Antoon Van den Braembussche: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ Link(s)
Ik heb de structuur van de tekst gewijzigd, de gehele tekst herzien en haar weer up-to-date gemaakt.
Regel 21: Regel 21:
| website =
| website =
}}
}}
'''Antoon A. Van den Braembussche''' ([[Eeklo]], [[9 juli]] [[1946]]) is een Vlaamse [[cultuurfilosoof]], professor emeritus aan de [[Vrije Universiteit Brussel]] en [[dichter]]. Hij begon als dichter, werd docent in de [[geschiedfilosofie]] en specialiseerde zich later in de [[kunstfilosofie]].
'''Antoon A. Van den Braembussche''' ([[Eeklo]], [[9 juli]] [[1946]]) is een Vlaamse [[cultuurfilosoof]], professor emeritus aan de [[Vrije Universiteit Brussel]] en [[dichter]]. Hij begon als dichter, werd docent in de [[geschiedfilosofie]] en specialiseerde zich later in de [[kunstfilosofie]] en comparatieve filosofie.


In zijn meer recente werk heeft hij zich gericht op [[postmodernisme]], [[poststructuralisme]] en interculturele [[esthetica]]. Belangrijke thema's daarbij zijn [[Representatie (psychologie)|representatie]] en [[collectieve herinnering]], en de [[filosofie]] van de [[digitale cultuur]] en [[eigentijdse kunst]].
In zijn meer recente werk heeft hij zich gericht op [[postmodernisme]], [[poststructuralisme]] en interculturele [[esthetica]]. Belangrijke thema's daarbij zijn [[Representatie (psychologie)|representatie]] en [[collectieve herinnering]], en de [[filosofie]] van de [[digitale cultuur]] en [[eigentijdse kunst]].


== Levensloop ==
== Loopbaan ==
In de jaren zeventig studeerde Van den Braembussche [[filosofie]] en [[Ethiek|moraalwetenschappen]] aan de [[Vrije Universiteit Brussel]] en rondde deze studies [[cum laude]] af. In 1980 werd hij aangesteld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, eerst als wetenschappelijk medewerker en vervolgens als Universitair Hoofddocent. In 1982 promoveerde hij cum laude in de [[geschiedfilosofie]][[Antoon Van den Braembussche#cite%20note-Muze%2020017-2|<sup>[2]</sup>]] onder begeleiding van [[Jacques Ruytinx]] en [[Leo Apostel]].[[Antoon Van den Braembussche#cite%20note-3|<sup>[3]</sup>]] Tijdens zijn loopbaan was hij gastdocent aan de universiteiten van [[Universiteit Bielefeld|Bielefeld]], [[Universiteit van Calcutta|Calcutta]], Jadavpur en [[Universiteit van Turku|Turku]]. Hij was tevens gastdocent aan [[Universiteit van Amsterdam]], de [[Internationale School voor Wijsbegeerte]] (ISVW), School voor Comparatieve Filosofie Antwerpen (SCFA), het Centre Erasme, de Academia Vitae enzovoort. Op het einde van zijn loopbaan doceerde hij tevens deeltijds kunstkritiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is de auteur van een twintigtal boeken, zo’n 140 artikelen en tevens een achttal dichtbundels.
Van den Braembussche is geboren en getogen in [[Eeklo]], alwaar hij het [[Sint-Vincentiuscollege (Eeklo)|Sint-Vincentiuscollege]] volgde. In eerste instantie vestigde hij zich als dichter, geïnspireerd door de [[experimentele poëzie]] en dichters als [[Lucebert]], [[Paul Snoek]], [[Hugo Claus]], [[Hans Andreus]] en [[Hans Lodeizen]]. In 1967, op 21-jarige leeftijd, publiceerde hij zijn eerste dichtbundel onder het pseudoniem Tonko Brem.<ref name="Muze 20017">"[http://muzeval.blogspot.nl/2017/12/muzeval-221-14-december-2017-antoon-van.html Perstekst Muzeval 221, dd 14-12-2017: Antoon Van den Braembussche]," op ''muzeval.blogspot.nl.'' december 2017. Bezien 8 mei 2018.</ref>
Eind jaren zestig nam Van den Braembussche deel aan de [[Hippiecultuur|hippie-scene]], kwam onder de invloed van de [[Beat Generation]] en het [[Zen-boeddhisme]] en het werk van [[Antonin Artaud]]. Hij won een Jongerenprijs voor poëzie van de stad Eeklo in 1969. Tien jaar later publiceerde hij de dichtbundel ''Liefdesverklaring'' in de Yang Poëzie Reeks, die wel wordt gezien als zijn eigenlijke literaire debuut.<ref name="Muze 20017"/> Hij was dat jaar ook redacteur van het literair tijdschrift [[Yang (tijdschrift)|YANG]].


=== '''Geschiedfilosofie''' ===
In de jaren zeventig was Van den Braembussche begonnen met de studie [[filosofie]] aan de Vrije Universiteit Brussel. In 1976 studeerde hij [[summa cum laude]] af in de filosofie, en in 1978 nogmaals in de [[moraalwetenschappen]]. In 1982 promoveerde hij vervolgens cum laude in de geschiedfilosofie<ref name="Muze 20017"/> onder begeleiding van [[Jacques Ruytinx]] en [[Leo Apostel]].<ref>Van den Braembussche (1980, p. 9)</ref>
In eerste plaats doceerde hij voornamelijk geschiedfilosofie, dit resulteerde in het inleidende handboek ‘''Theorie van de Maatschappijgeschiedenis''’.[[:Bestand:///C:/Users/Jesse/Downloads/Wikipedia feedback Angelo en Antoon.docx#%20ftn1|[1]]] Dit boek tracht een inleiding te geven in de geschiedfilosofie. Van den Braembussche stelt een ‘pragmatische’ benadering voor die erop gericht is de afstand tussen theorie en praktijk van de geschiedenis te overbruggen. Eind jaren tachtig spitste hij hij zich binnen de geschiedfilosofie steeds meer toe op de [[collectieve herinnering]], meer in het bijzonder op de aard van historische taboes en trauma’s. Dit leidde onder meer tot het artikel ''The Silenced Past. On the nature of historical taboos''<ref>{{Citeer tijdschrift|achternaam=Van den Braembussche|voornaam=A.A.|medeauteurs=|taal=Engels|url=https://www.academia.edu/2567847/The_Silenced_Past._On_the_nature_of_historical_taboos|titel=The Silenced Past. On the nature of historical taboos|jaargang=1998|tijdschrift=Swiat historii. Festschrift for Jerzy Topolski|datum=1998}}</ref> en ''Presenting the Unpresentable. On trauma and visual Art.''<ref>{{Citeer boek|titel=Intercultural Aesthetics|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=H. Kimmerle, N. Note, ed.|taal=Engels|url=https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-1-4020-5780-9_9|uitgever=Springer|plaats=Dordrecht|datum=|pagina's=119-136|ISBN=978-1-4020-4507|hoofdstuk=Presenting the Unpresentable. On Trauma and Visual Art}}</ref> In dit laatste artikel, dat in 2009 verscheen, stond de artistieke representatie van historische trauma’s centraal.


=== '''Kunstfilosofie''' ===
Van 1980 tot 2007 was Van den Braembussche eerst wetenschappelijk medewerker en vervolgens universitair hoofddocent aan de [[Erasmus Universiteit Rotterdam]], waar hij het eerste decennium theorie van de maatschappijgeschiedenis en nadien kunstfilosofie doceerde. In het studiejaar 1997-98 was hij hoofd van de theorie afdeling van de [[Jan van Eyck Academie]] in Maastricht, en later was hij nog enige jaren professor aan de [[Vrije Universiteit Brussel]].
Deze klemtoon op de artistieke representatie was niet toevallig. Inderdaad, sinds de jaren negentig lag de focus van het onderzoek steeds meer  op de [[Esthetica|kunstfilosofie]]. Dit resulteerde in de publicatie van ''Denken over Kunst'' (1994) een standaardwerk in de kunstfilosofie. Dit handboek biedt een systematische en begrijpelijke inleiding in de kunstfilosofie. Het is viermaal herdrukt en er zijn meer dan 20.000 exemplaren over de toonbank gegaan. Er verscheen een vertaling in het Engels, het Duits en sinds 2019 ook in het Koerdisch. Het boek bevat  een grondige maar heldere uiteenzetting van de klassieke, moderne en [[Postmoderne filosofie|postmoderne]] theorieën over kunst, vanaf [[Plato]] tot en met [[Jacques Derrida|Derrida]]. Elke theorie, elk hoofdstuk eindigt met “Het atelier van de kunstenaar” waarin de praktische relevantie van de besproken theorie wordt toegelicht aan de hand van de artistieke praktijk (Giacometti, Kosuth, Paul van Ostaijen, Kandinsky, Marcel Duchamp), en/of voorbeelden uit recente culturele praktijken, zoals de videoclip.


''Denken over Kunst'' opende ook de deuren naar het kunstonderwijs. Zo was Van den Braembussche in het academiejaar 1997-1998 hoofd van het departement theorie aan de Jan van Eyck Academie. In het begin van het millennium was hij verschillende jaren gastdocent aan het ''[[Hoger Instituut voor Schone Kunsten]] (HISK).'' Door deze functies verwierf hij talrijke contacten met jonge, beloftevolle kunstenaars, zowel nationaal en internationaal. Dit leidde onder meer tot een unieke en intensieve samenwerking met beeldend kunstenaar [[Angelo Vermeulen]] met wie hij in 2008 het dialoogboek ''[[Charles Baudelaire|Baudelaire]] in Cyberspace''<ref>{{Citeer boek|titel=Baudelaire in Cyberspace|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=A. Vermeulen|taal=nl|url=|uitgever=Boom|datum=2008|pagina's=|ISBN=9789054875093}}</ref> publiceerde.
Van den Braembussche publiceerde een achttal dichtbundels en schreef een twintigtal boeken en zo'n 140 artikels. Hij was verder gastdocent aan universiteiten in Antwerpen en Gent, Amsterdam, Utrecht en Deventer (Academia Vitae), en verder in [[Bielefeld]] en [[Calcutta]].


=== '''Interculturele filosofie''' ===
== Werk ==
Sinds 2008 begaf Van den Braembussche zich steeds meer op terrein van  van de comparatieve en/of interculturele filosofie. Dit leidde allereerst tot de uitgave van ''Intercultural aesthetics''<ref>{{Citeer boek|titel=Intercultural Aesthetics|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=H. Kimmerle, N. Note, ed.|taal=Engels|url=https://link.springer.com/book/10.1007/978-1-4020-5780-9|uitgever=Springer|plaats=Dordrecht|datum=|pagina's=|ISBN=978-1-4020-4507-3}}</ref>, die in 2008 onder meer onder zijn redactie tot stand kwam. Meer recentelijk verscheen ''De stilte en het onuitsprekelijke''<ref name=":0">{{Citeer boek|titel=De Stilte en het Onuitsprekelijke|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=|taal=nl|url=https://books.google.nl/books/about/De_stilte_en_het_onuitsprekelijke.html?id=DUYevgAACAAJ&redir_esc=y|uitgever=EPO|datum=2016|pagina's=|ISBN=978-94-6267-083-9|page=}}</ref> waarin de grenzen tussen [[kunst]] en [[mystiek]], [[religie]] en [[atheïsme]], tussen [[Westerse filosofie|westerse]] en [[oosterse filosofie]] worden doorbroken. Om deze grenzen te overschrijden toont hij de verwevenheid aan tussen het [[Het sublieme|sublieme]] in de kunst en de mystieke ervaring in Oost en West. Beide, de sublieme en mystieke ervaring, kenmerken zich door de huiveringwekkende ervaring die ons oog in oog plaatst met de afgrond.  In de vergelijking tussen de mystieke ervaring in Oost en West, tussen [[Zen]] en negatieve theologie, toont Van den Braembussche dat beide het onuitsprekelijke proberen te zeggen via de weg van ontkenning: ‘noch dit, noch dat’. Dit mondt uit in een meditatie over [[non-dualiteit]], die de brug slaat tussen Oosterse en Westerse mystiek.<ref name=":0" />
=== ''Theorie van de maatschappijgeschiedenis'' ===
De ''Theorie van de maatschappijgeschiedenis'' uit 1980 was Van den Braembussches eerste handboek. Het wil een pragmatische inleiding geven in de [[geschiedfilosofie]] en [[geschiedenistheorie]]. Hierbij is getracht de afstand tussen theorie en praktijk enigszins te overbruggen. Na een algemene inleiding bespreekt het werk in twee delen een apragmatische en pragmatische geschiedfilosofie. Het sluit af met een het "Probleem van de wijsgerige rechtvaardiging."<ref>Van den Braembussche (1980, p. 133)</ref>


=== '''Poëzie''' ===
Over de Nederlandse geschiedschrijving was Van den Braembussche niet zo te spreken. Zo stelde hij (1985) dat "de Nederlandse geschiedschrijving zeer gedegen [is], maar lijdt aan bloedarmoede, aan een gebrek aan dynamiek, aan durf en confrontatie ook: zij mist die sprankelende voortvarendheid die Franse historici zo kenmerkt en hen een internationale reputatie bezorgde."<ref name="MS 2018">Tom van der Meer en Hubert Smeets; "[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029801:mpeg21:a0132 BRAAF & DEGELIJK de Nederlandse geschiedschrijving]". ''NRC Handelsblad,'' 11-07-1985. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2018.</ref> In vergelijking met Frankrijk, Engeland, Duitsland en ook België was de historische wereld van de Nederlandse geschiedschrijving een stuk minder kleurrijker.<ref name="MS 2018"/><ref>Blikvanger. "[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011011240:mpeg21:a0470 Noorder Rondblik Het niemandsland van de historie tussen wetenschap en literatuur]," ''Nieuwsblad van het Noorden,'' Groningen, 26-01-1985. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2018.</ref><ref>Willem Otterspeer, "[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000028739:mpeg21:a0221 Nut en nadeel van de geschiedtheorie], ''NRC Handelsblad",'' 21-05-1987. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2018.</ref>
Van den Braembussche liet zich, zoals reeds gezegd, ook als dichter geleden. Hoewel hij  al in 1967 als dichter debuteerde  wordt zijn dichtbundel ''Liefdesverklaring'' als zijn eigenlijke, literaire debuut beschouwd''.'' Deze bundel verscheen in 1979 onder het pseudoniem Tonko Brem in de [[Yang (tijdschrift)|Yang]] Poëzie reeks, werd door critici erg goed ontvangen en beleefde meteen een tweede druk. Door zijn bijna gelijktijdige aanstelling als docent aan de [[Erasmus Universiteit Rotterdam]] raakte de poëzie echter lange tijd op de achtergrond. Desondanks publiceerde Van den Braembussche nog een aantal dichtbundels onder zijn pseudoniem.<ref>{{Citeer web|url=http://muzeval.blogspot.com/2017/12/muzeval-221-14-december-2017-antoon-van.html|titel=Muzeval 221: 14 december 2017 - Antoon Van den Braembussche|bezochtdatum=2019-08-13|auteur=A.A. Van den Braembussche, B. Van Peer|achternaam=|voornaam=|datum=|uitgever=|taal=nl}}</ref>


Met zijn dichtbundel ''Kant-tekeningen'' (2007)<ref>{{Citeer boek|titel=Kant-tekeningen|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=T. Smedt|taal=nl|url=https://www.uitgeverijp.be/product/kant-tekeningen/|uitgever=Leuven|datum=2007|pagina's=45|ISBN=}}</ref>, die hij ditmaal onder eigen naam publiceerde, kreeg  zijn poëzie meteen ook een nieuwe wending. Vanaf nu bewoog zijn poëzie zich veel meer op het raakvlak tussen filosofie en kunst. Poëzie is immers ‘de creatieve plek bij uitstek waar kunst en filosofie elkaar kunnen ontmoeten.’<ref name=":1">{{Citeer boek|titel=Alles komt terug|auteurlink=|auteur=A.A. Van den Braembussche|medeauteurs=|taal=nl|url=https://www.uitgeverijp.be/product/alles-komt-terug/|uitgever=P|plaats=Leuven|datum=2018|pagina's=|ISBN=978-94-92339-53-9}}</ref> De meest recente en zevende dichtbundel ''Alles komt terug''<ref name=":1" /> werd zeer positief ontvangen door critici. In deze bundel raken de drie kernelementen van kunst, [[spiritualiteit]] en filosofie elkaar dankzij de herhaaldelijke verwijzing naar [[Friedrich Nietzsche|Nietzsche]]’s “eeuwige terugkeer van het gelijke”. Deze dichtbundel is niet meer en niet minder dan een uiterste poging het onuitsprekelijke  onder woorden te brengen, wat herinnert aan zijn filosofische verhandeling daarvan in het essayboek ''De stilte en het onuitsprekelijke''.<ref name=":0" /> Zo stelt Jan Geerts:<blockquote>‘Omdat in “Alles komt terug” de afwezigheid van woorden verdriet is, bezoekt Antoon Van den Braembussche de achterkant van de taal. … Want enkel daar kan het onuitsprekelijke gezegd worden. … Door het naamloze te noemen, raken we de dingen en de mensen om ons heen aan en worden we ook zelf aangeraakt. We zien de dingen voor het eerst écht en in dat zien laten we de wereld bestaan in al zijn complexiteit’<ref>{{Citeer web|url=https://geertsjan.wordpress.com/2018/06/04/mensen-hebben-poezie-nodig-na-het-lezen-van-alles-komt-terug-van-antoon-van-den-braembussche/|titel=Mensen hebben poëzie nodig (na het lezen van “Alles komt terug” van Antoon Van den Braembussche)|bezochtdatum=2019-08-13|auteur=J. Geerts|achternaam=|voornaam=|datum=04-06-2018|werk=|uitgever=|taal=nl}}</ref></blockquote>Ondanks het feit dat deze ’lyriek die abstract is en mikt op algemene waarheden’<ref>{{Citeer web|url=http://mappalibri.be/?navigatieid=61&via_navigatieid=17&recensieid=7593|titel=Antoon van den Braembussche: Alles komt terug. Over ‘de eeuwige terugkeer van het gelijke’|bezochtdatum=2019-08-13|auteur=D. De Geest|achternaam=|voornaam=|datum=oktober 2018|werk=mappalibri.be|uitgever=|taal=nl}}</ref>,behoudt deze bundel een uitermate persoonlijk en intiem karakter. Renaat Ramon stipt dit aan in haar recensie: “Van den Braembussche weet met een beheerst vocabularium woorden te creëren die een geheel eigen, intieme sfeer oproepen. Dat is een eigenschap van grote poëzie.”<ref>{{Citeer tijdschrift|achternaam=Ramon|voornaam=R.|medeauteurs=|taal=nl|url=|titel=De Eeuwige Terugkeer van Friedrich Nietzsche|jaargang=2019|tijdschrift=Poëstille|datum=januari}}</ref>
=== ''Denken over Kunst'' ===
Het boek ''Denken over Kunst'' uit 1994 biedt een kennismaking met de [[kunstfilosofie]].<ref>Nico van Rossen "[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010822293:mpeg21:a0211 Hapklare kunstfilosofie voor studenten? Mwwah]," ''Trouw,'' 14-10-1994. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2018.</ref> Het gaat in op de klassieke vraag 'wat is kunst?' Het bespreekt het verschijnsel [[kunst]] in historische en maatschappelijk perspectief en beziet de interpretatie van kunst als een taal en tekensysteem.

Met deze opzet wil het boek een inzicht geven in de voortdurende veranderende kijk op kunst door de eeuwen heen. Dit leidt tot een uiteenzetting van een aantal basistheorieën die de kunst steeds vanuit een ander gezichtspunt verhelderen.

''Denken over Kunst'' is het bekendste werk van Van den Braembussche. Het is viermaal herdrukt en er zijn meer dan 20.000 exemplaren over de toonbank gegaan. Het wordt algemeen beschouwd als het standaardwerk in de [[kunstfilosofie]]. Er verscheen een vertaling in het Engels als ''Thinking Art'' en in het Duits als ''Denken über Kunst''.

=== Verder onderzoek ===
Na de uitgave van ''Denken over Kunst'' gaf Van den Braembussche tussen 1990 en 2008 vele lezingen in binnen- en buitenland over kunstfilosofie en met name de rol van het postmodernisme. In het verlengde van het boek werd in deze lezingen niet enkel de schilderkunst belicht, maar ook andere kunstvormen zoals de dans, de film, muziek, de literatuur, video clips en meer algemeen de nieuwe media.

Sinds 2008 kreeg het onderzoek van Van den Braembussche steeds meer een comparatieve en/of interculturele dimensie. Steeds meer werd de kunst vanuit een globaliserend standpunt bekeken. Daarnaast spitste een deel van het onderzoek zich toe op de thematiek van het onuitsprekelijke, waarin de affiniteit tussen de sublieme ervaring in de kunst en de mystieke ervaring bij Oosterse en Westerse mystici steeds meer op de voorgrond kwam.


== Publicaties ==
== Publicaties ==

Versie van 13 aug 2019 16:45

Antoon Van den Braembussche
Antoon Van den Braembussche
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Antoon A. Van den Braembussche
Geboren Eeklo, 9 juli 1946[1]
Nationaliteit Vlag van België België
Werkzaamheden
Vakgebied Geschiedfilosofie, Filosofie van de kunst
Universiteit Vrije Universiteit Brussel
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

Antoon A. Van den Braembussche (Eeklo, 9 juli 1946) is een Vlaamse cultuurfilosoof, professor emeritus aan de Vrije Universiteit Brussel en dichter. Hij begon als dichter, werd docent in de geschiedfilosofie en specialiseerde zich later in de kunstfilosofie en comparatieve filosofie.

In zijn meer recente werk heeft hij zich gericht op postmodernisme, poststructuralisme en interculturele esthetica. Belangrijke thema's daarbij zijn representatie en collectieve herinnering, en de filosofie van de digitale cultuur en eigentijdse kunst.

Loopbaan

In de jaren zeventig studeerde Van den Braembussche filosofie en moraalwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en rondde deze studies cum laude af. In 1980 werd hij aangesteld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, eerst als wetenschappelijk medewerker en vervolgens als Universitair Hoofddocent. In 1982 promoveerde hij cum laude in de geschiedfilosofie[2] onder begeleiding van Jacques Ruytinx en Leo Apostel.[3] Tijdens zijn loopbaan was hij gastdocent aan de universiteiten van Bielefeld, Calcutta, Jadavpur en Turku. Hij was tevens gastdocent aan Universiteit van Amsterdam, de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW), School voor Comparatieve Filosofie Antwerpen (SCFA), het Centre Erasme, de Academia Vitae enzovoort. Op het einde van zijn loopbaan doceerde hij tevens deeltijds kunstkritiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is de auteur van een twintigtal boeken, zo’n 140 artikelen en tevens een achttal dichtbundels.

Geschiedfilosofie

In eerste plaats doceerde hij voornamelijk geschiedfilosofie, dit resulteerde in het inleidende handboek ‘Theorie van de Maatschappijgeschiedenis’.[1] Dit boek tracht een inleiding te geven in de geschiedfilosofie. Van den Braembussche stelt een ‘pragmatische’ benadering voor die erop gericht is de afstand tussen theorie en praktijk van de geschiedenis te overbruggen. Eind jaren tachtig spitste hij hij zich binnen de geschiedfilosofie steeds meer toe op de collectieve herinnering, meer in het bijzonder op de aard van historische taboes en trauma’s. Dit leidde onder meer tot het artikel The Silenced Past. On the nature of historical taboos[2] en Presenting the Unpresentable. On trauma and visual Art.[3] In dit laatste artikel, dat in 2009 verscheen, stond de artistieke representatie van historische trauma’s centraal.

Kunstfilosofie

Deze klemtoon op de artistieke representatie was niet toevallig. Inderdaad, sinds de jaren negentig lag de focus van het onderzoek steeds meer  op de kunstfilosofie. Dit resulteerde in de publicatie van Denken over Kunst (1994) een standaardwerk in de kunstfilosofie. Dit handboek biedt een systematische en begrijpelijke inleiding in de kunstfilosofie. Het is viermaal herdrukt en er zijn meer dan 20.000 exemplaren over de toonbank gegaan. Er verscheen een vertaling in het Engels, het Duits en sinds 2019 ook in het Koerdisch. Het boek bevat  een grondige maar heldere uiteenzetting van de klassieke, moderne en postmoderne theorieën over kunst, vanaf Plato tot en met Derrida. Elke theorie, elk hoofdstuk eindigt met “Het atelier van de kunstenaar” waarin de praktische relevantie van de besproken theorie wordt toegelicht aan de hand van de artistieke praktijk (Giacometti, Kosuth, Paul van Ostaijen, Kandinsky, Marcel Duchamp), en/of voorbeelden uit recente culturele praktijken, zoals de videoclip.

Denken over Kunst opende ook de deuren naar het kunstonderwijs. Zo was Van den Braembussche in het academiejaar 1997-1998 hoofd van het departement theorie aan de Jan van Eyck Academie. In het begin van het millennium was hij verschillende jaren gastdocent aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK). Door deze functies verwierf hij talrijke contacten met jonge, beloftevolle kunstenaars, zowel nationaal en internationaal. Dit leidde onder meer tot een unieke en intensieve samenwerking met beeldend kunstenaar Angelo Vermeulen met wie hij in 2008 het dialoogboek Baudelaire in Cyberspace[4] publiceerde.

Interculturele filosofie

Sinds 2008 begaf Van den Braembussche zich steeds meer op terrein van  van de comparatieve en/of interculturele filosofie. Dit leidde allereerst tot de uitgave van Intercultural aesthetics[5], die in 2008 onder meer onder zijn redactie tot stand kwam. Meer recentelijk verscheen De stilte en het onuitsprekelijke[6] waarin de grenzen tussen kunst en mystiek, religie en atheïsme, tussen westerse en oosterse filosofie worden doorbroken. Om deze grenzen te overschrijden toont hij de verwevenheid aan tussen het sublieme in de kunst en de mystieke ervaring in Oost en West. Beide, de sublieme en mystieke ervaring, kenmerken zich door de huiveringwekkende ervaring die ons oog in oog plaatst met de afgrond.  In de vergelijking tussen de mystieke ervaring in Oost en West, tussen Zen en negatieve theologie, toont Van den Braembussche dat beide het onuitsprekelijke proberen te zeggen via de weg van ontkenning: ‘noch dit, noch dat’. Dit mondt uit in een meditatie over non-dualiteit, die de brug slaat tussen Oosterse en Westerse mystiek.[6]

Poëzie

Van den Braembussche liet zich, zoals reeds gezegd, ook als dichter geleden. Hoewel hij  al in 1967 als dichter debuteerde  wordt zijn dichtbundel Liefdesverklaring als zijn eigenlijke, literaire debuut beschouwd. Deze bundel verscheen in 1979 onder het pseudoniem Tonko Brem in de Yang Poëzie reeks, werd door critici erg goed ontvangen en beleefde meteen een tweede druk. Door zijn bijna gelijktijdige aanstelling als docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam raakte de poëzie echter lange tijd op de achtergrond. Desondanks publiceerde Van den Braembussche nog een aantal dichtbundels onder zijn pseudoniem.[7]

Met zijn dichtbundel Kant-tekeningen (2007)[8], die hij ditmaal onder eigen naam publiceerde, kreeg  zijn poëzie meteen ook een nieuwe wending. Vanaf nu bewoog zijn poëzie zich veel meer op het raakvlak tussen filosofie en kunst. Poëzie is immers ‘de creatieve plek bij uitstek waar kunst en filosofie elkaar kunnen ontmoeten.’[9] De meest recente en zevende dichtbundel Alles komt terug[9] werd zeer positief ontvangen door critici. In deze bundel raken de drie kernelementen van kunst, spiritualiteit en filosofie elkaar dankzij de herhaaldelijke verwijzing naar Nietzsche’s “eeuwige terugkeer van het gelijke”. Deze dichtbundel is niet meer en niet minder dan een uiterste poging het onuitsprekelijke  onder woorden te brengen, wat herinnert aan zijn filosofische verhandeling daarvan in het essayboek De stilte en het onuitsprekelijke.[6] Zo stelt Jan Geerts:

‘Omdat in “Alles komt terug” de afwezigheid van woorden verdriet is, bezoekt Antoon Van den Braembussche de achterkant van de taal. … Want enkel daar kan het onuitsprekelijke gezegd worden. … Door het naamloze te noemen, raken we de dingen en de mensen om ons heen aan en worden we ook zelf aangeraakt. We zien de dingen voor het eerst écht en in dat zien laten we de wereld bestaan in al zijn complexiteit’[10]

Ondanks het feit dat deze ’lyriek die abstract is en mikt op algemene waarheden’[11],behoudt deze bundel een uitermate persoonlijk en intiem karakter. Renaat Ramon stipt dit aan in haar recensie: “Van den Braembussche weet met een beheerst vocabularium woorden te creëren die een geheel eigen, intieme sfeer oproepen. Dat is een eigenschap van grote poëzie.”[12]

Publicaties

Wetenschappelijk werk en essays, een selectie
  • Antoon Van den Braembussche. Theorie van de maatschappijgeschiedenis. Baarn, AMBO, 1980.
  • Antoon Van den Braembussche. Denken over kunst. Een kennismaking met de kunstfilosofie, Bussum, Coutinho, 1994.
  • Antoon Van den Braembussche (red.), Voorbij het postmodernisme. Bedenkingen aan gene zijde van het fin de siècle, Best, Damon, 1996.
  • Antoon Van den Braembussche, Postmodernisme. Een intertekstueel Woordenboek, Budel, Damon, 2007.
  • Antoon Van den Braembussche, Intercultural Aesthetics. A Worldview Perspective (samen met Heinz Kimmerle en Nicole Note), Brussel, ASP, 2008.
  • Antoon Van den Braembussche en Angelo Vermeulen Baudelaire in cyberspace. Dialogen over kunst, wetenschap en digitale cultuur. ASP, Brussel, 2008.
  • Antoon Van den Braembussche, Thinking Art. An introduction to Philosophy of Art, New York, Springer, 2009.
  • Antoon Van den Braembussche. De stilte en het onuitsprekelijke. Over beeldcultuur, kunst en mystiek, Antwerpen, EPO, 2016.

Dichtbundels, een selectie

  • Tonko Brem, Liefdesverklaring. Gent, Yang Poëzie Reeks, 1979.
  • Tonko Brem, In het Voorbijgaan. Antwerpen, Uitgeverij Contramine, 1985.
  • Tonko Brem, Verzwegen Verleden. Gent, Uitgeverij J&J, 1995.
  • Antoon Van den Braembussche, Kant-tekeningen. Leuven, Uitgeverij P, 2007.
  • Antoon Van den Braembussche, Het uur van de wolf. Leuven, Uitgeverij P, 2014.
  • Antoon Van den Braembussche, Alles komt terug. Leuven, Uitgeverij P, 2018.

Externe links

Zie de categorie Antoon Van den Braembussche van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.