Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Almelo (1888-1918)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kiesdistrict Almelo (1888)

Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Almelo (1888-1918) geeft een overzicht van verkiezingen voor de Nederlandse Tweede Kamer in het kiesdistrict Almelo in de periode 1888-1918.[1]

Het kiesdistrict Almelo was al ingesteld in 1848. De indeling van het kiesdistrict werd gewijzigd na de grondwetsherziening van 1887; tevens werd het kiesdistrict toen omgezet in een enkelvoudig district.[2] Tot het kiesdistrict behoorden vanaf dat moment de volgende gemeenten: Ambt Almelo, Borne, Denekamp, Ootmarsum, Rijssen, Stad Almelo, Tubbergen, Weerselo en Wierden.

Het kiesdistrict Almelo vaardigde in deze periode per zittingsperiode één lid af naar de Tweede Kamer.


Legenda

  • cursief: in de eerste verkiezingsronde geëindigd op de eerste of tweede plaats, en geplaatst voor de tweede ronde;
  • vet: gekozen als lid van de Tweede Kamer.

6 maart 1888[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[3]

6 maart
Kiesgerechtigden 2.295
Opkomst 1.846
Geldige stemmen 1.834
Blanco stemmen 11
Kandidaten
W.C.J.J. Cremers[4] 1.363
W.J. Geertsema 453

9 juni 1891[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

9 juni
Kiesgerechtigden 2.360
Opkomst 1.967
Geldige stemmen 1.957
Blanco stemmen 10
Kandidaten
W.C.J.J. Cremers[4] 1.090
W.H. Dikkers 827
J.van Alphen 27

23 juli 1891[bewerken | brontekst bewerken]

Willem Cremers, gekozen bij de verkiezingen van 9 juni 1891, nam zijn benoeming niet aan.[5] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een naverkiezing gehouden.

23 juli
Kiesgerechtigden 2.360
Opkomst 2.189
Geldige stemmen 2.175
Blanco stemmen 12
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman 1.228
W.H. Dikkers 942

10 april 1894[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

10 april
Kiesgerechtigden 2.443
Opkomst 1.413
Geldige stemmen 1.362
Blanco stemmen 50
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[4] 1.228
W.H. de Beaufort 50

15 juni 1897[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

15 juni
Kiesgerechtigden 7.567
Opkomst 6.710
Geldige stemmen 6.591
Blanco stemmen 119
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[4] 3.504
P. van Vliet 1.295
H. Goeman Borgesius 771
W.P. Zeilmaker 467
W.P.G. Helsdingen 435

14 juni 1901[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

14 juni
Kiesgerechtigden 7.335
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[4]

Schaepman was de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

18 februari 1903[bewerken | brontekst bewerken]

Herman Schaepman, gekozen bij de verkiezingen van 14 juni 1901, overleed op 21 januari 1903. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

18 februari
Kiesgerechtigden 7.865
Opkomst 6.089
Geldige stemmen 5.905
Blanco stemmen 184
Kandidaten
P.J.M. Aalberse 3.821
E.B.B. ten Cate 1.097
J.F. Tijhof 987

16 juni 1905[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

16 juni
Kiesgerechtigden 9.324
Opkomst 8.091
Geldige stemmen 7.843
Blanco stemmen 248
Kandidaten
P.J.M. Aalberse[4] 5.217
I.A. Levy 1.907
J.F. Tijhof 719

11 juni 1909[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

11 juni
Kiesgerechtigden 9.087
Opkomst 7.196
Geldige stemmen 6.996
Blanco stemmen 200
Kandidaten
P.J.M. Aalberse[4] 4.744
D. van der Sluis 1.614
J.W. Albarda 638

17 juni 1913[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

17 juni
Kiesgerechtigden 10.107
Opkomst 7.664
Geldige stemmen 7.468
Blanco stemmen 196
Kandidaten
P.J.M. Aalberse[4] 5.338
F.M. Wibaut 1.106
H. Goeman Borgesius 1.024

2 augustus 1916[bewerken | brontekst bewerken]

Piet Aalberse, gekozen bij de verkiezingen van 17 juni 1913, trad op 21 juni 1916 af vanwege zijn benoeming tot hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

2 augustus
Kiesgerechtigden 10.737
Opkomst 5.548
Geldige stemmen 5.371
Blanco stemmen 177
Kandidaten
A.H.J. Engels 4.310
F.M. Wibaut 1.061

15 juni 1917[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

15 juni
Kiesgerechtigden 11.096
Kandidaten
A.H.J. Engels[4]

De zeven in de vorige Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen hadden afgesproken in elkaars kiesdistricten geen tegenkandidaten te stellen.[6] Engels was derhalve de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

Opheffing[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezing van 1917 was de laatste verkiezing voor het kiesdistrict Almelo. In 1918 werd voor verkiezingen voor de Tweede Kamer overgegaan op een systeem van evenredige vertegenwoordiging met kandidatenlijsten van politieke partijen.