Populier: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Populier (overleg | bijdragen)
Regel 17: Regel 17:
De populier is een zomergroene loofboom met jaarlijks afvallende bladeren. Deze snelgroeiende boom kan zeer groot en hoog (tot 40 meter) worden. De maximale leeftijd voor een populier is ± 200 jaar. Voor een goede groei heeft deze boom veel licht nodig, hij verdraagt slecht schaduw.
De populier is een zomergroene loofboom met jaarlijks afvallende bladeren. Deze snelgroeiende boom kan zeer groot en hoog (tot 40 meter) worden. De maximale leeftijd voor een populier is ± 200 jaar. Voor een goede groei heeft deze boom veel licht nodig, hij verdraagt slecht schaduw.


De [[blad]]eren staan verspreid en niet tegen over elkaar. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. In de herfst kleuren de bladeren goudgeel tot geel. Populieren uit de secties ''Populus'' en ''Aegiros'' hebben stengels die zijdelings afgeplat zijn, zodat ze gemakkelijk heen en weer wiegen in de wind. Evenals wilgen, hebben de populieren een krachtige, oppervlakkige en verspreide wortelgroei. Daarom mogen ze niet dicht bij huizen en waterleidingen geplant worden, omdat ze muren en leidingen kunnen doorboren bij de zoektocht naar vocht.
De [[blad]]eren staan verspreid en niet tegen over elkaar. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. In de herfst kleuren de bladeren goudgeel tot geel. Populieren uit de secties ''Populus'' en ''Aegiros'' hebben stengels die zijdelings afgeplat zijn, zodat ze gemakkelijk heen en weer wiegen in de wind. Evenals wilgen, hebben de populieren een krachtige, oppervlakkige en verspreide wortelgroei. Daarom mogen ze niet dicht bij huizen, wegen en leidingen geplant worden. De wortels kunnen door zachte muren en gaatjes in muren groeien. Ook wegen en leidingen kunnen opdrukt worden door de wortel van de populier. Moderne muren en wegen bieden genoeg weerstand.


Alle populieren (m.u.v. ''Populus lasiocarpa'') zijn [[tweehuizig]] d.w.z. mannelijke en vrouwelijke bloemen komen voor op verschillende planten. De [[Bloem (plant)|bloem]] is een hangend [[katje]] dat voor het uitlopen van het blad verschijnt. Mannelijke bloemkatten hebben vele [[meeldraad|meeldraden]] bijeen, de kleur is vaak rood. Ze vallen spoedig af als ze hun werk hebben gedaan, nl. [[stuifmeel]] afgeven. Dit geschiedt door windbestuiving. [[Image:Populier mannelijke bloeiwijze (Populus canadensis male inflorescens).jpg|thumb|left|250px|Mannelijke bloeiwijze van Euramerikaanse populier]].
Alle populieren (m.u.v. ''Populus lasiocarpa'') zijn [[tweehuizig]] d.w.z. mannelijke en vrouwelijke bloemen komen voor op verschillende planten. De [[Bloem (plant)|bloem]] is een hangend [[katje]] dat voor het uitlopen van het blad verschijnt. Mannelijke bloemkatten hebben vele (5 tot 40) [[meeldraad|meeldraden]] bijeen, de kleur is vaak rood. Ze vallen spoedig af als ze hun werk hebben gedaan, nl. [[stuifmeel]] afgeven. Dit geschiedt door de wind (windbestuiving). [[Image:Populier mannelijke bloeiwijze (Populus canadensis male inflorescens).jpg|thumb|left|250px|Mannelijke bloeiwijze van Euramerikaanse populier]].


De vrouwelijke katten worden bestoven door het stuifmeel en blijven tot in mei / juni hangen. Dan springt de [[doosvrucht]] open en komt het 1 bij 3 millimeter grote [[zaad (planten)|zaadje]] vrij. Het is omgeven door donzig pluis en voert ver op de wind mee. Sommige bomen produceren zoveel pluis dat het lijkt of het sneeuwt. Mensen kunnen voor dit pluis [[allergie|allergisch]] zijn. Eind juni 2005 produceerden vrouwelijke populieren in Almere zeer veel pluis, dat ook zeer brandgevaarlijk bleek te zijn. Lang niet alle pluis bevat een zaadje. Om te ontkiemen heeft het zaad een vochtig kiembed nodig zoals rivieroevers. Een populier wordt vruchtdragend na ±15 jaar.
De vrouwelijke katten worden bestoven door het stuifmeel en blijven tot in mei / juni hangen. Dan springt de [[doosvrucht]] open en komt het 1 bij 3 millimeter grote [[zaad (planten)|zaadje]] vrij. Het is omgeven door donzig pluis en voert ver op de wind mee. Sommige bomen produceren zoveel pluis dat het lijkt of het sneeuwt. Mensen kunnen voor dit pluis [[allergie|allergisch]] zijn. Eind juni 2005 produceerden vrouwelijke populieren in Almere zeer veel pluis, dat ook zeer brandgevaarlijk bleek te zijn. Lang niet alle pluis bevat een zaadje. Om te ontkiemen heeft het zaad een vochtig kiembed nodig zoals rivieroevers. Een populier wordt vruchtdragend na ±15 jaar.

Versie van 9 aug 2006 11:47

Sjabloon:Taxobox begin Sjabloon:Taxobox image Sjabloon:Taxobox begin placement Sjabloon:Taxobox regnum entry Sjabloon:Taxobox divisio entry Sjabloon:Taxobox classis entry Sjabloon:Taxobox ordo entry Sjabloon:Taxobox familia entry Sjabloon:Taxobox end placement Sjabloon:Taxobox section genus simple Sjabloon:Taxobox image Sjabloon:Taxobox end

De populier is een loofboom die nauw verwant is aan de wilg. Beide behoren ze tot de wilgenfamilie (Salicaceae).

Algemeen

De populier is een zomergroene loofboom met jaarlijks afvallende bladeren. Deze snelgroeiende boom kan zeer groot en hoog (tot 40 meter) worden. De maximale leeftijd voor een populier is ± 200 jaar. Voor een goede groei heeft deze boom veel licht nodig, hij verdraagt slecht schaduw.

De bladeren staan verspreid en niet tegen over elkaar. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. In de herfst kleuren de bladeren goudgeel tot geel. Populieren uit de secties Populus en Aegiros hebben stengels die zijdelings afgeplat zijn, zodat ze gemakkelijk heen en weer wiegen in de wind. Evenals wilgen, hebben de populieren een krachtige, oppervlakkige en verspreide wortelgroei. Daarom mogen ze niet dicht bij huizen, wegen en leidingen geplant worden. De wortels kunnen door zachte muren en gaatjes in muren groeien. Ook wegen en leidingen kunnen opdrukt worden door de wortel van de populier. Moderne muren en wegen bieden genoeg weerstand.

Alle populieren (m.u.v. Populus lasiocarpa) zijn tweehuizig d.w.z. mannelijke en vrouwelijke bloemen komen voor op verschillende planten. De bloem is een hangend katje dat voor het uitlopen van het blad verschijnt. Mannelijke bloemkatten hebben vele (5 tot 40) meeldraden bijeen, de kleur is vaak rood. Ze vallen spoedig af als ze hun werk hebben gedaan, nl. stuifmeel afgeven. Dit geschiedt door de wind (windbestuiving).

Mannelijke bloeiwijze van Euramerikaanse populier

.

De vrouwelijke katten worden bestoven door het stuifmeel en blijven tot in mei / juni hangen. Dan springt de doosvrucht open en komt het 1 bij 3 millimeter grote zaadje vrij. Het is omgeven door donzig pluis en voert ver op de wind mee. Sommige bomen produceren zoveel pluis dat het lijkt of het sneeuwt. Mensen kunnen voor dit pluis allergisch zijn. Eind juni 2005 produceerden vrouwelijke populieren in Almere zeer veel pluis, dat ook zeer brandgevaarlijk bleek te zijn. Lang niet alle pluis bevat een zaadje. Om te ontkiemen heeft het zaad een vochtig kiembed nodig zoals rivieroevers. Een populier wordt vruchtdragend na ±15 jaar.

Populieren vormen een belangrijke voedselbron voor de rupsen van veel vlinders.

Gebruik

Het hout is wit tot grijsachtig van kleur. Het wordt voor veel doeleinden gebruikt. In Nederland worden er o.a. klompen van gemaakt. In Spanje wordt het hout gebruikt voor het maken van sinaasappelkistjes. Verder wordt populierenhout gebruikt voor kratten, pellets, papier, triplex, kasten en niet te vergeten lucifers. Populieren worden in de fruitteelt ook gebruikt als windscherm.

Populierenhout
"populierenwortelhout" (mappa)

Voorkomen in Nederland en Vlaanderen

Inheems in de Benelux zijn de Ratelpopulier Populus tremula en de Zwarte populier Populus nigra. Deze laatste komt echter zeer weinig voor.

De populier die het meeste is aangeplant is de Euramerikaanse populier Populus × canadensis. Waarschijnlijk zijn 7 van de 10 populieren Euramerikaanse. Het is een kruising tussen de Europese Zwarte en de Amerikaanse zwarte populier (P. nigra × P. deltoides). Vooral de kloon 'Robusta' is veelvuldig aangeplant.

Daarna komt de Grauwe Abeel (Populus × canescens). Dit is een kruising tussen P. alba en P. tremula.

Aangeplant in kleine hoeveelheden zijn P. alba, P. simonii en P. trichocarpa.

Soorten welke als sierbomen zijn aangeplant doch zeer weinig voorkomen zijn P. lasiocarpa, P. wilsonii en diverse cultuurvariëteiten.

Populieren werden veelvuldig geplant in Nederland en Vlaanderen, zowel in bosverband als in rijbeplanting langs wegen, kanalen of erfafscheidingen, en soms als knotboom. Ook solitair (alleenstaand) drukt de populier zijn stempel op veel plaatsen.

Aan het eind van twintigste eeuw en het begin van de eenentwintigste bereikte de aanplant van populieren in Nederland en Vlaanderen een dieptepunt, zozeer zelfs dat het als bedreigend wordt gezien voor industrie die populieren verwerkt. De stichting Populier spant zich in om de aanplant te vergroten en het imago van de populier te verbeteren.

Vaak wordt gemeend dat een zuiver populierenbos relatief weinig natuurwaarde heeft, maar daar valt het een en ander op af te dingen.

Vermeerdering

De meeste populieren worden vermeerderd door winterstek. Populieren uit de Sectie Leuce Duby zijn moeilijk of niet door winterstek te vermeerderen en worden meestal geënt op Populus alba 'Raket'. Vermeerdering op eigen wortel heeft echter de voorkeur. Andere populieren soorten die ook niet door winterstek kunnen worden vermeerderd zijn P. heterophylla, P. lasiocarpa en P. wilsonii.

Groeiplaats

Bij de rassenkeuze moet onderscheid gemaakt worden tussen het kustgebied, de overgangszone en het binnenland. In het binnenland kunnen alle rassen gebruikt worden. In het kustgebied wordt de groei en de vorm van de bomen sterk beïnvloed door de wind. De Zwarte en de Euramerikaanse populier zijn zeer goed bestand tegen harde (zee)wind en zware klei. Beter dan de meeste andere bomen. Van nature komt de populier voor op lage vochtige gronden bv. rivieroevers. P. heterophylla groeit in moerasen. P. simonii echter, groeit van nature in het semi-woestijngebied van China.

Ziekten en plagen

Bladziekten kunnen vroege bladval in het najaar veroorzaken.

Roest (Melampsori larici-populina) is de meest voorkomende bladziekte. Er zijn 5 fysio's, waar de rassen verschillend vatbaar voor zijn. Het uit zich aan de onderzijde van het blad. Hier zijn oranjebruine sporen hoopjes te vinden. Belangrijk is dat populieren niet in de buurt van lariks, een belangrijke waardplant, geplant worden. Alleen rassen met een goede weerstand moeten worden aangeplant. Onder andere P. × canadensis 'Hees' en P. × canadensis 'Koster' en de rassen van de grauwe abeel hebben een goede weerstand tegen alle fysio's. De Europese zwarte populier heeft een matige weerstand tegen alle fysio's.

Een andere bladziekte is bladvlekkenziekte (Marssonina brunnea), waarbij op de bladeren olijfgroene of bruinzwarte vlekken ontstaan.

Soorten

Wie aan een populier denkt, denkt maar aan één soort, die hoge, smalle en op zijn buurman lijkende boom. Dit is echter een vorm die door de mensen is geselecteerd voor de houtproductie. Soorten in het wild planten zich voort d.m.v. zaad en zijn daarom ongelijk. Het geslacht Populus kent ongeveer 35 soorten. Deze komen voor op het noordelijk halfrond. In Europa, Noord-Afrika, Azië en Amerika. Het geslacht Populus kent een aantal zeer bijzondere soorten. Bijvoorbeeld P. lasiocarpa Deze heeft bladeren van 30 cm. lang en 15 cm. breed.

Informatie over diverse soorten is te vinden op de website van Populetum Den Horn onder "soorten en klonen".

Rassen

Er zijn veel cultivars (rassen of klonen) van kruisingen tussen diverse soorten. Er zijn ook cultivars van soorten. Deze worden ongeslachtelijk vermeerderd. In Nederland zijn er door de tijd heen een kleine honderd verschillende klonen gebruikt. Men kan deze opdelen in het oude en nieuwe sortiment. Het oude sortiment bestaat uit een twintigtal natuurlijke kruisingen. Deze zijn ontstaan tussen 1750 en begin 1900 in Europa. Een aantal klonen hiervan (o.a. Brabantica en Eugenei) zijn door de jaren heen verdrongen door beter groeiende. Deze planten met vaak een bijzondere geschiedenis komen nu nagenoeg niet meer voor. Een aantal andere klonen (o.a. Forndorf, Heidemij en Serotina) komen nog voor als oude bomen langs wegen of op erven. Vanwege hun leeftijd en door de missende kennis van klonen verdwijnen ze echter in snel tempo. Er zijn ook klonen waarmee het zeer goed is vergaan. Robusta bijvoorbeeld is in 1895 in Frankrijk ontstaan. Het is een zeer succesvolle populier en is over de hele wereld aangeplant. In Nederland bestond midden jaren tachtig de helft van alle populieren uit Robusta. Klonen van het nieuwe sortiment zijn ontstaan uit kunstmatige kruisingen. Deze zijn vervolgens geselecteerd op snelle rechte groei, ziekteresistentie en stekbaarheid. Een lijst van rassen is te vinden op De populiere site

In het Horsterwold is een "populetum" (populierenbos) aangeplant. Hierin wordt onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de diverse populieren in Nederland.

In het Fluitbos was de variëteit "Barn" aangeplant; deze bomen maken meer cellulose aan en minder lignine, wat voor de houtvorming zorgt. "Barn" bleek niet erg stormvast, wat duidelijk is als je de windschade in de populieren ziet.

Taxonomie

Het geslacht Populus is onder te verdelen in 5 secties. De sectie Turanga bevat bomen uit Noord-Afrika welke niet voor ons klimaat geschikt zijn. Ze zouden gewoon stukvriezen.

  • Sectie Populus - Leuce Duby (in circumpolaire subarctische en koele gebieden; zuidelijker : slechts in bergstreken).
    • Subsectie Albidea - abelen
      • Populus alba - Witte abeel
        • Populus × canescens (P. alba × P. tremula) Grauwe abeel
    • Subsectie Trepidea - tril of ratelpopulieren
      • Populus adenopoda
      • Populus tremula Ratelpopulier
      • Populus tremuloides - Americaanse ratelpopulier
      • Populus grandidentata - Grofgetande populier
      • Populus sieboldii
Populus × canadensis
  • Sectie Aegiros - zwarte populieren (gematigde gebieden in Europa, Noord-Amerika en Azië)
    • Populus nigra - Europese Zwarte populier
    • Populus × canadensis (P. nigra × P. deltoides) Euramerikaanse populier
    • Populus deltoides - Amerikaanse zwarte populier
    • Populus fremontii
  • Sectie Tacamahaca - balsem populieren (in koele en gematigde gebieden van Noord-Amerika en Azië)
    • Populus angustifolia - Smalbladige populier
    • Populus balsamifera
    • Populus candicans
    • Populus koreana
    • Populus laurifolia - Laurierpopulier
    • Populus maximowiczii
    • Populus simonii
    • Populus szechuanica
    • Populus trichocarpa - Haarvruchtige populier
    • Populus yunnanensis
  • Sectie Leucoides - grootbladige populieren (in warme en gematigde gebieden van oostelijk Noord-Amerika en Oost-Azië)
    • Populus heterophylla - Hartbladige populier
    • Populus lasiocarpa - Ruwvruchtige populier
    • Populus wilsonii - Wilson-populier
  • Sectie Turanga (subtropische tot tropische gebieden in Zuidwest-Azië, Oost-Afrika)
    • Populus euphratica
    • Populus ilicifolia
  • Balsemhybriden - zwarte balsempopulieren
    • Populus deltoides × Populus trichocarpa o.a. 'Barn' en 'Donk'.
    • Populus trichocarpa × Populus deltoides o.a. 'Beaupré' en Boelare'.
    • Populus maximowiczii × Populus × berolinensis o.a. P. 'Geneva' en P. 'Oxford'.
    • Populus maximowiczii × Populus nigra o.a. 'Rochester'
    • Populus maximowiczii × Populus trichocarpa o.a. 'Androscoggin'
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Populus op Wikimedia Commons.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Populus canadensis op Wikimedia Commons.