Naar inhoud springen

Chipknip

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chipknip-oplaadpunt
Contactvlakken van chip op bankpas
Chip, losgemaakt uit bankpas, aan de achterzijde van de contactvlakken

Chipknip was een Nederlandse elektronische portemonnee van Currence in de vorm van een chip op een bankkaart. Hij bestond van 1996 tot 2015 en was een variant van de Belgische Proton-kaart. De Chipknip kon sinds april 2013 alleen soms nog gebruikt worden op locaties waar niet gepind kan worden, bijvoorbeeld in bedrijfskantines en parkeerautomaten. Sinds 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om met een Chipknip te betalen.

Het woord Chipknip staat voor: chip zoals die gebruikt wordt in een chipkaart, en knip voor portemonnee.

Inmiddels is er een alternatieve vorm van elektronisch betalen zonder intoetsen van de pincode: contactloos betalen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal Nederlandse banken voerde Chipknip in 1996 in. Later kwamen Postbank en ING Bank (in samenwerking met KPN Telecom) met hun eigen Chipper. Beide systemen maakten gebruik van verschillende chipkaarttechnologieën en waren daardoor niet uitwisselbaar. Toen de Chipper werd gestopt, stapten de Postbank (in februari 2009 samengegaan met ING) en de ING Bank op Chipknip over, waarmee deze de standaard werd.

Chipknip is gebaseerd op de technologie van het Belgische bedrijf Proton World.[bron?] Dit bedrijf had in 1994 de Proton-kaart ontwikkeld die in 1995 in België werd ingevoerd. Hoewel de technologie hetzelfde was, waren beide systemen niet compatibel.

De chipknip werd uiteindelijk overbodig, doordat pinnen goedkoper werd: winkels vroegen meestal geen vergoeding meer voor het pinnen van kleine bedragen. Het aantal Chipkniptransacties nam sinds 2010 sterk af: van 171,7 miljoen in 2011 tot 148,2 miljoen in 2012 (-14%). Dit werd in de hand gewerkt doordat grote winkelketens zoals HEMA, Albert Heijn en Jumbo stopten met deze betaalmogelijkheid bij het invoeren van het nieuwe pinnen in 2012.

Einde van Chipknip[bewerken | brontekst bewerken]

De eigenaar van Chipknip, Currence, kondigde in 2013 aan dat Chipknip per 31 december 2014 zou ophouden te bestaan.[1][2] Per april 2013 is – zoals men al enkele jaren veronderstelde[3] – de Chipknip afgeschaft in betaalautomaten waar ook gepind kan worden. Dit scheelt in de betaalprocedure de stap waarin de consument bij de automaat de keuze tussen pinnen en chippen selecteert.

In tegenstelling tot het Belgische Proton besloten de Nederlandse banken ABN AMRO, ING en Rabobank na 31 december 2014 over te gaan tot automatische terugboeking van het saldo.[4]

Op Europees niveau wordt echter meer 'slim geld', waaronder chipkaarttechnieken als betalingsmiddel, als wenselijk gezien.[5][6]

Functioneren[bewerken | brontekst bewerken]

De Chipknip kon worden opgeladen bij een Chipknipoplaadpunt. Er kon maximaal 500 euro op de chip worden gestort (afhankelijk van de limiet die door de bank was toegekend), voor het opladen moest een pincode worden ingevoerd.

Bij het betalen met de Chipknip werd het bedrag direct in mindering gebracht op het saldo van de Chipknip. Er hoefde daarbij geen pincode te worden ingevoerd, slechts een druk op de "groene knop" volstond, zodat de betaling sneller kon plaatsvinden dan bij een pinbetaling. Het "afstorten" van de chipbetalingen vond meestal eens per week plaats, terwijl elke pin-betaling apart werd gecontroleerd en verwerkt.

Een nadeel ten opzichte van contant geld was dat de bezitter van een Chipknip niet aan het pasje zelf kon zien wat het saldo was. Daarom werden er kaartlezers gemaakt (onder meer in de vorm van een sleutelhanger) die het saldo van de Chipknip aangaven (en meestal de laatste 5 of 10 betalingen). Het saldo op de Chipknip was ook te lezen bij een betaalpunt en via een chipknipoplaadpunt. Daarnaast was het mogelijk om tot terugboeking van het saldo over te gaan. Het tegoed op de Chipknip werd dan volledig teruggestort.[bron?]

In geval van beschadiging was het mogelijk het op de chip gezette saldo terug te krijgen op de bijbehorende bankrekening. Het was daarvoor niet nodig dat de chip leesbaar was. Via de bank kon nagegaan worden wat het saldo op de Chipknip was. Bij verlies of diefstal had de vinder of dief wel de beschikking over het saldo dat op de chip stond. Wat dat betreft was een Chipknip niet beter beveiligd dan gewoon geld. De verliezer kon de pas echter bij de bank laten blokkeren om te verhinderen dat de vinder het saldo op de chip ten laste van de verliezer opwaardeerde. De chip zelf bevatte wel een Triple DES beveiliging[bron?], maar die voorkwam hooguit dat er onrechtmatig geld op gezet kon worden. Hoewel vals geld maken zo onmogelijk werd gemaakt, werd hiermee niet voorkomen dat de verliezer het geld op de chip kwijt was.

Prepaid-chipknip[bewerken | brontekst bewerken]

Er was ook een prepaid variant van Chipknip.[7] Deze was niet gerelateerd aan een bankrekening en dus ook niet op te waarderen. De prijs van een prepaidkaart kon hoger zijn dan de waarde; met het verschil (vermeld op de achterzijde) werden de kosten van de kaart en het verkoopkanaal gedekt. Prepaid Chipknip-kaarten hadden een beperkte geldigheidsduur.

Prepaid Chipknip-kaarten konden handig zijn voor mensen zonder Nederlandse bankrekening, bijvoorbeeld toeristen, zakenreizigers en jeugd.

Maatschappelijke effecten[bewerken | brontekst bewerken]

In sommige gemeenten (bijvoorbeeld Rotterdam) kon parkeergeld alleen worden betaald met Chipknip en niet meer contant. Dat leverde grote problemen op voor bezoekers aan de stad die niet over een Chipknip beschikten. Uiteindelijk heeft de gemeente Rotterdam ook betalen met creditcards bij een deel van de parkeerautomaten in het centrum en een aantal bijzondere locaties mogelijk gemaakt.[(sinds) wanneer?]

Op 8 juli 2005 bepaalde de Hoge Raad dat het gemeenten was toegestaan automaten in gebruik te hebben waarbij alleen betaling per Chipknip mogelijk was.[bron?]

Ook in de kantines van veel grote bedrijven kon alleen met Chipknip worden betaald.[bron?]

Thuis Oplaadmogelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

In België bestond de mogelijkheid de Protonkaart thuis of op kantoor op te laden met een door het toen nog staatstelefoonbedrijf Belgacom onder de naam Maestro Smartphone op de markt gebracht toestel.

In tegenstelling tot wat de naam laat vermoeden was het vast toestel .

De Apple Smartphone zou pas 10 jaar later op de Belgische markt verschijnen.

De functionaliteit ervan meervoudig geweest zijnde, naast de oplaadmogelijkheid van de Protonkaart, kon je ermee Telebankieren beveiligd met de bankkaart, bood het de mogelijkheid tot het sturen en ontvangen van email zonder Internetaansluiting en het sturen van faxen zonder Faxtoestel.

Het was bovendien te huren voor een laag maandelijks bedrag bij Belgacom.

Wat zich zo veelbelovend aandiende werd echter, net zoals de Chipknip een debacle.

De RAM-capaciteit van microchip was ontoereikend voor de vele taken die hij moest vervullen en crashte dan ook met de regelmaat van de klok.

Vele van de ermee verstuurde email of de respons erop kwam nooit bij de bestemmelingen.

Slechts weinige bankinstellingen investeerden in een server om de Smartphone Telebankier-functie te faciliteren.

Ondanks het feit dat deze methode voor afstandsbankieren a priori fraudebestendiger was dan het tegenwoordige Internetbankieren.

De transacties verliepen middels een rechtstreekse, enkelvoudige landlijn tussen de Maestro Smartphone en de Server van de Bankinstelling en niet het World Wide Web waar een menigte aan fraudeleuze gebeurtenissen kunnen plaatsvinden.

Alles was bovendien beveiligd met een Bankkaart met Microchip.  

De Proton oplaadfunctie eigenlijk het enige geweest zijnde wat probleemloos functioneerde.

De Belgische toezichthouder op telecomtoestellen en –aanbieders  BIPT, dat voorzeker op de hoogte geweest moet zijn van de inherente gebreken ervan had dit toestel nooit mogen homologeren.

Een gemiste kans gezien de OV Chipkaart op dezelfde technologie stoelt dan de Chipknip of Protonkaart dus het opladen van dergelijke vervoersbewijzen had ook kunnen plaatsvinden in de thuis- of werkomgeving zonder noodzaak tot Internet wat de gebruiksvriendelijkheid ervan nog had verhoogd.

In Vlaanderen werd de Protonkaart wel ingevoerd maar de erop geënte Universele, oplaadbare vervoersbewijzen echter niet. 

Het Internet refereert op geen enkele wijze naar dit toestel met handleidingen of afbeeldingen alsof het nooit bestaan heeft.

Wie anders dan (staats)telecomaanbieders weten beter hoe iets geheel van het Internet te laten verdwijnen ?

Zeldzame afbeelding van Belgacom Maestro Smartphone met indicatie van Protonkaart oplaadgleuf

Wellicht om eisen tot schadeclaims van bezitters of huurders welke tot schade en schande kwamen door het habituele disfunctioneren ervan uit te sluiten.

Chipknip in andere landen[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel Chipknip alleen in Nederland werkte, wordt of werd hetzelfde principe ook gebruikt in het buitenland, onder verschillende namen: Proton (België), Geldkarte (Duitsland), Avant (Finland), Danmønt (Denemarken, eind 2005 opgeheven in verband met gebrek aan succes), MEP (Portugal), Minipay (Italië), Minicash (Luxemburg), Quick (Oostenrijk), Moneo (Frankrijk) en Monedero 4B (Spanje).

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]