Symfonie in f (Bruckner)
Studiesymfonie in f | ||||
---|---|---|---|---|
De jonge Bruckner
| ||||
Componist | Anton Bruckner | |||
Soort compositie | Symfonie | |||
Toonsoort | f-mineur | |||
Opusnummer | WAB 99 | |||
Andere aanduiding | "Dubbel nul" | |||
Compositiedatum | 1863 | |||
Première | 18 maart 1923, Klosterneuburg (incompleet) 19 februari 1925, Berlijn (compleet) | |||
Duur | 40 min. | |||
|
De Studiensinfonie of Symfonie in f-mineur, WAB99, uit 1863 is een symfonie voor orkest van de Oostenrijkse componist Anton Bruckner.
Achtergrond
Met dit werk sloot Bruckner zijn studie in vrije compositie af bij de Linzer dirigent Otto Kitzler (1834-1915). Het is het eerste meerdelige orkestwerk dat hij niet vernietigd heeft.
Dit werk werd door Bruckner gezien als een onvolwaardig studieobject. Hij beschouwde het - net als zijn strijkkwartet - als "Schularbeit", op school gemaakt huiswerk. De autograaf gaf hij, samen met die van enkele andere orkestwerken uit 1862 (de Ouverture in g mineur en de Vier Orchesterstücke) in bewaring aan zijn vriend Cyrill Hynais. Hij nam de symfonie niet op in de nummering van zijn "officiële" reeks. Hij heeft er nooit een uitvoering van gehoord, al heeft hij geprobeerd de dirigent Franz Lachner in München ervoor te interesseren.
Later vond men de autograaf terug in de bibliotheek van de abdij van Kremsmünster in Opper-Oostenrijk. Dat gebeurde in fasen, zodat de verschillende delen met tussenpozen aan het publiek werden gepresenteerd:
- 31 oktober 1913: deel 2 (Andante) in de Wiener Musikverein onder leiding van Ferdinand Löwe.
- 18 maart 1923: delen 1 (Allegro), 2 en 4 (Finale) in Klosterneuburg onder Franz Moißl.
- 12 oktober 1924: deel 3 (Scherzo) in Klosterneuburg onder Franz Moißl.
- 19 februari 1925: première van de complete vierdelige symfonie door de Berliner Philharmoniker onder Franz Moißl.
De partituur verscheen in 1973 in druk, bezorgd door Brucknervorser Leopold Nowak, die in 1981 ook een commentaar publiceerde.[1]
De symfonie wordt af en toe gespeeld en er bestaan enkele opnamen van. Het werk kreeg, ter onderscheiding van de andere niet in de telling opgenomen "nulde symfonie", bij sommige uitgaven door de platenindustrie de aanduiding Symfonie nr. 00 of Double Zero.
Betekenis
Interessant is hoe deze eersteling al de latere Bruckner laat herkennen. Toch staat het werk in de schaduw van de latere, meer volgroeide symfonieën. Ook de ongeveer gelijktijdig geschreven Ouverture in g-mineur toont een grotere compositorische vaardigheid. Zijn leraar Kitzler noemde de symfonie "ongeïnspireerd", wat bijdroeg tot Bruckners beslissing het werk terzijde te leggen. De dirigent en Brucknerspecialist Georg Tintner (1917-1999) vroeg zich af hoe goed Kitzler het Scherzo dan wel bekeken had.
Delen
De symfonie heeft de klassieke opbouw: vier delen. De duur is circa 40 minuten
- Allegro molto vivace (f)
- Andante molto (Es)
- Scherzo: Schnell (c)
- Finale: Allegro (f)
Instrumentatie
- 2 fluiten
- 2 hobo's
- 2 B♭-klarinetten
- 2 fagotten
- 4 hoorns (2 in F, 2 in B♭)
- 2 F trompetten
- alt-, tenor- en bastrombones
- pauken
- eerste en tweede violen
- altviolen
- celli
- contrabassen.
Bronnen, noten en/of referenties
|