Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 178.118.162.21(overleg) op 9 jun 2019 om 12:10.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, in de voetbalwereld vaak de wet van '78 genoemd, is een Belgischewet, die betaalde sportbeoefenaars de mogelijkheid geeft voortijdig en eenzijdig een contract van bepaalde duur (maximum 5 jaar) te verbreken, mits ze een vergoeding betalen aan de opgezegde club. Die vergoeding is gelijk aan het loon dat ze nog zouden verdienen tussen het ogenblik van de verbreking en het normale einde van het contract.
Beperkte mogelijkheden voor profvoetballers
Het inroepen van de wet van ’78 zou kwalijke gevolgen kunnen hebben voor het transfersysteem dat het voetbalwezen typeert. FIFA bestraft dan ook zowel de spelers die hun contract voortijdig verbreken als de contracterende club. De speler moet mogelijks een schadevergoeding betalen en kan een speelverbod opgelegd krijgen. De contracterende club kan zelfs tegen een transferverbod aanlopen. Indien een speler zijn contract bij een Belgische club verbreekt en bij een andere Belgische club tekent, geniet de FIFA echter geen jurisdictie. Hier is het gebruik van de wet van ’78 principieel mogelijk. Echter hebben de Belgische voetbalclubs onderling een gentlemen’s agreement gesloten waarbij ze aangeven geen spelers te contracteren die de wet van ’78 hebben ingeroepen. In de praktijk blijft de wet van ’78 dan ook dode letter, hoewel spelers het vaak als pressiemiddel gebruiken om uiteindelijk alsnog een transfer af te dwingen.
Toepassingen in het voetbal
Davy De Beule verliet Sporting Lokeren gebruikmakend van de wet nadat de ploeg een ernstige fout maakte. De ploeg stuurde hem namelijk naar de B-ploeg nadat hij zijn nieuw contract weigerde te tekenen. Hij kon dit ook aantonen tijdens de rechtszaak, waardoor hij ook werd vrijgesteld van het betalen van de vergoeding. Later tekende hij zijn contract bij KAA Gent.
Steven Defour dreigde in 2006 met deze wet nadat zijn transfer naar het Nederlandse Ajax afsprong omdat er geen akkoord werd gevonden met KRC Genk. Aangezien Defour zijn contract met deze wet zou verbreken, ging KRC Genk onder zware druk akkoord met een transfer van de speler naar Standard Luik.
In 2011 dreigde voetballer Ronald Vargas te vertrekken bij Club Brugge nadat Club de prijs niet wilde laten zakken voor RSC Anderlecht, zo zou hij naar het buitenland vertrekken.
Middenvelder William Vainqueur van Standard Luik dreigde ook gebruik te maken van deze wet. Een paar dagen later tekende hij een sterk verbeterd contract tot 2017 bij Standard.