Naar inhoud springen

Tuinboa

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 2a02:1811:e502:1400::1399 (overleg) op 13 jun 2019 om 09:30. (→‎Uiterlijke kenmerken)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Tuinboa
Een jonge tuinboa.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Booidea
Familie:Boidae (Reuzenslangen)
Onderfamilie:Boinae (Echte boa's)
Geslacht:Corallus (Hondskopboa's)
Soort
Corallus hortulanus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Tuinboa op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De tuinboa[1] (Corallus hortulanus) is een niet-giftige slang uit de familie reuzenslangen of Boidae.

Naamgeving

De soort wordt ook wel slanke boomboa genoemd. De tuinboa werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de slang onder de wetenschappelijke naam Boa hortulana beschreven. Later werd de wetenschappelijke naam Corallus enhydris enhydris gebruikt.[2]

Uiterlijke kenmerken

De tuinboa bereikt een lichaamslengte inclusief staart van ongeveer twee meter, sommige exemplaren worden langer dan 2,5 meter. De boa heeft een slank lichaam met een relatief grote kop. De lichaamskleur is variabel en kan uiteenlopen van bruin tot geelbruin of grijs. De patronen en kleuren zijn zeer afwisselend; er zijn acht veel voorkomende kleurvormen die door elkaar heen lopen; binnen een legsel kunnen meerdere of zelfs alle vormen voorkomen. De kleuren kunnen rood, geel, bruin en oranje zijn, zowel in het wild als in gevangenschap. Over het algemeen is de slang groengrijs tot bruingrijs, met meestal een luipaard-achtige tekening op de rug.

Levenswijze

De tuinboa is eierlevendbarend; er worden geen eieren gelegd maar de jongen worden levend geboren. Het voedsel van de jonge slangen bestaat uit kleine zoogdieren, hagedissen en vogels. Als de dieren wat ouder zijn, worden grotere prooien gegrepen. Volwassen dieren leven vrijwel uitsluitend van wat grotere zoogdieren zoals ratten en kleine vogels.

Deze slang staat bekend als bijterig maar wordt niet als gevaarlijk gezien; het is een wurgslang en dus niet giftig. Vanwege het verder rustige karakter wordt deze slang weleens in terraria gehouden.

Voorkomen en habitat

De tuinboa komt voor in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika; in Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. Het is een klimmende (struik- en boombewonende) soort die een prooi het liefst van boven benadert. De habitat bestaat uit warme en vochtige tropische regenwouden, met name langs rivieren. Deze soort schuwt de mens niet zolang deze niet te dichtbij komt en leeft zelfs in tuinen.

Externe links

Bronvermelding