Cornelis de Graeff (1671-1719): verschil tussen versies
correcte schrijfwijze sinds publicatie Dudok van Heel (2009) |
k →Biografie: -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB) |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
== Biografie == |
== Biografie == |
||
Hij was de oudste zoon van [[Pieter de Graeff]] en [[Jacoba Bicker]], zijn broer was [[Johan de Graeff]], die zijn vader opvolgde als vrijheer van Zuid-[[Polsbroek]]. Cornelis' peetoom was zijn achterneef [[Johan de Witt]], en zijn peettante was zijn grootmoeder [[Catharina Hooft]]. Na zijn vaders overlijden volgde hij hem op als [[Hoge heerlijkheid van Purmerend, Purmerland en Ilpendam|heer van Purmerland en Ilpendam]]. De Graeff studeerde [[Rechtsgeleerdheid|rechten]] te [[Universiteit Leiden|Leiden]] en werd [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van het [[kapittel]] van [[Pieterskerk (Utrecht)|St.-Pieter]] te [[Utrecht (stad)|Utrecht]]. De Graeff was geestelijk gestoord en bleef ongehuwd. Hij stond sedert zijn vaders dood in 1707 onder [[Curatele (Nederland)|curatele]] van Jacobus de Fremeri, en stierf op zijn kasteel Ilpenstein op 16 februari 1719. Zijn opvolger als heer van Purmerland en Ilpendam werd zijn neef [[Gerrit de Graeff (1711-1752)|Gerrit]]. Cornelis' grafkapel is in de [[Oude Kerk (Amsterdam)|Oude kerk]] te Amsterdam, in het ''Sint Cornelis-koor'', het familiegraf van het geslacht De Graeff. |
Hij was de oudste zoon van [[Pieter de Graeff]] en [[Jacoba Bicker]], zijn broer was [[Johan de Graeff]], die zijn vader opvolgde als vrijheer van Zuid-[[Polsbroek]]. Cornelis' peetoom was zijn achterneef [[Johan de Witt]], en zijn peettante was zijn grootmoeder [[Catharina Hooft]]. Na zijn vaders overlijden volgde hij hem op als [[Hoge heerlijkheid van Purmerend, Purmerland en Ilpendam|heer van Purmerland en Ilpendam]]. De Graeff studeerde [[Rechtsgeleerdheid|rechten]] te [[Universiteit Leiden|Leiden]] en werd [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van het [[kapittel]] van [[Pieterskerk (Utrecht)|St.-Pieter]] te [[Utrecht (stad)|Utrecht]]. De Graeff was geestelijk gestoord en bleef ongehuwd. Hij stond sedert zijn vaders dood in 1707 onder [[Curatele (Nederland)|curatele]] van Jacobus de Fremeri, en stierf op zijn kasteel Ilpenstein op 16 februari 1719. Zijn opvolger als heer van Purmerland en Ilpendam werd zijn neef [[Gerrit de Graeff (1711-1752)|Gerrit]]. Cornelis' grafkapel is in de [[Oude Kerk (Amsterdam)|Oude kerk]] te Amsterdam, in het ''Sint Cornelis-koor'', het familiegraf van het geslacht De Graeff.<ref>[http://www.gravenopinternet.nl/nl/index.html Oude kerk te Amsterdam, Graven op Internet]</ref> |
||
Cornelis de Graeff was onder meer eigenaar van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]]s schilderij ''[[Jacob zegent de zonen van Jozef (Rembrandt)|Jacob zegent de zonen van Jozef]]'', van [[Frans Hals]]' schilderij van [[Catharina Hooft]], |
Cornelis de Graeff was onder meer eigenaar van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]]s schilderij ''[[Jacob zegent de zonen van Jozef (Rembrandt)|Jacob zegent de zonen van Jozef]]'', van [[Frans Hals]]' schilderij van [[Catharina Hooft]],<ref>[http://www.deutschefotothek.de/obj20292252.html#|home Frans Halsens schilderij van Catharina Hooft]</ref> en van Rembrandts ''Portret van [[Andries de Graeff]]''.<ref>[http://www.wga.hu/frames-e.html?/html/r/rembran/painting/portrai2/graeff.html ''Portret van Andries de Graeff'', Staatliche Museen Kassel]</ref> In 1710 werd een kopie van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandts]] ‘[[De Nachtwacht]]’ aan hem toegewezen. Omstreeks 1712 verkocht De Graeffs curator Jacobus de Fremeri het stuk aan Pieter van der Lip. Rembrandtkenner [[Abraham Bredius]] vermoedde dat een tweede kopie van ‘De Nachtwacht’, geschilderd door [[Gerrit Lundens]], naar Cornelis de Graeff was gegaan; hetgeen juist is gebleken. Een schilderij (naar Lundens) was ook aanwezig bij [[Pieter de Graeff]], naar de bekende tekening in het album van [[Frans Banninck Cocq]]. Dit album is sinds 1678 bezit van de familie De Graeff.<ref>Het Maecenaat [Andries] de Graeff en Rembrandt, uit Genootschap Amstelodamum, Jaargang augustus/september 1969, p.155</ref> |
||
{{Appendix|2= |
{{Appendix|2= |
Versie van 21 sep 2018 16:37
Cornelis de Graeff | ||
---|---|---|
Wapen De Graeff van Polsbroek als heren van Purmerland en Ilpendam
| ||
Heer van Purmerland en Ilpendam | ||
Periode | 1707 - 1719 | |
Voorganger | Pieter de Graeff | |
Opvolger | Gerrit de Graeff | |
Vader | Pieter de Graeff | |
Moeder | Jacoba Bicker | |
Dynastie | De Graeff |
Mr. Cornelis de Graeff (Amsterdam, 23 augustus 1671 - Ilpendam, Slot Ilpenstein 16 februari 1719) was een Nederlandse aristocraat , een telg van het geslacht De Graeff.
Biografie
Hij was de oudste zoon van Pieter de Graeff en Jacoba Bicker, zijn broer was Johan de Graeff, die zijn vader opvolgde als vrijheer van Zuid-Polsbroek. Cornelis' peetoom was zijn achterneef Johan de Witt, en zijn peettante was zijn grootmoeder Catharina Hooft. Na zijn vaders overlijden volgde hij hem op als heer van Purmerland en Ilpendam. De Graeff studeerde rechten te Leiden en werd kanunnik van het kapittel van St.-Pieter te Utrecht. De Graeff was geestelijk gestoord en bleef ongehuwd. Hij stond sedert zijn vaders dood in 1707 onder curatele van Jacobus de Fremeri, en stierf op zijn kasteel Ilpenstein op 16 februari 1719. Zijn opvolger als heer van Purmerland en Ilpendam werd zijn neef Gerrit. Cornelis' grafkapel is in de Oude kerk te Amsterdam, in het Sint Cornelis-koor, het familiegraf van het geslacht De Graeff.[1]
Cornelis de Graeff was onder meer eigenaar van Rembrandts schilderij Jacob zegent de zonen van Jozef, van Frans Hals' schilderij van Catharina Hooft,[2] en van Rembrandts Portret van Andries de Graeff.[3] In 1710 werd een kopie van Rembrandts ‘De Nachtwacht’ aan hem toegewezen. Omstreeks 1712 verkocht De Graeffs curator Jacobus de Fremeri het stuk aan Pieter van der Lip. Rembrandtkenner Abraham Bredius vermoedde dat een tweede kopie van ‘De Nachtwacht’, geschilderd door Gerrit Lundens, naar Cornelis de Graeff was gegaan; hetgeen juist is gebleken. Een schilderij (naar Lundens) was ook aanwezig bij Pieter de Graeff, naar de bekende tekening in het album van Frans Banninck Cocq. Dit album is sinds 1678 bezit van de familie De Graeff.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten:
|