Gebandeerde mierklauwier
Gebandeerde mierklauwier IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2020) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Thamnophilus doliatus (Linnaeus, 1764) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Gebandeerde mierklauwier op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De gebandeerde mierklauwier (Thamnophilus doliatus) is een zangvogel uit de familie Thamnophilidae (miervogels).
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Het vederkleed van het mannetje is zwartgrijs met zwart-witte banden, dat van het vrouwtje is roodbruin, met slechts zwart-witte banden zijdelings van kop en hals. Op de kop heeft het mannetje een losse, opzetbare, zwarte kuif en een grote snavel. De lichaamslengte bedraagt 16 cm.[2] Tijdens het zingen zet het mannetje zijn kuif op.[3]
Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]
Op zoek naar voedsel hoppen deze vogels meestal paarsgewijs door het gebladerte. Beide geslachten zingen.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Deze vogel komt voor in dichte ondergroei en struikgewas in Midden- en Zuid-Amerika en telt twaalf ondersoorten:[4]
- T. d. intermedius: van oostelijk en zuidelijk Mexico tot westelijk Panama.
- T. d. nesiotes: Pareleilanden (Panama).
- T. d. eremnus: Nationaal park Coiba (Panama).
- T. d. nigricristatus: centraal Panama.
- T. d. albicans: noordelijk en westelijk Colombia.
- T. d. nigrescens: noordelijk-centraal Colombia en noordwestelijk Venezuela.
- T. d. tobagensis: Tobago.
- T. d. doliatus: oostelijk Colombia, Venezuela (niet noordwest), Trinidad, de Guyana's en noordelijk Brazilië.
- T. d. difficilis: oostelijk-centraal Brazilië.
- T. d. capistratus: oostelijk Brazilië.
- T. d. radiatus: noordoostelijk Ecuador, oostelijk Peru, zuidoostelijk Colombia, zuidwestelijk en zuidelijk-centraal Brazilië en noordoostelijk Argentinië.
- T. d. cadwaladeri: zuidelijk Bolivia.
Status[bewerken | brontekst bewerken]
De grootte van de populatie is in 2019 geschat op 50 miljoen volwassen vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|