Slag bij Hastings

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 14 okt 2010 om 00:32. (→‎Na de slag)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Slag bij Hastings
Onderdeel van de Normandische veroveringen
Datum 14 oktober 1066
Locatie Battle, nabij Hastings, Engeland
Resultaat Beslissende Normandische overwinning
Strijdende partijen
Normandiërs, gesteund door
Bretonnen
Aquitanië
Graafschap Vlaanderen
Fransen
Angelsaksen
Leiders en commandanten
Willem de Veroveraar
Odo van Bayeux
Harold II van Engeland
Troepensterkte
7000 - 8000 7000 - 8000
Verliezen
Onbekend, men schat ca. 2000 doden en gewonden Onbekend, maar significant meer dan de Normandiërs
Geschiedenis van de Britse Eilanden



Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis
Portaal  Portaalicoon  Verenigd Koninkrijk

De Slag bij Hastings op 14 oktober 1066 was de eerste grote overwinning in de Normandische verovering van Engeland. De slag is vernoemd naar de Engelse plaats Hastings, maar de slag heeft werkelijk plaatsgevonden waar nu de plaats Battle ligt.

Aanleiding

Voordat hij stierf beloofde koning Edward de Belijder de Engelse troon aan Willem de Veroveraar, hertog van Normandië. Maar nadat hij gestorven was greep Harold de macht. Dat accepteerde Willem niet en hij verklaarde Harold de oorlog.

Aanloop

Op 28 september 1066 landde Willem de Veroveraar, zonder tegenstand bij Pevensey met mogelijk 500 tot 776 schepen volgeladen met manschappen, materieel en paarden. Daarmee wilde hij zijn rechten op de Engelse troon doen gelden.

De Angelsaksische koning Harold had zojuist het Vikingleger van koning Harald Hardråde vernietigd in de Slag van Stamford Bridge in Yorkshire. Toen Harold het nieuws van Willems landing vernam, haastte hij zich naar het zuiden, onderweg zoveel mogelijk manschappen verzamelend. Hij nam op 13 oktober positie in op Senlac Hill, ongeveer tien kilometer van Hastings.

Het Engelse leger bestond vrijwel geheel uit infanteristen die zojuist de Vikingen hadden teruggeslagen en daarna een tweetal geforceerde marsen hadden volbracht. Harold had ongeveer 8500 man tegenover Willems 8000 man. Harolds voetvolk en boeren hadden nauwelijks beschermende middelen als harnassen voorhanden en hun wapens waren vaak geïmproviseerd.

Begin van de slag

Willem de Veroveraar verscheen op het slagveld in de ochtend van 14 oktober. Zijn leger bestond uit Normandische leenmannen, baronnen, ridders en avonturiers. Naast Normandiërs waren ook Fransen, Bretonnen en Vlamingen op het slagveld aanwezig. Willems leger was veel sterker en beter uitgerust dan de Angelsaksen. Niettemin was het een uitputtende slag, met wisselend succes.

Merkwaardig incident

Voor de strijd begon, gebeurde er iets merkwaardigs. Ivo Taillefer, de minstreel van Willem de Veroveraar, reed op zijn paard naar de open plek tussen de twee legers en begon met zijn zwaard en lans kunstjes te maken. Hij gooide zijn speer tweemaal in de lucht en ving hem op bij de punt. Daarna galoppeerde plots zijn paard naar voren, recht in de voorste gelederen van de Angelsaksen. Taillefer hakte met zijn zwaard op hen in. De Engelsen schoten zijn paard neer en Taillefer kreeg een speer in de borst. Hij was de eerste Normandische dode die dag. Vervolgens schoten de Vlaamse en Franse boogschutters een langdurige pijlenregen af op de Angelsaksen. Velen van hen werden dodelijk getroffen, maar vele pijlen bleven steken in een dak van schilden.

Plattegrond van de Slag bij Hastings

Aanvankelijk verloop

De Angelsaksen hielden goed stand onder de hevige beschieting van Willems boogschutters in diens eerste linie. Ook een aanval van de geharnaste Normandische infanterie, de tweede linie, kon de niet-geharnaste Angelsaksen niet verdrijven. Zelfs een charge van de Normandische cavalerie verbrak de Engelse verdediging niet. De zware Deense bijl, het zwaarste wapen van de Angelsaksen, werd vooral gehanteerd door de Housecarls, een gevreesd en uitgelezen korps in vaste dienst van de Engelse koning. Zij hadden maliënkolders aan tot kniehoogte. Hun bijlen doorkliefden elk houten schild. Ze richtten een ware slachting aan onder het Normandische voetvolk en volgens het tapijt van Bayeux kon ook een ruiter te paard met een goede slag neergehaald worden. Ook de Thengs, de geharnaste Angelsaksische cavalerie, bleken geduchte tegenstanders. De aanvallende Normandiërs moesten ook nog tegen de helling van Senlac Hill oplopen en weer aflopen, wat zeer vermoeiend was.

Verder verloop van de slag

Op een gegeven moment dachten de Normandiërs dat hun hertog gesneuveld was en de strijd verloren. Maar de hertog duwde zijn helm naar achteren, waardoor hij zijn gezicht liet zien en riep; "Kijk, ik ben er nog. Ik ben nog in leven en met Gods hulp zal ik overwinnen!" De Normandiërs veinsden alsof ze van de helling wegvluchtten, achtervolgd door de Angelsaksen, die eindelijk in beweging kwamen en hun stellingen verlieten. Maar Normandische ridders wierpen zich op de Angelsaksische infanteristen die net de achtervolging van de Bretons hadden ingezet. Ze doodden velen van hen, maar de Engelse linies stonden nog op de heuvel.

De slag duurde de hele middag. Willem herhaalde de succesvol gebleken geveinsde vlucht van de Bretons en lokte zodoende nog een paar maal Angelsaksische soldaten uit de linies. Deze ongetrainde milities trapten er telkens weer in en velen sneuvelden. Maar de Housecarls stonden nog pal achter een muur van schilden, vol met afgeweerde pijlen en speren.

De herhaalde succesvolle Normandische manoeuvres werden de Angelsaksen uiteindelijk fataal. Ze konden niet eeuwig op de heuvel blijven staan in verdedigende stelling. Daarom achtervolgden ze de Normandiërs en dit werd voor de Angelsaksen het einde. Het modderachtige terrein, met vele doornstruiken, raakte bezaaid met lijken, gewonden, kadavers van paarden, allerhande materieel, waarin de bewegingsvrijheid voor de strijdende partijen miniem was.

Uitzicht op het slagveld vanaf Battle Abbey (foto 2002)

Dood van Harold

Toen koning Harold dodelijk gewond raakte (door een pijl in het rechteroog), vielen de Angelsaksen terug en konden de Normandische ridders doorzetten. Harold zat nog op zijn paard en leed gruwelijk. Normandische edelen omsingelden hem en doodden hem met hun zwaarden. Slechts een klein deel van de verdedigers wist het bos te bereiken en te ontkomen.

Zo kon Willem, na een zwaarbevochten overwinning, aan zijn definitieve verovering beginnen. De hertog van Normandië liet zijn kamp op de Senlac-heuvel opslaan, daar waar koning Harold gevallen was en onherkenbaar tussen de vele doden lag.

De oude baron Walter Giffard raadde Willem aan de nacht niet op het slagveld door te brengen. Onder de gevallen Engelsen was er misschien één die nog de kracht vond hem te overvallen en te doden. Willem wimpelde de goed bedoelde raadgeving vriendelijk af en sliep die nacht in zijn legertent op de heuveltop.

Na de slag

Op zondagmorgen 15 oktober kwamen twee kloosterlingen, Osegod en Airic, om het lichaam van Harold te zoeken. Ze boden Willem het gewicht van het lijk in goud, en vroegen Willem genade te tonen voor de oude koningin-moeder Gytha Thorkelsdóttir, die in 19 dagen vier zonen had verloren. Dat waren Harold II van Engeland, Tostig Godwinson, Gyrth en Leofwine. De laatste twee sneuvelden met hun koning-broer op de Senlac Hill.

Willem weigerde hooghartig het goud maar liet de monniken hun gang gaan. Ze zochten vruchteloos, en gingen het verminkte lichaam van hun koning voorbij zonder het te herkennen. Korte tijd later zagen de Normandische ridders een jonge vrouw in een zwarte kapmantel als een schim over het slagveld gaan. Het was Harolds vrouw Edith Zwanehals. Zij vond het koninklijk lijk. Harold had 13 wonden opgelopen en was onherkenbaar, behalve voor zijn vrouw.

De koning mocht niet in de gewijde grond van de abdij van Waltham begraven worden, meende Willem de Veroveraar. De koning, die 9 maanden en 9 dagen over Engeland had geregeerd, werd door ridder Willem Malet naar Hastings gebracht. Harold werd in een wade van paars linnen gewikkeld en onder een steen begraven, hoog boven de witte klippen.

Op bevel van paus Alexander II bouwde Willem de Veroveraar een klooster, Battle Abbey, op het slagveld. Volgens de overlevering staat het altaar van de kerk van Battle Abbey exact op de plaats waar koning Harold viel. Het stadje Battle ontwikkelde zich rond het klooster.

Het Tapijt van Bayeux is een omvangrijk borduurwerk waarop (in de vorm van een vroeg soort stripverhaal) de gebeurtenissen voorafgaand aan de strijd en de gebeurtenissen tijdens de slag worden uitgebeeld.

Een andere geslaagde invasie van Groot-Brittannië was die van stadhouder Willem III van Oranje en Maria Stuart in november 1688 met ongeveer 21.000 man op 450 schepen, zie Glorious Revolution.

Literatuur

  • Howarth, David - 1066: The Year of the Conquest. Penguin Classic, 2002
  • "Historische Verhalen" - 16e Reeks - nº4 - "Willem de Veroveraar" - Rika Muchez - Uitgeverij de Sikkel N.V. Antwerpen

Externe links


Zie de categorie Battle of Hastings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.