Marianne van Oranje-Nassau: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Haagschebluf (overleg | bijdragen)
Kinderen: herstel
Haagschebluf (overleg | bijdragen)
Huwelijk en kinderen
Regel 35: Regel 35:
*[[Frederika Wilhelmina Louise Elisabeth Alexandrine van Pruisen|Alexandrine]] (1842-1906), gehuwd met [[Willem van Mecklenburg]].
*[[Frederika Wilhelmina Louise Elisabeth Alexandrine van Pruisen|Alexandrine]] (1842-1906), gehuwd met [[Willem van Mecklenburg]].


Het huwelijk tussen Marianne en Albert was slecht. In 1845 verliet Marianne haar man en Berlijn om zich in [[Voorburg (Zuid-Holland)|Voorburg]] te vestigen, waar ze op 7 maart 1848 de voorname buitenplaats ''Rusthof'' kocht. Hier leefde ze openlijk samen met haar koetsier, [[Johannes van Rossum]], van wie ze in [[1849]], even na haar officiële scheiding van Albert<ref>Echtscheiding uitgesproken door de Geheime Raadkamer bij het Koninklijke Kamergerecht in Berlijn 28 maart 1849, ingeschreven in Den Haag 31 augustus 1849, goedgekeurd door de koning van Pruisen 5 juni 1853</ref>, een zoon kreeg:
*[[Johannes Willem van Reinhartshausen]] (Johannes Willem) (1849-1861), van wie ook destijds al bekend was wie de vader was.


Daarop kwamen de contacten met het Oranjehuis onder grote druk te staan en was ze in Pruisen ook zeer ongewenst. Daarmee werd feitelijk ook het contact tot haar kinderen ontzegd. Haar kinderen kwamen echter in 1849 per trein naar Nederland. Marianne werd na haar dood begraven in het graf van Van Rossum, in het Duitse [[Erbach (Rheingau)|Erbach]] in de [[Rheingau]]. Zij was de laatste Oranje vóór [[Friso van Oranje-Nassau van Amsberg]] (2013) die ter aarde werd besteld. Alle andere Oranjes werden - al dan niet gebalsemd - bijgezet in een grafkelder, meestal te Delft.
Het huwelijk tussen Marianne en Albert was slecht. In [[1845]] verliet Marianne haar man en Berlijn om zich in [[Voorburg (Zuid-Holland)|Voorburg]] te vestigen, in huis Rusthof. Hier leefde ze openlijk met haar koetsier, [[Johannes van Rossum]] samen, van wie ze in [[1849]], kort na haar officiële scheiding van Albert,<ref>Echtscheiding uitgesproken door de Geheime Raadkamer bij het Koninklijke Kamergerecht in Berlijn 28 maart 1849, ingeschreven in Den Haag 31 augustus 1849, goedgekeurd door de koning van Pruisen 5 juni 1853</ref> een zoon kreeg:
* [[Johannes Willem van Reinhartshausen|Johannes Willem]], 1849-1861, van wie ook destijds al bekend was wie de vader was.

Daarop kwamen de contacten met het Oranjehuis onder grote druk te staan en was ze in Pruisen ook zeer ongewenst. Daarmee werd feitelijk ook het contact tot haar kinderen ontzegd. Haar kinderen kwamen echter in 1849 per trein naar Nederland. Marianne werd na haar dood begraven in het graf van Van Rossum, in het Duitse [[Erbach (Rheingau)|Erbach]] in de [[Rheingau]]. Zij was de laatste Oranje vóór [[Friso van Oranje-Nassau van Amsberg|prins Friso]], in 2013, die ter aarde werd besteld. Alle andere Oranjes werden, al dan niet gebalsemd, bijgezet in een grafkelder, meestal te Delft.


Prinses Marianne heeft in de tijd dat zij in Duitsland woonde, in de buurt van Breslau, tegenwoordig [[Wrocław]] in Polen, veel voor de streek betekend. Zij heeft veel in de aanleg van wegen en in de (glas)industrie geïnvesteerd. In Seitenberg, nu [[Stronie Śląskie]], staat nu nog de Violetta glasfabriek, waarvan zij de oprichting mogelijk heeft gemaakt. In Bad Landeck, nu [[Lądek Zdrój]], staat nog een monumentje ter herinnering aan haar inbreng in de aanleg van een belangrijke weg in het gebied.
Prinses Marianne heeft in de tijd dat zij in Duitsland woonde, in de buurt van Breslau, tegenwoordig [[Wrocław]] in Polen, veel voor de streek betekend. Zij heeft veel in de aanleg van wegen en in de (glas)industrie geïnvesteerd. In Seitenberg, nu [[Stronie Śląskie]], staat nu nog de Violetta glasfabriek, waarvan zij de oprichting mogelijk heeft gemaakt. In Bad Landeck, nu [[Lądek Zdrój]], staat nog een monumentje ter herinnering aan haar inbreng in de aanleg van een belangrijke weg in het gebied.

Versie van 7 jan 2016 13:26

Prinses Marianne van Oranje-Nassau, door Karl Wilhelm Wach uit 1832
Prinses Marianne van Oranje-Nassau, een schilderij van JP Koelman uit 1846
Foto van Marianne omstreeks 1850
Kasteel Kamenz, de woning van prinses Marianne 1835-1845
Huis Rusthof in Voorburg
graf van Marianne

Wilhelmina Frederica Louisa Charlotte Marianne (Berlijn, 9 mei 1810Erbach , 29 mei 1883), prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, was een dochter van erfprins Willem Frederik, de latere koning Willem I der Nederlanden (1815) en zijn nicht prinses Wilhelmina (Mimi) van Pruisen. Zij werd in ballingschap geboren.

Familie

Kinderjaren

Marianne was het jongste kind van Willem Frederik en Wilhelmina. Ze was een nakomertje. Haar broers Willem (de latere koning Willem II) en Frederik (latere familiebemiddelaar) waren 17 en 13 jaar ouder dan zij. Haar oudere zusje Paulina was in 1806 op zesjarige leeftijd overleden. Marianne werd op 31 mei 1810 gedoopt te Berlijn. Een van haar peetooms was haar broer Willem. Zij is vernoemd naar een tante van moederskant Marianne von Preußen.[1] Willem Frederik was in 1795 met zijn gezin gevlucht voor Napoleon naar zijn Pruisische schoonouders in Berlijn. In 1803 kwam hij nadat hij ‘’Fürst von Fulda’’ was geworden in het bezit van wat daarna het ‘’Niederländisches Palais Unter den Linden’’ zou heten. Daar verbleef het gezin tot 1813 in ballingschap met een korte onderbreking in 1806. Dat jaar werd Willem Frederik die als Pruisische generaal vocht tegen Napoleon door de Fransen gevangengenomen. Zijn echtgenote vluchtte met haar drie kinderen naar Freienwalde in de buurt van Brandenburg waarbij het jongste kind Pauline op 22 december door de winterkou overleed.[2] In 1807 ging Wilhelmina (Mimi) terug naar Berlijn. Haar man kwam in juli 1807 vrij en verbleef sindsdien eveneens in ‘’Unter den Linden’’. Het is hier waar in mei 1810 Marianne in ballingschap werd geboren. Het gezin zou pas in december 1813 naar Den Haag vertrekken.

In 1828 verloofde zij zich met Gustaaf van Holstein-Gottorp, een zoon van de voormalige koning van Zweedse Gustaaf IV Adolf, maar onder politieke druk moest zij deze verloving verbreken. Een nieuwe verbintenis met Pruisen werd nuttiger geacht en dus trouwde ze in 1830[3] met haar neef Albert van Pruisen, een jongere broer van de latere keizer Wilhelm I.

Ze stierf op 29 mei 1883 op Schloss Reinhartshausen, dat ligt in Erbach.

Huwelijk en kinderen

Uit het huwelijk met Albert kwamen vijf kinderen, van wie er twee jong stierven:

Het huwelijk tussen Marianne en Albert was slecht. In 1845 verliet Marianne haar man en Berlijn om zich in Voorburg te vestigen, waar ze op 7 maart 1848 de voorname buitenplaats Rusthof kocht. Hier leefde ze openlijk samen met haar koetsier, Johannes van Rossum, van wie ze in 1849, even na haar officiële scheiding van Albert[4], een zoon kreeg:

Daarop kwamen de contacten met het Oranjehuis onder grote druk te staan en was ze in Pruisen ook zeer ongewenst. Daarmee werd feitelijk ook het contact tot haar kinderen ontzegd. Haar kinderen kwamen echter in 1849 per trein naar Nederland. Marianne werd na haar dood begraven in het graf van Van Rossum, in het Duitse Erbach in de Rheingau. Zij was de laatste Oranje vóór Friso van Oranje-Nassau van Amsberg (2013) die ter aarde werd besteld. Alle andere Oranjes werden - al dan niet gebalsemd - bijgezet in een grafkelder, meestal te Delft.

Prinses Marianne heeft in de tijd dat zij in Duitsland woonde, in de buurt van Breslau, tegenwoordig Wrocław in Polen, veel voor de streek betekend. Zij heeft veel in de aanleg van wegen en in de (glas)industrie geïnvesteerd. In Seitenberg, nu Stronie Śląskie, staat nu nog de Violetta glasfabriek, waarvan zij de oprichting mogelijk heeft gemaakt. In Bad Landeck, nu Lądek Zdrój, staat nog een monumentje ter herinnering aan haar inbreng in de aanleg van een belangrijke weg in het gebied.

Muziek

Prinses Marianne was ook een componiste. Zij componeerde in 1836 een Parademars. Dit is een typische mars voor de cavalerie. In Pruisen bestond een bundel van marsen voor het leger, de Preußische Armeemarsch-Sammlung. Deze bestond uit drie onderdelen. Het 1e deel bestond uit langzame marsen voor de Infanterie en presenteermarsen voor de voettroepen, het 2e deel uit Geschwindmärsche für die Infanterie en de parademarsen voor de voettroepen. In het 3e deel waren de marsen van de cavalerie opgenomen. Omdat de mars die prinses Marianne had gecomponeerd, een cavalerie-mars was, behoorde die eigenlijk tot het 3e deel, maar werd als Armeemarsch I, 21, of AM I, 21, in het 1e deel ondergebracht.

Ook haar dochter Charlotte en haar zoon Albert, alsmede haar kleindochter prinses Maria Elisabeth van Saksen-Meiningen hebben verschillende bijdragen aan deze bundel geleverd en marsen gecomponeerd.

Trivia

  • Voor de Oude Kerk van Voorburg staat een klein standbeeld van de prinses. De Prinses Mariannelaan en het Marianneviaduct in deze plaats zijn naar haar genoemd.
  • In de eerder genoemde Oude Kerk is in 1878 door de orgelbouwer Bätz-Witte een kerkorgel gebouwd. De prinses, die in hier naar de kerk ging, zou zich naar verluidt bijzonder hebben geërgerd aan de slechte kwaliteit van het orgel dat destijds in de kerk stond. Op haar initiatief en door een van haar afkomstige financiële bijdrage werd de bouw van het nieuwe, huidige orgel mogelijk. Het orgel heet daarom nog altijd het Marianne-orgel.

Verwijzingen en voetnoten

  • K vd Leer. Prinses Marianne een leven van liefde, 2010. Uitgeverij Waanders B.V.
    Het betreft hier het eerste deel van het boek.
  • T de Liefde - van Brakel. Prinses Marianne een leven met kunst, 2010. Uitgeverij Waanders B.V.
    Het betreft hier het tweede deel van het boek.


  1. Frans Willem Lantink (2010), in: ‘’1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis’’ nr. 688 geraadpleegd 25 november 2014
  2. Pauline werd begraven in Freienwalde. In april 1911 liet koningin Wilhelmina haar bijzetten in de Oranjegrafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft. Ook het oorspronkelijke gedenkteken is naar Delft overgebracht. (J.J. Bouwman (1967) ‘’Op en om Oranje’s troon’’ p. 23)
  3. Den Haag, paleis Noordeinde, 14 september 1830
  4. Echtscheiding uitgesproken door de Geheime Raadkamer bij het Koninklijke Kamergerecht in Berlijn 28 maart 1849, ingeschreven in Den Haag 31 augustus 1849, goedgekeurd door de koning van Pruisen 5 juni 1853
Zie de categorie Marianne van Oranje-Nassau van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.