Naar inhoud springen

Surtees TS16

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Surtees TS16
Surtees TS16 in 2014
Algemene informatie
Categorie Formule 1
Constructeur Surtees Racing Organisation
Ontwerper(s) John Surtees
Voorganger Surtees TS14
Opvolger Surtees TS19
Technische specificaties
Chassis Aluminium monocoque
Ophanging (voor) Double Whishbone
Ophanging (achter) Double Whishbone
Motor Ford-Cosworth DFV 3.0 V8
Transmissie Hewland F.G.400 vijfversnellingsbak
Brandstof FINA, 1976: Shell (uitsluitend door Divina Galica)
Banden 1974: Firestone, 1975-1976: GoodYear
Competitie
Coureurs Vlag van Brazilië Carlos Pace
Vlag van Duitsland Jochen Mass
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bell
Vlag van Frankrijk Jean-Pierre Jabouille
Vlag van Ierland John Watson
Debuut Argentinië 1974
Races 26
Overwinningen 0
Poles 0
Snelste rondes 0
Constructeurs-kampioenschappen 1974: 11e,

1975 en 1976: Niet geklasseerd

Portaal  Portaalicoon   Autosport

De Surtees TS16 was een Formule 1-raceauto die werd gebouwd en gebruikt door de Surtees Racing Organisation in 1974 en 1975. De auto was ontworpen door teameigenaar John Surtees. De auto was niet erg succesvol. Er werden in twee seizoenen slechts drie WK-punten mee gescoord.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Oud-motorcoureur John Surtees behaalde zijn laatste van zes wereldtitels in het seizoen 1960 zowel in de 350- als de 500cc-klasse. In dat jaar reed hij ook zijn eerste races in de Formule 1. Hij reed voor teams als Lotus, Cooper, Lola en Ferrari, waarmee hij in het seizoen 1964 ook F1-wereldkampioen werd. In 1966 begon hij zijn eigen Surtees Racing Organisation en in 1969 verscheen de eerste Surtees-auto voor de Formule 5000, de Surtees TS5. Uit die auto groeide de eerste Formule 1-auto, de Surtees TS7 (1970), gevolgd door de Surtees TS9 (1971-1972) en de Surtees TS14 (1972-1973)

Surtees TS16[bewerken | brontekst bewerken]

Surtees TS16 tijdens de Silverstone Classic in 2011
Jochen Mass tijdens de Britse Grand Prix van 1974

Nadat het seizoen 1972 met de Surtees TS9B met een vijfde plaats in het constructeurskampioenschap het meest succesvolle van het Team Surtees was geweest, was de TS14(B) erg tegengevallen. De auto kende veel verschillende technische problemen en het team werd slechts zevende in het kampioenschap. John Surtees ontwierp voor het seizoen 1974 de nieuwe Surtees TS16.

Mike Hailwood was vertrokken naar McLaren, maar Jochen Mass, die in 1973 al drie races voor Surtees gereden had, kreeg nu een vast contract. Hij verliet Surtees tegen het einde van het seizoen. Ook hij ging naar McLaren. Carlos Pace bleef aanvankelijk bij het team, maar vertrok halverwege het seizoen na onenigheid met John Surtees naar Brabham. Hij werd vervangen door Derek Bell.

Seizoen 1974[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Argentijnse Grand Prix vielen beide coureurs uit, Pace door problemen met zijn wielophanging, Mass door motorproblemen. In de GP van Brazilië werd Pace vierde, waarmee hij de enige drie punten scoorde die de TS16 ten deel zouden vallen. Mass werd slechts zeventiende. De GP van Zuid-Afrika begon hoopvol toen Pace zich als tweede kwalificeerde, slechts 0,05 seconde achter Niki Lauda (Ferrari). In de race werd Pace slechts elfde met twee ronden achterstand. Jochen Mass viel uit met wielophangingsproblemen. Tijdens de GP van Spanje vond een merkwaardig incident plaats. Jorge de Bagration zou met een Surtees deelnemen, maar toen de vertrekkende president van de Spaanse Motorsportfederatie zijn bureau opruimde gingen de inschrijflijsten verloren. Toen er nieuwe lijsten werden gemaakt kwam de Bagration daar niet op voor en mocht hij niet deelnemen. Carlos Pace werd hier dertiende, Mass viel uit door een defecte versnellingsbak. In de GP van België viel Pace terug na een lekke band. Hij wist zich nog terug te vechten in het veld, maar moest opgeven door vibraties. Jochen Mass viel uit door een defecte wielophanging. De Fin Leo Kinnunen kreeg van de miljardair Antti Aarnio-Wihuri en diens AAW Racing Team de beschikking over een TS16, maar wist zich niet te kwalificeren voor de race. Carlos Pace viel uit door een botsing tijdens de GP van Monaco, terwijl Jochen Mass om onbekende redenen niet van start ging. Tijdens de GP van Zweden wist Kinnunen zich als laatste te kwalificeren, maar geen enkele Surtees haalde de finish. Kinnunen viel uit met motorproblemen, Mass met wielophangingsproblemen en Pace met wegliggingsproblemen. Jochen Mass was na het vertrek van Carlos Pace de enige vertegenwoordiger van Surtees tijdens de GP van Nederland, maar hij viel uit door een defecte transmissie. Tijdens de GP van Frankrijk debuteerde José Dolhem met een Surtees en ook Leo Kinnunen nam weer deel, maar beiden wisten zich niet te kwalificeren. Jochen Mass viel uit met een defecte koppeling. Tijdens de Britse Grand Prix debuteerde Derek Bell als vervanger voor de naar Brabham vertrokken Carlos Pace. Bell had in 1970 met de Surtees TS7 een punt gescoord[1], maar was verder slechts sporadisch in de Formule 1 gestart. Op Brands Hatch wist hij zich net als Leo Kinnunen niet te kwalificeren. Dat lukte Jochen Mass wel, maar hij werd veertiende en laatste in de race. Tijdens de GP van Duitsland finishte Bell als elfde, Mass viel uit met motorproblemen. Tijdens de GP van Oostenrijk debuteerde de Oostenrijker Dieter Quester namens het Memphis International Team met een Surtees TS16. Terwijl de andere Surtees-rijders Kinnunen, Bell en Jean-Pierre Jabouille zich niet wisten te kwalificeren, lukte dat Quester wel. Hij finishte als negende. Kinnunen, Bell en Dolhem gingen naar de GP van Italië, maar geen van hen kwam door de kwalificatie. Tijdens de GP van Canada debuteerde de Oostenrijker Helmuth Koinigg. Hij kwalificeerde zich als 22e, terwijl Derek Bell niet door de kwalificatie kwam. Koinigg reed een goede race die hij als tiende afsloot. Tijdens de GP van de USA op Watkins Glen gebeurde een ernstig ongeluk. Tijdens de tiende ronde brak de wielophanging van de TS16 van Helmuth Koinigg. Hij botste relatief traag tegen de geleiderail, waarvan het onderste deel afbrak. Het bovenste deel bleef intakt en onthoofde Koinigg. Hij was de enige Surtees-rijder in de race, nu Bell niet aanwezig was en Dolhem niet was gestart[2].

Seizoen 1975[bewerken | brontekst bewerken]

Derek Bell, Leo Kinnunen en José Dolhem beëindigden hun Formule 1-carrière. Surtees vond een vervanger in John Watson, die voor Goldie Hexagon Racing/Brabham gereden had. Watson zou geen enkel punt met de Surtees scoren. Tijdens de GP van Argentinië probeerde hij langs de baan een losse brandstofleiding te repareren, waarna hij gediskwalificeerd werd. In de GP van Brazilië finishte hij als tiende. In de GP van Zuid-Afrika viel hij uit door een defecte koppeling. In de GP van Spanje reed hij even op de derde plaats, maar moest opgeven door de vibraties waarvan de auto ook al in het vorige seizoen last had gehad. Tijdens de GP van Monaco spinde hij van de baan. In de GP van België botste hij met de McLaren van Jochen Mass, die uitviel. Watson liet een nieuwe neus monteren en werd alsnog tiende. In de GP van Zweden eindigde hij als zestiende. Tijdens de Nederlandse Grand Prix brak een vleugelsteun van de auto en moest Watson opnieuw door vibraties opgeven. Tijdens de GP van Frankrijk finishte hij als dertiende. Tijdens de Britse Grand Prix startte Dave Morgan met een Surtees. De race werd afgebroken door een zware hagelstorm, waardoor veel auto's crashten en slipten. Er werd besloten de finishvolgorde te bepalen naar de ronde voor de storm. Daardoor werd Watson, die ook gecrasht was, toch nog als elfde geklasseerd. Morgan, eveneens gecrasht, werd achttiende. John Watson reed de Duitse Grand Prix voor Lotus. In de GP van Oostenrijk werd hij met de Surtees tiende. Daarna was Watson's relatie met Surtees voorbij. Hij reed de Amerikaanse Grand Prix voor het Team Penske.

Seizoen 1976[bewerken | brontekst bewerken]

In het seizoen 1976 was de TS16 al opgevolgd door de TS19, maar de Britse Divina Galica probeerde zich tevergeefs te kwalificeren voor de Britse Grand Prix. Ze was echter wel tamelijk succesvol in de Shellsport International Series, een serie van dertien races die op vijf verschillende circuits werd verreden. Van de 67 deelnemers (die niet allemaal aan alle races deelnamen) werd ze met de Surtees TS16 vierde.

Resultaten wereldkampioenschap Formule 1[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Team Motor Banden Coureur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Punten WCC[3]
1974 Team Surtees

Bang & Olufsen Team Surtees

Ford Cosworth DFV 3.0 V8 F Vlag van Brazilië Carlos Pace ARG
DNF[4]
BRA
4e
ZAF
11e
SPA
13e
BEL
DNF[5]
MON
DNF[6]
ZWE
DNF[7]
Brabham 3 11e
Vlag van Duitsland Jochen Mass ARG
DNF[8]
BRA
17e
ZAF
DNF[4]
SPA
DNF[9]
BEL
DNF[4]
MON
DNS
ZWE
DNF[4]
NED
DNF[10]
FRA
DNF[11]
GBR
14e
DUI
DNF[8]
McLaren
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bell GBR
DNQ
DUI
11e
OOS
DNQ
ITA
DNQ
CAN
DNQ
VST
-
Vlag van Frankrijk José Dolhem FRA
DNQ
GBR
-
DUI
-
OOS
-
ITA
DNQ
CAN
-
VST
DNS[2]
Vlag van Frankrijk Jean-Pierre Jabouille OOS
DNQ
Vlag van Oostenrijk Helmuth Koinigg CAN
10e
VST
(†)
Memphis International Team Surtees Vlag van Oostenrijk Dieter Quester OOS
9e
AAW Racing Vlag van Finland Leo Kinnunen BEL
DNQ
MON
-
ZWE
DNF[8]
NED
DNQ
FRA
-
GBR
DNQ
DUI
-
OOS
DNQ
ITA
DNQ
CAN
-
VST
-
1975 Matchbox Team Surtees G Vlag van Ierland John Watson ARG
DSQ[12]
BRA
10e
ZAF
DNF[11]
SPA
8e
MON
DNF[6]
BEL
10e
ZWE
16e
NED
DNF[5]
FRA
13e
GBR
11e[13]
DUI
DNS[14]
OOS
10e
ITA
-
VST
DNS[15]
0 -
Team Surtees with National Organs Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Morgan GBR
18e[13]
1976 Team Shellsport/Whiting Vlag van Verenigd Koninkrijk Divina Galica GBR
DNQ
0[16] -

Resultaten niet-kampioenschapsraces Formule 1[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Team Motor Banden Coureur 1 2 3
1974 Team Surtees

Bang & Olufsen Team Surtees

Ford Cosworth DFV 3.0 V8 F Vlag van Duitsland Jochen Mass PRE
4e
ROC
DNS
INT
2e
Vlag van Brazilië Carlos Pace PRE
9e
ROC
-
INT
-
1975 Team Surtees G Vlag van Ierland John Watson ROC
2e
INT
4e
ZWI
5e