Symfonie in f (Bruckner)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hartenhof (overleg | bijdragen) op 27 apr 2020 om 12:56. (infobox)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Studiesymfonie in f
De jonge Bruckner
Componist Anton Bruckner
Soort compositie Symfonie
Toonsoort f-mineur
Opusnummer WAB 99
Andere aanduiding "Dubbel nul"
Compositiedatum 1863
Première 18 maart 1923, Klosterneuburg (incompleet)
19 februari 1925, Berlijn (compleet)
Duur 40 min.
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

De Studiensinfonie of Symfonie in f-mineur, WAB99, uit 1863 is een symfonie voor orkest van de Oostenrijkse componist Anton Bruckner.

Achtergrond

Met dit werk sloot Bruckner zijn studie in vrije compositie af bij de Linzer dirigent Otto Kitzler (1834-1915). Het is het eerste meerdelige orkestwerk dat hij niet vernietigd heeft.

Dit werk werd door Bruckner gezien als een onvolwaardig studieobject. Hij beschouwde het - net als zijn strijkkwartet - als "Schularbeit", op school gemaakt huiswerk. De autograaf gaf hij, samen met die van enkele andere orkestwerken uit 1862 (de Ouverture in g mineur en de Vier Orchesterstücke) in bewaring aan zijn vriend Cyrill Hynais. Hij nam de symfonie niet op in de nummering van zijn "officiële" reeks. Hij heeft er nooit een uitvoering van gehoord, al heeft hij geprobeerd de dirigent Franz Lachner in München ervoor te interesseren.

Later vond men de autograaf terug in de bibliotheek van de abdij van Kremsmünster in Opper-Oostenrijk. Dat gebeurde in fasen, zodat de verschillende delen met tussenpozen aan het publiek werden gepresenteerd:

De partituur verscheen in 1973 in druk, bezorgd door Brucknervorser Leopold Nowak, die in 1981 ook een commentaar publiceerde.[1]

De symfonie wordt af en toe gespeeld en er bestaan enkele opnamen van. Het werk kreeg, ter onderscheiding van de andere niet in de telling opgenomen "nulde symfonie", bij sommige uitgaven door de platenindustrie de aanduiding Symfonie nr. 00 of Double Zero.

Betekenis

Interessant is hoe deze eersteling al de latere Bruckner laat herkennen. Toch staat het werk in de schaduw van de latere, meer volgroeide symfonieën. Ook de ongeveer gelijktijdig geschreven Ouverture in g-mineur toont een grotere compositorische vaardigheid. Zijn leraar Kitzler noemde de symfonie "ongeïnspireerd", wat bijdroeg tot Bruckners beslissing het werk terzijde te leggen. De dirigent en Brucknerspecialist Georg Tintner (1917-1999) vroeg zich af hoe goed Kitzler het Scherzo dan wel bekeken had.

Delen

De symfonie heeft de klassieke opbouw: vier delen. De duur is circa 40 minuten

  1. Allegro molto vivace (f)
  2. Andante molto (Es)
  3. Scherzo: Schnell (c)
  4. Finale: Allegro (f)

Instrumentatie