Wiskunde (schoolvak in Nederland)

Wiskunde is een schoolvak dat in Nederland in verschillende vormen, dus volgens een verschillend leerplan, werd en wordt aangeboden.

Voor de Tweede Fase

Met ingang van het schooljaar 1984-85, voordat het Tweede Fase-onderwijs in 1998 zijn intrede deed, werd het vak wiskunde in Nederland doorgaans onderverdeeld in twee keuzevakken, wiskunde A en wiskunde B, waarbij het eerste vak onderdelen als kansrekening en matrices bevatte en het tweede meer de nadruk legde op ruimtelijk inzicht en differentiaalrekenen. Wiskunde A en wiskunde B volgden de schoolvakken wiskunde I (Analyse, kansrekening en statistiek) en wiskunde II (Lineaire algebra en meetkunde ) op.

Oude Tweede Fase

Voor 2007 werd wiskunde in de Tweede Fase onderverdeeld in wiskunde A1, wiskunde A1,2, wiskunde B1 en wiskunde B1,2. De verschillende soorten wiskunde hoorden bij de vier verschillende profielen in de Tweede Fase, al was het ook soms mogelijk om een hogere graad van wiskunde te krijgen door deze in het vrije deel te kiezen.

Wiskunde A1

Dit was een vorm van wiskunde gedoceerd in de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs in Nederland. Het eindcijfer voor dit vak was op de havo gelijk aan het schoolexamencijfer. Op de havo kende dit vak dus geen centraal schriftelijk examen. Op het vwo kende wiskunde A1 wel een centraal schriftelijk examen. In het profiel cultuur en maatschappij was het een verplicht vak. In het vak voeren combinatoriek en kansrekening de boventoon.

Wiskunde A1,2

Dit was een vorm van wiskunde gedoceerd in de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs in Nederland en gold als uitbreiding op wiskunde A1. Op het vwo en de havo was er voor wiskunde A1,2 een centraal schriftelijk examen. In het profiel economie en maatschappij was het een verplicht vak.

Wiskunde B1

Deze vorm van wiskunde werd gedoceerd in de Tweede Fase van het Voortgezet onderwijs in Nederland. Wiskunde B1 kende op het vwo en de havo een centraal schriftelijk examen. In het profiel natuur en gezondheid is het een verplicht vak. Wiskunde B1 is inhoudelijk vergelijkbaar met het huidige vak wiskunde B.

Wiskunde B1,2

Wiskunde B1,2 (vergelijkbaar met het huidige wiskunde D) was een vorm van wiskunde gedoceerd in de Tweede Fase van het Voortgezet onderwijs in Nederland en geldt als uitbreiding op wiskunde B1. Op het vwo en de havo bestaat voor wiskunde B1,2 een centraal schriftelijk examen. In het profiel natuur en techniek was het een verplicht vak. Over het algemeen wordt dit als de moeilijkste vorm van de wiskundevakken gezien.

Vernieuwde Tweede Fase 2007

Bij de vernieuwing van de Tweede Fase die inging in schooljaar 2007 werd het vak wiskunde B1,2 vervangen net zoals de andere wiskundevormen, door nieuwe. De nieuwe wiskundevormen worden: wiskunde A, wiskunde B, wiskunde C en wiskunde D.

Wiskunde A

Dit is in Nederland een wiskundevak dat samen met wiskunde B is ingevoerd voor het vwo in 1985 en op de havo in 1990. Op het vwo verving deze verdeling de daarvoor bestaande wiskunde I en II, de operatie heette dan ook HEWET (Herverkaveling Wiskunde I en II) en het was de bedoeling met wiskunde A een wiskunde te leveren die elke vwo-leerling kon kiezen. Op de havo was er voor de invoering van wiskunde A en B één vak wiskunde. De invoeringsoperatie heette HAWEX (havo Wiskunde Experimenten). Bij wiskunde A is een meer op maatschappelijke toepassing gericht programma in gebruik. Onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn bijvoorbeeld statistiek, kansrekening, telproblemen, werken met datasets,lineair programmeren, eenvoudig werk met formules en differentiaalrekening en een belangrijke rol voor bewerkingen met een GR.

Bij de invoering van de Tweede Fase werd wiskunde A opgesplitst in wiskunde A1 en wiskunde A1,2. Bij de Vernieuwde Tweede Fase is wiskunde A echter weer teruggekomen als opvolger van wiskunde A1,2. Leerlingen uit de profielen Natuur en Gezondheid en Economie en Maatschappij kunnen kiezen tussen wiskunde A en wiskunde B, VWO leerlingen uit het profiel Cultuur en Maatschappij kunnen tussen Wiskunde A en wiskunde C.

Wiskunde B

Dit is in Nederland een wiskundevak dat samen met wiskunde A is ingevoerd voor het vwo in 1985 en op de havo in 1990. Op het vwo verving deze verdeling de daarvoor bestaande wiskunde I en II, de operatie heette dan ook HEWET (Herverkaveling Wiskunde I en II) en het was de bedoeling met wiskunde A een wiskunde te leveren die elke vwo-leerling kon kiezen. Op de havo was voor de invoering van wiskunde A en B één vak wiskunde. De invoeringsoperatie heette HAWEX (havo Wiskunde Experimenten). Bij wiskunde B draait het lesprogramma om onderwerpen die in exacte wetenschappen terugkomen en zijn daarom vaak een vereiste bij studies rondom gezondheid, wiskunde, informatica elektronica. Onderwerpen die aan bod komen zijn meetkunde, integraalrekening, goniometrie en het maken van exacte berekeningen(waarbij uitkomsten niet worden afgerond en de GR buiten beschouwing moet worden gelaten).

Bij de invoering van de Tweede Fase werd wiskunde B opgesplitst in wiskunde B1 en wiskunde B1,2. Bij de Vernieuwde Tweede Fase is wiskunde B echter weer teruggekomen als opvolger van wiskunde B1. Leerlingen uit de profielen Natuur en Gezondheid en Economie en Maatschappij kunnen kiezen tussen wiskunde A en wiskunde B, voor leerlingen uit het profiel Natuur en Techniek is wiskunde B verplicht.

Wiskunde C

Dit is een wiskundevak dat samen met wiskunde D ingevoerd is in het vwo in Nederland, in de Vernieuwde Tweede Fase vanaf het schooljaar 2007/2008. Wiskunde C is een voortzetting op het eerdere vak wiskunde A1. Meer dan bij dat vak zal gevraagd worden om algebraïsche vaardigheden. Het onderdeel grafen en matrices, bij wiskunde A1 in de ijskast terechtgekomen om het programma te verlichten, is weer opgenomen. Verder komen tekenen in perspectief, logica en eenvoudige berekeningen met formules aan bod.

Wiskunde C is alleen beschikbaar voor leerlingen met het profiel Cultuur en Maatschappij. Leerlingen mogen wiskunde C inwisselen voor wiskunde A of B. De studielast bedraagt 480 uur.

Wiskunde D

Dit is het wiskundevak dat samen met wiskunde C werd ingevoerd op het voortgezet onderwijs in Nederland, in de Vernieuwde Tweede Fase vanaf het schooljaar 2007/2008. Wiskunde D is een toevoeging op het vak wiskunde B waarin onderdelen die in wiskunde B zijn geschrapt, zoals kansrekening en statistiek, terug zullen komen. Ook oudere vormen van wiskunde zullen hier een plaats vinden. Wiskunde D is alleen beschikbaar voor leerlingen die ook wiskunde B volgen. Omdat alle scholen zelf een programma mogen samenstellen (en er per school dus verschillende onderdelen worden aangeboden) is er geen centraal examen wiskunde D. Het diplomacijfer bestaat enkel uit schoolexamens (SE) met daarbij één of meerdere praktische opdrachten (PO).

Onderdelen van wiskunde D

Onder andere de volgende onderdelen worden met wiskunde D aangeboden:

• Combinatoriek
• Rekenregels
• Kansrekening
• Cryptografie
• Codering
• Speltheorie
• Complexe getallen
• Meetkunde
• Normale verdeling
• Sterrenkunde