Sterretje (dier)
Sterretje | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kolonie sterretjes (rechts). | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Botryllus schlosseri (Pallas, 1766) Originele combinatie Alcyonium schlosseri | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
De paarse geleikorst, gesterde geleikorst of sterretje (Botryllus schlosseri) is een kolonievormende zakpijp uit de familie Styelidae.
Leefwijze
Bij sommige kolonies delen groepjes zoïden een uitstroomsifo. De 2 mm brede zoïden zijn stervormig gerangschikt rondom die gemeenschappelijke atrioporus. Dankzij hun witte kleur steken ze duidelijk af tegen de geleiachtige grondmassa van de kolonie.
De meesten zijn filtervoeders en filteren voedseldeeltjes uit het water door kieuwspleten in de farynxwand. De aanzuiging van water geschiedt via een instroomsifo en verlaat de farynx weer via een uitstroomsifo. Sommige soorten leven solitair, maar velen vormen kolonies, waarin de individuen zijn geplaatst rond een gemeenschappelijke uitstroomsifo. Zulke kolonies kunnen meters hoog of breed worden. De larven hebben de vorm van kikkervisjes, die een staart met daarin een chorda en een hol dorsaal zenuwkoord hebben.
Verspreiding en leefgebied
Het sterretje komt voor vanaf de laagwaterlijn tot het ondiepe sublittoraal, op rotsen en schelpen, maar vooral op grote bruinwieren (Laminariaceae).
Eigenschap
Het sterretje is een veelbestudeerd modelorganisme voor het onderzoek aan transplantatie en afstoting en aan evolutionaire ecologie. Een opvallende eigenschap van deze soort is namelijk dat er natuurlijke transplantatie bij voorkomt: verschillende individuen kunnen versmelten tot een individu.
- Burnie, D. (2001): Animals, Dorling Kindersley, naar het Nederlands vertaald door Jaap Bouwman en Henk J. Nieuwenkamp