf [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem+Kuin&coll=ddd&identifier=ddd%3A011204951%3Ampeg21%3Aa0303&resultsidentifier=ddd%3A011204951%3Ampeg21%3Aa0303 Udink terecht ontslagen, 7 januari 1981], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref> De problemen in de bouwdivisie van OGEM werd te laat onderkend en de mislukte overname van het Duitse ''Beton- und Munierbau'' heeft veel geld gekost.<ref name=TLGONTSLAG/> Kort na de overname ging dit bedrijf [[failliet]] omdat een grondig boekenonderzoek niet nodig was volgens Udink. Het besluit van OGEM om het aandelenbelang in het verlieslijdende [[Lindeteves-Jacoberg]] naar 100% te verhogen was ook ongelukkig.<ref name=TLGONTSLAG/> Over zijn vertrekregeling is nog gesteggeld, maar na dreiging met een rechtszaak, kreeg Udink een afvloeiingsregeling ter waarde van 1,5 miljoen gulden.<ref>Het Vrije Volk [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem&coll=ddd&identifier=ddd%3A010960650%3Ampeg21%3Aa0227&resultsidentifier=ddd%3A010960650%3Ampeg21%3Aa0227 Udink krijgt 1,5 miljoen, 6 september 1980], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref>
Begin 1980 nam Udink ontslag, of hij werd ontslagen, na zwaar tegenvallende resultaten. Hij werd verder verweten de zaken te rooskleuring te hebben voorgesteld. Over het eerste halfjaar van 1979 werd een winst van 11 miljoen gulden gerapporteerd, terwijl intern al een verlies van ruim 30 miljoen gulden voor het hele jaar werd verwacht.<ref>Telegraaf [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem+resultaten&coll=ddd&identifier=ddd%3A011205663%3Ampeg21%3Aa0458&resultsidentifier=ddd%3A011205663%3Ampeg21%3Aa0458 Ex-topman ontkent gekoei met resultaten], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref> Een onderzoekrapport van Prof. Kuin legde diverse problemen van OGEM en de rol van Udink daarin bloot.<ref name=TLGONTSLAG>Telegraaf [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem+Kuin&coll=ddd&identifier=ddd%3A011204951%3Ampeg21%3Aa0303&resultsidentifier=ddd%3A011204951%3Ampeg21%3Aa0303 Udink terecht ontslagen, 7 januari 1981], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref> De problemen in de bouwdivisie van OGEM werd te laat onderkend en de mislukte overname van het Duitse ''Beton- und Munierbau'' heeft veel geld gekost.<ref name=TLGONTSLAG/> Kort na de overname ging dit bedrijf [[failliet]] omdat een grondig boekenonderzoek niet nodig was volgens Udink. Het besluit van OGEM om het aandelenbelang in het verlieslijdende [[Lindeteves-Jacoberg]] naar 100% te verhogen was ook ongelukkig.<ref name=TLGONTSLAG/> Over zijn vertrekregeling is nog gesteggeld, maar na dreiging met een rechtszaak, kreeg Udink een afvloeiingsregeling ter waarde van 1,5 miljoen gulden.<ref>Het Vrije Volk [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Udink+Ogem&coll=ddd&identifier=ddd%3A010960650%3Ampeg21%3Aa0227&resultsidentifier=ddd%3A010960650%3Ampeg21%3Aa0227 Udink krijgt 1,5 miljoen, 6 september 1980], geraadpleegd op 3 maart 2015</ref>

* Evaluatie van het Rijksspreidingsbeleid op http://resourcessgd.kb.nl/SGD/19801981/PDF/SGD_19801981_0006344.pdf


{{Appendix|1=alles|2=
{{Appendix|1=alles|2=

Versie van 3 mrt 2015 12:10

Berend Jan Udink
Berend Jan Udink (1969)
Algemene informatie
Volledige naam Berend Jan Udink
Geboren Deventer, 12 februari 1926
Partij CHU
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Berend Jan Udink (Deventer, 12 februari 1926) was een Nederlandse politicus. Hij was fractievoorzitter van de Christelijk-Historische Unie (CHU).

Politiek

Udink was een econoom die op 3 april 1967 op zijn autoradio toevallig hoorde dat hij minister voor Ontwikkelingssamenwerking zou worden in het kabinet-De Jong, hoewel hij De Jong nog nooit had ontmoet. Hij wist een begrotingsnorm van 1 procent ontwikkelingshulp vast te leggen door met aftreden te dreigen. Hij voerde in 1971 een verkiezingscampagne waarin 'law and order' centraal stond.

Volkshuisvesting

Hij was minister van Volkshuisvesting in de kabinetten Biesheuvel I en Biesheuvel II. Hij voerde de huurharmonisatie in waarop de linkse oppositie hem fel aanviel. In 1972 lanceerde minister Udink het Rijksspreidingsbeleid dat beoogde instanties van het Rijk naar provincies te verplaatsen. Tevens was er het doel opgenomen de kantorensector in het Haagse af te remmen. Dit beleid was het vervolg op een rapport van de Commissie Spreiding Rijksinstellingen uit 1961.[1] In de tien à twaalf jaar na 1972 plaatste het Rijk 16.000 Haagse ambtenaren over naar provinciesteden als Apeldoorn, Groningen, Zwolle, Enschede en Heerlen. Het ging om ca. 16.000 gezinnen, met in totaal ca. 50.000 tot 60.000 welvarende inwoners. Diensten van het Ministerie van Defensie gingen de provincie in; de Centrale Directie van de PTT (toen nog een Rijksdienst) verhuisde naar Groningen en de Topografische dienst naar Emmen. Voor Den Haag had dit tot gevolg dat het inwonertal drastisch daalde en vooral middenklassegezinnen de stad uit trokken. Met de verplaatsing van Rijksdiensten werd beoogd de provincies juist een impuls te geven.

Udink speelde na zijn ministerschap een belangrijke rol bij het OGEM-concern.

OGEM

In 1973 kwam Udink bij OGEM in dienst en was verantwoordelijk voor de internationale activiteiten. In januari 1978 werd hij president-directeur, hij volgde Karel Fibbe op die acht jaar lang leiding aan OGEM had gegeven. Onder Fibbe en Udink groeide OGEM zeer snel mede door veel overnames, in 1979 telde het bedrijf zo'n 20.000 medewerkers.

Begin 1980 nam Udink ontslag, of hij werd ontslagen, na zwaar tegenvallende resultaten. Hij werd verder verweten de zaken te rooskleuring te hebben voorgesteld. Over het eerste halfjaar van 1979 werd een winst van 11 miljoen gulden gerapporteerd, terwijl intern al een verlies van ruim 30 miljoen gulden voor het hele jaar werd verwacht.[2] Een onderzoekrapport van Prof. Kuin legde diverse problemen van OGEM en de rol van Udink daarin bloot.[3] De problemen in de bouwdivisie van OGEM werd te laat onderkend en de mislukte overname van het Duitse Beton- und Munierbau heeft veel geld gekost.[3] Kort na de overname ging dit bedrijf failliet omdat een grondig boekenonderzoek niet nodig was volgens Udink. Het besluit van OGEM om het aandelenbelang in het verlieslijdende Lindeteves-Jacoberg naar 100% te verhogen was ook ongelukkig.[3] Over zijn vertrekregeling is nog gesteggeld, maar na dreiging met een rechtszaak, kreeg Udink een afvloeiingsregeling ter waarde van 1,5 miljoen gulden.[4]

Zie de categorie Berend Jan Udink van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
Th.H. Bot
Minister zonder portefeuille (hulp aan ontwikkelingslanden)
1967-1971
Opvolger:
C. Boertien
Voorganger:
W. Drees jr.
Minister van Verkeer en Waterstaat
1972-1973
Opvolger:
Th.E. Westerterp
Voorganger:
W.F. Schut
Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
1971-1973
Opvolger:
J.P.A. Gruijters