Villa (bouwkunde)
Een villa of landhuis is een vrijstaande woning. In de achttiende en negentiende eeuw werd meestal de naam landhuis gebruikt voor grote buitenverblijven in een landschappelijke omgeving. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam hiervoor ook de benaming villa in zwang. De naam is afgeleid van de Romeinse villa.
In de vijftiende eeuw begonnen rijke Italiaanse kooplieden grote buitenhuizen buiten de stad te bouwen, toen huizen van plaisantie of lusthoven genoemd. In de Zuidelijke Nederlanden doken die ook op in het eerste kwart van de zestiende eeuw, en met name rond Antwerpen (bijvoorbeeld het Sterckshof). In de Noordelijke Nederlanden vonden zulke landhuizen ingang in de Gouden Eeuw. In Engeland en Frankrijk drong het landhuis naar Italiaans model pas door in de achttiende eeuw.
De grotere achttiende- en negentiende-eeuwse landhuizen werden vaak gebouwd in een neoclassicistische stijl of in de veel onregelmatiger Engelse landhuisstijl, waarbij de plattegronden een vrije en functionele ordening van de vertrekken tonen.
Twintigste eeuw
Met de toename van de welvaart ontstond aan het einde van de negentiende eeuw een markt voor een nieuw type landhuis, vaak kleiner dan het traditionele landhuis, maar tegemoetkomend aan eigentijdse eisen van comfort, licht, lucht en ruimte. Deze villa's werden vaak ontworpen volgens de op dat moment in zwang zijnde stijl, bijvoorbeeld in de stijl van de Amsterdamse School, of de Jugendstil van Victor Horta.
Het ontwerpen van landhuizen of villa's werd in de eerste helft van de twintigste eeuw, vooral in de duurdere gebieden zoals Het Gooi, Knokke, of de omgeving van het Zoniënwoud een specialisme binnen de architectuur. Architecten als Karel de Bazel, Wouter Hamdorff, Johan Wilhelm Hanrath, Jan Rebel, Theo Rueter en Jop van Epen ontwierpen regelmatig landhuizen.
Villawijk
Toen steeds meer mensen zich een luxueuzere woning in een landelijke omgeving konden veroorloven, noopte een gebrek aan ruimte tot het dichter bij elkaar bouwen van de villa's. Zo ontstonden in veel gemeenten, vooral in de jaren 1930, speciale villawijken, vaak net buiten de grenzen van de bebouwde kom. Een veel gebruikte informele term voor deze enclaves is goudkust.
Ook in de eenentwintigste eeuw worden villa's in Nederland nog dikwijls bij elkaar gebouwd, vaak afgewisseld met luxewoningen in een iets lagere prijsklasse. Men spreekt dan nog steeds van een villawijk, hoewel het woningbestand in een dergelijke wijk niet uitsluitend uit villa's bestaat.
Een voorbeeld van een villawijk is de Kollenberg in Sittard. Daar zijn ook opnames gemaakt voor de eerste Flodder film.